Ingediend | 21 april 2021 |
---|---|
Beantwoord | 7 juni 2021 (na 47 dagen) |
Indiener | Christine Teunissen (PvdD) |
Beantwoord door | Bas van 't Wout (VVD) |
Onderwerpen | natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z06614.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-3046.html |
Ik ben bekend met de oprichting van het Klimaatcrisis Beleid Team en ik zie de waarde van dit type adviezen die het klimaatdebat kunnen verrijken.
De adviezen hebben betrekking op nieuw/aanvullend te formuleren klimaatbeleid. Hiertoe zullen partijen die betrokken zijn bij het formeren van een nieuw kabinet keuzes in moeten maken. Hier kunnen zij ook de adviezen van het KBT bij betrekken.
Gezien de demissionaire status van het kabinet acht ik het niet opportuun om hier een uitgebreide reactie op te geven. Met het rapport «Bestemming Parijs» van de ambtelijke Studiegroep «Klimaatopgave Green Deal», die door het huidige kabinet is ingesteld, is reeds uitgebreid stil gestaan bij de mogelijke gevolgen van de EU Green Deal en zijn keuzemogelijkheden in kaart gebracht. Het is aan het nieuwe kabinet om hier keuzes in te maken; hier kunnen ook de adviezen van het KBT bij betrokken worden.
Ja.
Ja.
Ja.
Nee. De initiatienemers van de nationale Klimaatwet hebben ervoor gekozen om de Raad van State een formele, onafhankelijke, adviserende rol te laten vervullen en dit in de Klimaatwet te verankeren. De Raad van State maakt voor zijn advisering o.a. gebruik van de Klimaat- en Energieverkenning van PBL en een adviesgroep met enkele wetenschappers.
Nee. Ik ben van mening dat de Raad van State haar rol goed vervult. Daarbij is het aan het nieuwe kabinet om eventuele wijzigingen in de governance, waaronder een eventuele wijziging van de Klimaatwet, aan te brengen.
Het tegengaan van klimaatverandering is een urgente opgave. Daarom heeft het huidige kabinet, vooruitlopend op besluitvorming over het ophogen van het Europese 2030-broeikasgasreductiedoel, een hoger doel van 49% emissiereductie in 2030 vastgesteld. Om dit te kunnen realiseren heeft het kabinet vervolgens, met meer dan 100 partijen, in het Klimaatakkoord afspraken gemaakt.
Parallel aan de uitvoering van het Klimaatakkoord en vanuit de gedeelde overtuiging dat klimaatverandering urgent moet worden aangepakt, heeft het kabinet in de afgelopen jaren intensief en succesvol gelobbyd om de Europese klimaatdoelen op te hogen en in lijn de brengen met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs en de aanbevelingen van het IPCC. Europa zal in 2050 klimaatneutraal zijn en op weg daar naartoe in 2030 haar broeikasgasemissies met ten minste 55% hebben gereduceerd.
De aangescherpte Europese doelstellingen zullen ook voor Nederland een extra opgave betekenen. De precieze nationale gevolgen zijn afhankelijk van de uitkomsten van de onderhandelingen over de onderliggende wetgevende voorstellen. Deze voorstellen zullen in juli 2021 worden gepresenteerd. Om het volgende kabinet hierop voor te bereiden heeft eerder dit jaar een ambtelijke studiegroep opties in kaart gebracht om nationaal invulling te geven aan de opgehoogde Europese doelstelling (kamerstuk 32 813, nr. 664). Het maken van keuzes tussen deze opties en eventuele andere aanpak is aan het nieuwe kabinet.
Zie antwoord vraag 9.