Ingediend | 28 april 2021 |
---|---|
Beantwoord | 10 juni 2021 (na 43 dagen) |
Indieners | Hanneke van der Werf (D66), Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Stef Blok (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | migratie en integratie openbare orde en veiligheid organisatie en beleid terrorisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z07087.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-3137.html |
Ja.
Het kabinet gaat niet in op individuele casussen. Zoals aangegeven in de beantwoording van Kamervragen van het lid Sjoerdsma (D66) van november 20202 zijn er met zekere regelmaat berichten dat personen zijn ontsnapt uit de opvangkampen in Noordoost Syrië.
Volgens openbare cijfers van de AIVD bevinden zich op dit moment 30 Nederlandse vrouwen en 75 kinderen met een Nederlandse link in Syrisch-Koerdische kampen zoals al Hawl en al Roj3. Het kabinet doet geen uitspraken over de precieze aantallen Nederlanders per kamp.
Zie antwoord vraag 3.
Zoals beschreven in het meest recente DTN van april 20214 verplaatsen de Syrisch-Koerdische autoriteiten sinds een aantal maanden buitenlandse ISIS-vrouwen van opvangkamp al Hawl naar het veel kleinere opvangkamp al Roj. De veiligheidssituatie voor vrouwen in al Roj is aanzienlijk beter dan in al Hawl. Onder de verplaatste vrouwen bevinden zich ook Nederlandse vrouwen. Over de precieze aantallen doet het kabinet geen uitspraken.
Over de werkwijze en het zicht van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten doet het kabinet geen uitspraken. Volgens openbare cijfers van de AIVD6 verblijven nog circa 110 uitgereisde personen in Syrië, waarvan ongeveer 45 volwassenen zich in opvangkampen of detentie in Noordoost-Syrië bevinden. Circa 30 personen zijn nog aangesloten bij jihadistische groeperingen in Noordwest-Syrië en ongeveer 35 personen bevinden zich elders in Syrië.
Het kabinet heeft maatregelen getroffen om het risico van onopgemerkte terugkeer van uitreizigers naar Nederland te minimaliseren. Onderkende uitreizigers staan internationaal strafrechtelijk gesignaleerd en hun paspoorten zijn gesignaleerd en ongeldig verklaard. Binnen Schengen zijn Lidstaten verplicht hun deel van de buitengrenzen te controleren. Controle van reizigers en migranten in de Europese en nationale databestanden is hier onderdeel van. Lidstaten worden bij hun grenscontroles, waar nodig, bijgestaan door EU agentschappen, bijvoorbeeld Frontex en Europol. Zij ondersteunen bij processen als identificatie, registratie en screening.
Dat personen kunnen ontsnappen uit de opvangkampen in Syrië is altijd een realistisch scenario geweest, waar alle partijen betrokken bij de contraterrorisme aanpak, waaronder het OM, zich bewust van zijn. Ook in het DTN is dit eerder gesignaleerd. Zo werd in DTN 53 van oktober 2020 beschreven dat in de daaraan voorafgaande periode meerdere vrouwen, al dan niet met hun kinderen, ontsnapt zijn uit al Hawl en naar de Noord-Syrische regio Idlib zijn gesmokkeld.
De Nederlandse overheid heeft geen effectief gezag of autoriteit in het gebied en is niet in de positie om ontsnappingen te voorkomen. Zoals hierboven bij de beantwoording van vraag 6 beschreven zijn verschillende maatregelen getroffen met het oog op de nationale veiligheid om het risico van onopgemerkte terugkeer te minimaliseren.
De Syrisch-Koerdische autoriteiten waarschuwen al langer in algemene zin over de verslechterende situatie in al Hawl. Zoals aangegeven bij de beantwoording van vraag 7 is het altijd een realistisch scenario geweest dat personen zouden kunnen ontsnappen uit de opvangkampen in Syrië.
Zoals hierboven bij de beantwoording van vraag 6 beschreven zijn verschillende maatregelen getroffen met het oog op de nationale veiligheid om het risico van onopgemerkte terugkeer te minimaliseren.
Volgens openbare cijfers van de AIVD verblijven in totaal 65 Nederlandse uitreizigers bij jihadistische groeperingen in Noordwest-Syrië of elders in Syrië. Zij staan niet onder toezicht van de Koerdische autoriteiten. Uitreizigers die zich niet in de Koerdische opvangkampen en detentiecentra bevinden, waaronder ook ontsnapte uitreizigers, kunnen zich aansluiten bij terroristische groepen, het zicht op hun handelingen is mogelijk beperkt en ze zouden kunnen proberen onder de radar terug te keren naar Nederland.
Er verblijven ongeveer 45 volwassenen in opvangkampen of detentie in Noordoost-Syrië. Het DTN 53 van oktober 2020 stelt dat er ook risico’s voor de (nationale) veiligheid zijn indien Nederlandse uitreizigers uit detentie of opvangkampen in Noordoost-Syrië vrijkomen of ontsnappen. Zoals bij de beantwoording van vraag 6 beschreven, zijn verschillende maatregelen getroffen om de risico’s voor de nationale veiligheid te verkleinen.
Sinds begin 2020 hebben minder dan 10 volwassenen zich met een consulaire hulpvraag gemeld bij een Nederlandse ambassade of consulaat in de regio. Indien zij de Nederlandse nationaliteit bezitten en niet vervolgd worden in Turkije worden zij teruggebracht naar Nederland ter fine van strafvervolging.
Uw Kamer wordt niet actief geïnformeerd over consulaire hulpvragen van uitreizigers, maar uw Kamer wordt met enige regelmaat geïnformeerd over ontwikkelingen rondom uitreizigers naar en terugkeerders vanuit Syrië en Irak. Op individuele gevallen kan het kabinet niet ingaan.
Het kabinet doet geen uitspraken over de (vermeende) capaciteit van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten van Turkije. De Turkse autoriteiten hechten een groot belang aan terrorismebestrijding aangezien Turkije directe veiligheidsdreiging ondervindt van terroristische organisaties als ISIS, zowel nationaal als regionaal. Dit belang wordt onder meer geïllustreerd door vele operaties van Turkse veiligheidsdiensten.
Nederland werkt nauw samen met de Turkse autoriteiten op het gebied van terrorismebestrijding, o.a. middels reguliere veiligheidsdialogen. Nederland zal in dit kader aandacht blijven vragen voor Turkse inzet op het gebied van terrorismebestrijding.
Nederland hecht belang aan een constructieve relatie met Turkije op het gebied van veiligheidssamenwerking. Zo werken Nederland en Turkije samen op het gebied van terrorismebestrijding, zowel op multilateraal niveau in het kader van het Global Counterterrorism Forum en de anti-ISIS coalitie – waar Nederland en Turkije beide covoorzitter zijn van de Foreign Terrorist Fighter Working Group – als op bilateraal niveau middels de repatriatie van Nederlandse uitreizigers vanuit Turkije en reguliere veiligheidsdialogen. Vanwege zijn ligging speelt Turkije bovendien een belangrijke en in het algemeen constructieve rol bij de aanpak van uitreizigers.
In algemene zin geldt dat er in de relatie tussen Nederland en Turkije ruimte is voor constructieve samenwerking, maar ook voor het benoemen van zaken waar we het niet over eens zijn of waarover zorgen bestaan. Hierbij wordt altijd meegewogen hoe Nederlandse belangen zo effectief mogelijk kunnen worden behartigd.
In verschillende DTN’s (51 en 52) is opgenomen dat ISIS (evenals Al Qaida) beschikt over faciliteringsnetwerken in onder meer Turkije. Het veiligheidsrisico voortkomend uit slapende ISIS-cellen en de mogelijkheid dat personen zich hierbij aansluiten, wordt geadresseerd door de Nederlandse en Turkse inzet op terrorismebestrijding in nationaal-, bilateraal- en multilateraal verband.
Om zo goed mogelijk zicht te houden op Nederlandse uitgereisde personen en eventuele reisbewegingen onder de radar tegen te gaan, staan onderkende uitreizigers internationaal gesignaleerd en zijn paspoorten gesignaleerd en ongeldig verklaard. De Turkse overheid is verantwoordelijk voor terrorismebestrijding op het eigen grondgebied.
Uw Kamer is per brief van 5 juni 20219 geïnformeerd dat een van terroristische misdrijven verdachte Nederlandse uitreizigster ter berechting naar Nederland is overgebracht.
Zoals gemeld in een brief aan uw Kamer van 9 maart 202110 en 18 juni 202011 is het kabinet, om de overbrenging naar Nederland te kunnen realiseren, in overleg getreden met enkele Europese landen en relevante partijen om te bezien met welke van hen samengewerkt kon worden om de verdachte te repatriëren teneinde straffeloosheid te voorkomen.
Zoals gemeld in beantwoording van Kamervragen van het lid Sjoerdsma (D66) van november 202012 en per brief van 9 maart 202113 zetten Europese lidstaten in het algemeen niet in op het actief repatriëren van volwassen uitreizigers uit de opvangkampen en detentiecentra in Noordoost-Syrië. Enkele Europese landen die een beperkt aantal volwassenen heeft gerepatrieerd zijn Italië en Duitsland. Een aantal landen zet er wel op in kwetsbare minderjarigen te repatriëren, als dat niet anders kan samen met hun moeders. Zo hebben bijvoorbeeld Frankrijk, Duitsland, België, Finland, Denemarken, Zweden, Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk (wees)kinderen gerepatrieerd. In 2019 zijn door de Franse overheid ook twee weeskinderen naar Nederland overgebracht.14
Het kabinet is bekend met de berichten over misstanden in al Hawl, zoals beschreven in het DTN van april 2021. Deze misstanden zijn schokkend en afkeurenswaardig. Het is niet bekend of er Nederlanders betrokken zijn geweest bij deze misstanden.
De termijn van drie weken is door interdepartementale afstemming niet haalbaar gebleken.
Hierbij deel ik u mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken dat de schriftelijke vragen van de leden Van der Werf en Sjoerdsma (beiden D66), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het onder de radar verdwijnen van Syriëgangers (ingezonden 28 april 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.