Ingediend | 30 maart 2021 |
---|---|
Beantwoord | 20 mei 2021 (na 51 dagen) |
Indieners | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (VVD), Rudmer Heerema (VVD) |
Beantwoord door | Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z05133.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-2816.html |
De verhalen van de leerlingen zijn ontzettend pijnlijk en ik vind het erg dapper dat zij hun verhaal hebben willen vertellen. Dat kan niet makkelijk zijn geweest. Ik vind het belangrijk dat alle leerlingen, ook lhbti-leerlingen, zich veilig voelen op school en de mogelijkheid hebben om zichzelf te kunnen zijn, ongeacht waar ze naar school gaan. Daarvoor hebben scholen een wettelijke zorgplicht. Dat betekent onder meer dat geen enkele school in Nederland leerlingen mag veroordelen of afwijzen op basis van hun seksuele identiteit. Ook mag een school genderdiversiteit en homoseksualiteit niet afwijzen. Niet in een identiteitsverklaring, niet in hun toelatingsbeleid en niet in hun schoolcultuur. Leerlingen opsluiten en verplicht uit de kast laten komen is absoluut onaanvaardbaar.
Elke leerling heeft recht op een veilig schoolklimaat en moet zich veilig voelen op school. Ik zie het als mijn taak ervoor te zorgen dat elke leerling de ruimte heeft zichzelf te kunnen zijn en dat leraren en leerlingen respectvol met elkaar omgaan. Ik lees zaken in het artikel die daar absoluut niet bij passen: het opsluiten van leerlingen, hen dwingen voor hun geaardheid uit te komen of vertrouwelijke informatie delen. De inspectie onderzoekt in hoeverre de school de veiligheid van leerlingen waarborgt en of aan wettelijke eisen als de burgerschapsopdracht en de Wet sociale veiligheid wordt voldaan. Ik wacht dit af, en kan nu niet op de uitkomsten van het onderzoek vooruitlopen.
Als scholen zich niet houden aan wettelijke voorschriften treedt de inspectie handhavend op conform de daarvoor geldende werkwijze. Dat betekent dat de school opdracht krijgt de tekortkomingen op te lossen en de situatie in overeenstemming te brengen met de wet. Als de school daaraan geen of onvoldoende invulling geeft, gaat de inspectie over tot sanctionering. De wijze waarop met deze bevoegdheid wordt omgegaan, is vastgelegd in de Beleidsregel financiële sancties bij bekostigde onderwijsinstellingen. Zoals gezegd doet de inspectie momenteel onderzoek.
De signalen waren voor de inspectie aanleiding onderzoek te doen op de school. Dit onderzoek is momenteel in uitvoering. Hierin staat de vraag centraal of wordt voldaan aan de wettelijke voorschriften. Gaande het onderzoek kan ik niet op de resultaten daarvan vooruitlopen. Als het onderzoek is afgerond en vervolgens openbaar gemaakt wordt, zal ik uw Kamer middels de door u aangevraagde brief op de hoogte stellen. De verwachting is dat het onderzoek in juni 2021 afgerond zal zijn en dat het met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke termijn eind juli 2021 openbaar gemaakt kan worden.
Zie antwoord vraag 4.
Zoals ik heb aangegeven, doet de inspectie onderzoek naar de situatie. Ik kan niet op de uitkomsten van dat onderzoek vooruitlopen. In het algemeen geldt dat dit wetsvoorstel de lat, onder andere voor wat betreft de schoolcultuur die in overeenstemming moet zijn met de basiswaarden, voor alle scholen hoger legt. Het aangenomen amendement, dat het bevoegd gezag verplicht zorg te dragen voor een omgeving waarin leerlingen en personeel zich veilig en geaccepteerd weten, ongeacht onder andere verschillen in seksuele gerichtheid, legt hier nog sterker de nadruk op. Het opsluiten van leerlingen of hen dwingen uit de kast te komen zijn uiteraard niet te verenigen met een schoolcultuur waar leerlingen zich veilig en geaccepteerd weten. De inspectie toetst op basis van de op enig moment geldende wet.
De voorzitter van het college van bestuur van het Gomarus stelt in de aangehaalde verklaring de Bijbelse voorschriften bindend te achten voor het seksuele leven: men ziet het monogame huwelijk op de school als «de door God gegeven vorm van omgang tussen man en vrouw». In de verklaring staat ook dat homoseksuele leerlingen net zo welkom zijn als heteroseksuele leerlingen op de school. Als homoseksuele leerlingen aangeven uit de kast te willen komen is daar volgens het bestuur ruimte voor. De inspectie doet onderzoek naar de invulling die de school hier in de praktijk aan geeft. Zoals ik heb aangegeven, vind ik het absoluut onaanvaardbaar als leerlingen worden opgesloten, zij worden gedwongen voor hun geaardheid uit te komen of als er vertrouwelijke informatie wordt gedeeld.
Indien het wetsvoorstel verduidelijking burgerschapsopdracht wordt aangenomen dient het bevoegd gezag zorg te dragen voor een schoolcultuur in overeenstemming met de basiswaarden en voor een omgeving waarin leerlingen en personeel zich veilig en geaccepteerd weten, ongeacht onder andere verschillen in seksuele gerichtheid. De lat voor scholen komt dus hoger te liggen. Zodra dit wetsvoorstel in werking is getreden zal de inspectie kunnen toetsen aan deze nieuwe wettelijke norm. In het algemeen geldt dat een school, alleen door het huwelijk aan man en vrouw voorbehouden te achten, niet noodzakelijkerwijs in strijd handelt met de nieuwe burgerschapsopdracht. De inspectie zal voor de beoordeling van de schoolcultuur de gehele context meewegen. De visie van een school, en de wijze hoe deze tot uiting komt in de onderwijspraktijk, zijn hier onderdeel van. Deze schoolcultuur moet in overeenstemming zijn met de basiswaarden, basiswaarden dienen bevorderd te worden middels het onderwijs en leerlingen en personeel moeten zich veilig en geaccepteerd weten in de school.
De memorie van antwoord is op 8 april jl. naar de Eerste Kamer gestuurd.
In ons land moet iedere jongere, op iedere school, zich vrij weten zichzelf te zijn en daarvoor uit te komen. Ik zet me er voor in dat elke leerling de mogelijkheid heeft om zichzelf te kunnen zijn. Zo werk ik aan de aanscherping van de burgerschapsopdracht en de kerndoelen en ondersteun ik diverse activiteiten om de acceptatie van homoseksualiteit binnen het onderwijs te verbeteren. Een aantal van die projecten is gericht op een specifieke groep, bijvoorbeeld het project Stil Verdriet dat is opgezet in samenwerking met partijen die zich inzetten voor de bevordering van lhbti-acceptatie op christelijke scholen.
Mede naar aanleiding van de gebeurtenissen op het Gomarus ga ik ook in gesprek met betrokken leerlingen en een aantal organisaties die zich met deze onderwerpen bezighouden om te bezien hoe leerlingen die worstelen met hun geaardheid sneller hulp zouden kunnen krijgen en hoe we signalen over mogelijke sociale onveiligheid sneller kunnen oppikken.
Ja.