Ingediend | 9 april 2021 |
---|---|
Beantwoord | 20 mei 2021 (na 41 dagen) |
Indiener | Barbara Kathmann (PvdA) |
Beantwoord door | Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie organisatie en beleid sport |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z05635.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-2831.html |
Beide vragen beantwoord ik bevestigend.
Nee, die mening deel ik niet. Al enkele jaren zet de Minister van Justitie en Veiligheid zich samen met andere partners in voor het versterken van de aanpak van matchfixing. Samenwerking vindt plaats op drie niveaus: operationeel in het signalenoverleg, beleidsmatig in het Nationaal Platform Matchfixing (NPM) en op strategisch niveau in het Strategisch Beraad Matchfixing (SBM). De afgelopen jaren is met name het boven tafel krijgen van voldoende sterke signalen ingewikkeld gebleken. Daarom is medio 2019, bij wijze van tweejarige pilot, een informatiecoördinator (IC) aangesteld. Deze IC heeft als opdracht om de samenwerking tussen de partners te versterken en de uitwisseling en verrijking van signalen te stimuleren. De evaluatie van deze pilot wordt voor de zomer van dit jaar verwacht. In dat kader wordt ook nagedacht over vervolgstappen en het ligt in de rede daarbij ook de ontwikkelingen rondom de Wet kansspelen op afstand mee te nemen. De resultaten van de evaluatie zullen met uw Kamer worden gedeeld.
Die mening onderschrijf ik ten dele. De Kansspelautoriteit heeft een aantal wettelijke taken. Het bundelen van kennis en informatie over matchfixing hoort daar niet bij. De Kansspelautoriteit houdt er toezicht op dat vergunninghouders van sportweddenschappen maatregelen treffen om matchfixing binnen hun wedaanbod te detecteren en tegen te gaan. Dit is conform de wettelijke taak die de Kansspelautoriteit er na de inwerkingtreding van de Wet kansspelen op afstand bij heeft gekregen, namelijk: het tegengaan en beperken van manipulatie met sportwedstrijden, voor zover deze betrekking heeft op sportwedstrijden waarvoor op grond van titel III, titel IV dan wel titel Vb van de wet op de Kansspelen vergunning is verleend tot het organiseren van kansspelen (artikel 33b van de Wet op de Kansspelen).3 Binnen de Kansspelautoriteit is de Sports Betting Intelligence Unit (SBIU) opgericht ter uitvoering van het toezicht op de naleving van de matchfixingsverplichtingen van vergunde kansspelaanbieders.
Het voorgaande houdt in dat de informatiepositie van de Kansspelautoriteit/SBIU zich beperkt tot hetgeen de vergunninghouders aanbieden. Momenteel is dat het landgebonden aanbod van de Toto (Nederlandse Loterij) en ZEbetting&gaming (paardenrennen). Vanaf oktober komen hier de online vergunninghouders van sportweddenschappen bij.
Ja, die mening deel ik. Voorkomen moet worden dat ongebruikelijke transacties die zijn gemeld door instellingen op grond van de Wwft niet tijdig worden herkend als signaal van matchfixing. Om dat te voorkomen zijn meldingsplichtige instellingen verplicht om bij een dergelijke melding onder meer de omstandigheden aan te geven op grond waarvan de transactie als ongebruikelijk wordt aangemerkt (artikel 16, eerste lid, onderdeel e, Wwft). Daarmee wordt voor de FIU-Nederland duidelijk(er) om wat voor signaal het gaat. Daarnaast is de FIU-Nederland op grond van artikel 17 Wwft bevoegd om gegevens of inlichtingen op te vragen bij een instelling die een melding heeft gedaan of bij een instelling die naar het oordeel van de FIU-Nederland beschikt over gegevens of inlichtingen die relevant zijn voor haar analyse van ongebruikelijke transacties. Tevens zorgen onder meer de analysemogelijkheden waarover de FIU-Nederland beschikt, het internationale netwerk en de jarenlange vaardigheden van de FIU-onderzoekers voor een goede uitgangspositie om meldingen van ongebruikelijke transacties, ook over mogelijke matchfixing, te analyseren. Verder wordt in goed overleg met de sport bekeken op welke wijze het wedden op eigen wedstrijden (als mogelijke indicatie voor matchfixing) zoveel mogelijk aan de voorkant kan worden voorkomen en op welke wijze de signalen die via de FIU-Nederland moeten lopen zo snel mogelijk bij de sport kunnen landen. Daarbij zal in de keten een fast lane worden vormgegeven. Door goede werkafspraken in de keten kunnen signalen de sportorganisaties zo snel mogelijk bereiken.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kathmann (PvdA), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over de aanpak van matchfixing (ingezonden 9 april 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.