Ingediend | 28 april 2021 |
---|---|
Beantwoord | 10 juni 2021 (na 43 dagen) |
Indieners | Derk Boswijk (CDA), Jeroen van Wijngaarden (VVD) |
Beantwoord door | Ank Bijleveld (minister defensie) (CDA), Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | defensie internationaal openbare orde en veiligheid organisatie en beleid verkeer water |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z07082.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-3138.html |
Ja.
Ja, daarbij verwijzen wij naar onderstaand overzicht dat de stand van zaken van 3 mei 2021 weergeeft.
Sommatie bovenstaande
Totalen sinds start VPDs maart 2011
Aanvragen
Aanvragen ingediend via het Kustwachtcentrum of MAC (Curaçao)
Afgewezen
Aanvragen waarvan de Nederlandse overheid heeft vastgesteld niet over te gaan tot uitvoering
Ingetrokken
Aanvragen waar de Nederlandse overheid akkoord mee is gegaan, maar die door de reder zijn ingetrokken. Dit kunnen allerlei redenen zijn, bv opdracht reder is ingetrokken, ander schip wordt ingezet, er wordt alsnog een andere route gekozen enz. Alleen «te duur» is hier verbijzonderd.
Uitvoering
Betreft aanvragen die zijn uitgevoerd, in uitvoering of nog in planning zijn. Aanvragen die in planning zijn kunnen nog worden «ingetrokken».
Datum aanvraag
De datum van een aanvraag en dus ook de indeling in deze statistieken wordt bepaald door de datum waarop de aanvraag wordt aangeboden via het Kustwachtcentrum of het MAC.
Dit betekent dat het kan voorkomen dat een aanvraag die in jaar X is aangevraagd in jaar X+1 geheel of gedeeltelijk wordt uitgevoerd.
Voor het antwoord op deze vraag verwijzen wij naar het bovenstaande overzicht.
Conform de ontwerpbegroting van het Minister van Defensie 2021 is een bedrag van € 4,185 miljoen begroot voor de inzet van VPD's, waarvan € 1,5 miljoen aan geprognotiseerde ontvangsten van rederijen.
In principe geldt dat indien een begrote uitgave niet wordt gedaan, het geld vrijvalt ten gunste van de algemene middelen.
Zie ook overzicht van vraag 2. In 2015 en 2019 is de High Risk Area (HRA) verkleind. Hierdoor zijn de beveiligingen voor 4 van 10 transitroutes door de HRA komen te vervallen (die tussen de Perzische Golf, Azië en Kaap de Goede Hoop). Voor de jaren 2020 en 2021 speelt COVID-19 een rol bij het terug gelopen aantal aanvragen. Meer in het algemeen spelen de omstandigheden binnen de scheepvaart een rol, waaronder omstandigheden in de olie- en gasindustrie (VPD’s worden veelal ingezet voor zware lading schepen die componenten vervoeren voor de olie- en gasindustrie).
Ja. Ook de Nederlandse regering is zich ervan bewust dat de Golf van Guinee een belangrijke locatie voor de internationale piraterij is. Naar aanleiding van de eerdere vragen terzake is reeds aangegeven dat de veiligheid van onze koopvaardijschepen in de Golf van Guinee het kabinet zorgen baart (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, 2153). De Golf van Guinee is in het kader van het nieuwe EU-initiatief Coordinated Maritime Presences (CMP) aangemerkt als eerste maritiem aandachtsgebied (Maritime Area of Interest, MAI), onder meer vanwege het hoge aantal incidenten van piraterij en gewapende overvallen op zee.
Het International Maritime Bureau (IMB) heeft in 2021 tot nu toe 16 incidenten met betrekking tot de Golf van Guinee geregistreerd. In 2020 zijn er in dit gebied 132 incidenten geregistreerd.
Om het CMP-concept te operationaliseren loopt sinds 25 januari jl. een pilot in de Golf van Guinee. Het CMP moet zorgen voor meer Europese operationele inzet. Coördinatie en het delen van informatie kan de lidstaten gezamenlijk beter in staat stellen grip te krijgen op de maritieme veiligheidssituatie. Het is op dit moment nog te vroeg om conclusies te verbinden aan hetgeen de CMP-pilot heeft opgeleverd. De pilot zal binnen een jaar worden geëvalueerd door de lidstaten. Zodra de resultaten daarvan bekend zijn, zal uw Kamer daarover worden geïnformeerd.
Het Ministerie van Defensie is betrokken bij de CMP-coördinatie-cel in Brussel en sluit ook aan bij het binnenkort te starten CMP-comité. Ook draagt Nederland bij aan de informatie-uitwisseling tussen de Nederlandse maritieme industrie en CMP. Nederland neemt momenteel niet met militaire middelen deel aan de pilot.
De Europese Vredesfaciliteit (EPF) is een nieuw financieel instrument van de Unie dat onder andere ook capaciteitsopbouw van statelijke actoren inzake veiligheid en defensie mogelijk maakt. Het uitrusten van lokale kustwachten of te trainen marines zou in beginsel tot de mogelijkheden behoren. De voorbereiding van de implementatie van de EPF is momenteel gaande. Naar verwachting zal de EPF op 1 juli operationeel worden. Voor Nederland is het, met name in deze opstartfase, van belang reeds bestaande steunmaatregelen aan Afrikaanse partners te continueren.
Het aanwijzen van risicogebieden waar private maritieme beveiliging wordt toegestaan vindt plaats bij algemene maatregel van bestuur. Het Ontwerpbesluit bescherming koopvaardij is op 20 april jl. – in het kader van de in de Wet ter Bescherming koopvaardij voorgeschreven voorhangprocedure – aangeboden aan Uw Kamer en aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Dat ontwerpbesluit voorziet niet in de aanwijzing van de Golf van Guinee als risicogebied.
In de beantwoording op 14 juli 2020 van de vraag hierover is reeds, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, aangegeven dat voor de problematiek van piraterij binnen de territoriale wateren van de desbetreffende kuststaten VPD’s, noch gewapende particuliere beveiligers een oplossing bieden, aangezien de kuststaten een dergelijke gewapende beveiliging in hun kustwateren niet toestaan (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, 3511).
In aanvulling daarop is in de beantwoording op 25 maart jl. van de vraag daarover, eveneens mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat aangegeven dat het, anders dan bij Somalië, bij West-Afrika niet gaat om de beveiliging van schepen op doorvaart door een risicogebied, maar om schepen die de havens in het gebied moeten aandoen. Voor zowel VPD-beveiliging, als voor gewapende particuliere maritieme beveiliging geldt dat de beveiligers het te beveiligen schip dan ook moeten hebben verlaten voordat het schip de territoriale wateren van de kuststaten binnenvaart. Die mogelijkheden zijn in de praktijk niet aanwezig (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, 2153).
Het aanwijzen van de Golf van Guinee als risicogebied, waar onder de wettelijke voorwaarden gewapende particuliere beveiliging als aanvulling op VPD-beveiliging is toegestaan, zal niet tegemoet kunnen komen aan de gewenste behoefte aan bescherming van de koopvaardij. Bij die gelegenheid is tevens erop gewezen dat de Belgische regering de internationale wateren van de Golf van Guinee sinds september 2016 formeel heeft aangewezen als risicogebied waar gewapende maritieme beveiliging op Belgisch gevlagde koopvaardijschepen is toegestaan, maar dat in de praktijk (in ieder geval tot en met 2020) de rederijen nog geen gebruik hebben gemaakt van die mogelijkheid. Voor de bescherming van koopvaardijschepen in de Golf van Guinee zijn andere maatregelen noodzakelijk, dan het aanwijzen van de Golf als risicogebied waar onder voorwaarden en in aanvulling op VPD-beveiliging gewapende particuliere beveiliging is toegestaan. Daarvoor is het nodig dat in internationaal verband afspraken worden gemaakt over het bevorderen van de veiligheid van koopvaardijschepen in de Golf van Guinee.
Zoals hierboven vermeld neemt Nederland in Europees verband deel aan de CMP-pilot. Ook is Nederland partij bij het G7++ FoGG (Friends of the Gulf of Guinea), dat onderdeel uitmaakt van de Yaoundé architecture en als oogmerk heeft om in internationaal verband met kuststaten afspraken te maken over- en ondersteuning te bieden aan het tegengaan van illegale activiteiten, waaronder piraterij, in de Golf van Guinee. Daarnaast neemt Nederland in IMO-verband actief deel aan de Werkgroep piraterij in de Golf van Guinee, opgestart in mei jl. Nederland zet hierbij in ieder geval in op betere coördinatie van het aantal reeds bestaande activiteiten in de regio in dit kader en versterkte samenwerking met de benodigde partijen daartoe, zodat deze eerder tot resultaten gaan leiden.
Anders dan in de Golf van Aden hebben koopvaardijschepen in de Golf van Guinee de intentie havens van kuststaten aan te doen. In de Golf van Aden blijven schepen in internationale wateren varen. In de Golf van Guinee zullen de regionale kuststaten toestemming moeten verlenen aan koopvaardijschepen om met VPD’s aan boord de havens te bezoeken. Er kan pas een inschatting worden gegeven van de capaciteit en middelen ten aanzien van VPD’s indien deze eerste stap is genomen.
De ILT bereidt zich momenteel voor op haar uitvoerende taken voor de WtBK. Onderdeel hiervan is het ontwikkelen van processen en procedures, waarbij het zwaartepunt nu nog ligt op het kunnen behandelen van aanvragen van maritieme beveiligingsbedrijven voor vergunningen. Vervolgens gaat ILT aan de slag met de processen en procedures voor toezicht. De eventueel benodigde ondersteuning door Defensie op het gebied van wapens en munitie wordt hierbij in beeld gebracht. In vervolg hierop zullen ILT en Defensie afspraken maken over de invulling hiervan. Indien dergelijke afspraken worden gemaakt, zullen deze ook tot uitdrukking komen in het driejaarlijkse werkplan dat wordt opgesteld ten behoeve van het toezicht op en de handhaving van de bij en krachtens de WtBK gestelde regels.
Hierbij deel ik u mede namens de Minister van Defensie dat de schriftelijke vragen van de leden Van Wijngaarden (VVD) en Boswijk (CDA), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de invoering van de Wet ter Bescherming Koopvaardij (ingezonden 28 april 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.