Ingediend | 7 oktober 2021 |
---|---|
Beantwoord | 2 november 2021 (na 26 dagen) |
Indiener | Derk Jan Eppink (Libertair, Direct, Democratisch) |
Beantwoord door | Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z17401.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-520.html |
Ja.
Voor de onzekerheid van de depositieberekening op het niveau van hexagonen wordt dezelfde inschatting aangehouden als die geldt voor het eenvierkantekilometerniveau. Aangezien stikstofdepositie (op lokaal niveau) sterk afhankelijk is van ruwheid en landbedekking, zijn deze mede bepalend voor de onzekerheid. Voor de berekeningen op hexagoonniveau in AERIUS zijn deze gegevens op dat hogere detailniveau beschikbaar en daarmee wordt in principe een nauwkeurigere depositie uitgerekend dan in het geval van het grid-niveau van één vierkante kilometer. Om te komen tot een volledige analyse van de onzekerheid op hexagoonniveau waarin deze effecten zijn ingeschat, wordt in het kader van het Nationaal Kennisprogramma Stikstof in de komende jaren nader onderzoek gedaan naar onzekerheden in de stikstofberekeningen.
Door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) wordt al sinds enkele decennia de natte depositie van stikstof (ammonium en nitraat) gemeten op meerdere locaties van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit. Daarnaast vinden op drie locaties in Nederland (Hoge Veluwe, Oostelijke Vechtplassen en Bargerveen) sinds 2012 metingen plaats van de droge depositie van ammoniak. Deze laatste metingen worden in de komende periode uitgebreid met zeven locaties. Zowel de resultaten van de natte als de droge depositiemetingen worden jaarlijks gebruikt voor het valideren van het OPS-model, het «rekenhart» van het AERIUS-model. Terwijl over de validatie van het model op basis van concentratiemetingen wel regelmatig gerapporteerd is, is dit voor de depositiemetingen tot op heden nog niet gedaan. Dit wordt echter in het komende jaar opgepakt, waarna ook een rapportage over de validatie op basis van de depositiemetingen beschikbaar zal zijn.
De beantwoording is niet voor 7 oktober jl. gelukt, maar het commissiedebat is tot nader orde uitgesteld.