Ingediend | 1 maart 2021 |
---|---|
Beantwoord | 3 mei 2021 (na 63 dagen) |
Indieners | Joost Sneller (D66), Rutger Schonis (D66), Jan de Graaf (CDA), Eppo Bruins (CU) |
Beantwoord door | Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA) |
Onderwerpen | spoor verkeer |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z03970.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-2587.html |
Ja.
Het klopt dat NS een nettoverlies van € 2,6 miljard lijdt over 2020. NS is voornemens om tot 2025 € 1,4 miljard te besparen om het kosten- en investeringsniveau structureel te verlagen in verband met de bijgestelde reizigersprognoses. NS verwacht dat de reizigersaantallen zich pas na een lange periode volledig herstellen. NS moet haar organisatie hier op aanpassen.
NS wordt hard geraakt door de COVID-19 crisis. Na 2019, waarin NS zowel operationeel als financieel zeer goed presteerde, heeft NS in 2020 door de gevolgen van de COVID-19 crisis een fors verlies geleden. Het klopt dat NS verwacht dat de reizigersaantallen pas op zijn vroegst na 2025 weer terug zijn op het niveau van 2019. Ik ben, samen met de Staatssecretaris van IenW, met NS in gesprek over de manier waarop we er samen voor kunnen zorgen dat NS weer financieel gezond wordt en de reiziger veilig, comfortabel en betaalbaar kan blijven reizen. Daarbij kijken we naar wat NS zelf kan doen, en naar wat de aandeelhouder en concessieverlener kunnen doen. Ook de generieke steunmaatregelen, zoals de beschikbaarheidsvergoeding, worden daarbij betrokken.
Ja. NS wordt, net als veel andere bedrijven in Nederland, hard geraakt door de COVID-19 crisis.
Ja. NS vervult een belangrijke publieke taak voor Nederland. Voor de COVID-19 crisis vervoerde NS dagelijks 750.000 unieke treinreizigers van en naar hun werk, studie of andere bestemming. Bovendien is NS een grote werkgever in Nederland.
Het kabinet heeft in 2020 een beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer ingesteld om te komen tot een kostendekkingsgraad van 93%. NS ontvangt over 2020 € 818 miljoen. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft u op 9 april jl. geïnformeerd dat de beschikbaarheidsvergoeding OV is doorgetrokken naar eind 20211. De beschikbaarheidsvergoeding is op zichzelf echter, ook samen met de besparingen die NS doorvoert, zonder aanvullende maatregelen onvoldoende om NS op termijn weer financieel gezond te krijgen.
Daarom blijven de Staatssecretaris van IenW en ik in gesprek met NS over de manier waarop we er samen voor kunnen zorgen dat NS weer financieel gezond wordt en de reiziger veilig, comfortabel en betaalbaar kan blijven reizen. Daarbij hanteren we het Afwegingskader bij steunverzoeken voor individuele bedrijven, dat op 1 mei 2020 met uw Kamer is gedeeld2, waarbij wordt gekeken naar wat NS, de aandeelhouder en de concessieverlener kunnen doen.
Als aandeelhouder voer ik samen met het Ministerie van IenW het gesprek met NS over de mogelijkheden om NS weer financieel gezond te krijgen. Daarbij kijken we conform het Afwegingskader bij steunverzoeken voor individuele bedrijven naar wat NS zelf kan doen, en naar wat de aandeelhouder en concessieverlener kunnen doen. Ook de steunmaatregelen, zoals de beschikbaarheidsvergoeding, worden daarbij betrokken.
De Staatssecretaris van IenW heeft u op 9 april jl. geïnformeerd dat de beschikbaarheidsvergoeding OV is doorgetrokken naar eind 20214. Met de brief van 9 april jl. bent u ook geïnformeerd dat er richting de zomer van 2021 wordt gewerkt aan de vormgeving van een regeling voor de periode na 2021, waarbij de ontwikkelingen m.b.t. corona en de beperkende maatregelen worden betrokken.
NS is voornemens om € 1,4 miljard te bezuinigen, onder andere door een reductie van het investeringsniveau. Hieronder vallen ook kapitaalinvesteringen, zoals nieuw treinmaterieel en stations. NS blijft echter investeren in de mobiliteitsbehoefte van Nederland.
De Europese PSO-verordening maak het mogelijk noodmaatregelen te treffen in het geval de uitvoering van de concessie gevaar loopt. In dit kader is de concessie voor het Hoofdrailnet vorig jaar aangepast om het verstrekken van de beschikbaarheidsvergoeding OV mogelijk te maken. De concessieaanpassing maakt optimalisatie van de dienstregeling aan de teruggelopen vraag van reizigers mogelijk. Samen met de Staatssecretaris van IenW ben ik in gesprek met NS over de manier waarop we er samen voor kunnen zorgen dat NS weer financieel gezond wordt en de reiziger veilig, comfortabel en betaalbaar kan blijven reizen, waarbij wordt gekeken naar wat NS, de concessieverlener en de aandeelhouder kunnen doen.
Op verzoek van NS heb ik in maart 2020 besloten de betaling van de dividenduitkering over 2019 uit te stellen naar later dat jaar. Op 5 juni 2020 heeft het kabinet besloten een beschikbaarheidsvergoeding in te stellen voor het openbaar vervoer. Het kabinet stelt een aantal voorwaarden bij die vergoeding. Een van de voorwaarden is dat vervoerders geen dividend uitkeren. Omdat NS gebruik maakt van de beschikbaarheidsvergoeding, heb ik NS in augustus 2020 laten weten dat NS de dividenduitkering over 2019 niet hoeft te betalen. Wat de andere steunmaatregelen betreft, houd ik alle opties open zoals aangegeven in het antwoord op vraag 8.
Ja, ik deel de mening dat NS een grote bijdrage levert aan het bereikbaar houden van Nederland en daarmee aan de Nederlandse economie. Het vervoer per spoor draagt bij aan economische activiteit en geeft vorm aan de ruimtelijke ordening van Nederland. Daarom blijven de Staatssecretaris van IenW en ik in gesprek met NS over de manier waarop we er samen voor kunnen zorgen dat NS weer financieel gezond wordt en de reiziger veilig, comfortabel en betaalbaar kan blijven reizen.
Ik zie dat NS de huidige dienstregeling met de huidige reizigersaantallen en met haar financiële situatie op termijn niet vol kan houden. Daarom blijven de Staatssecretaris van IenW en ik in gesprek met NS over de manier waarop we er samen voor kunnen zorgen dat NS weer financieel gezond wordt en de reiziger veilig, comfortabel en betaalbaar kan blijven reizen.
Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 11 lopen de gesprekken nog. Als deze concrete resultaten hebben opgeleverd zal ik uw Kamer zoals reeds toegezegd daarover informeren.
De schriftelijke vragen van de leden Van Esch en Van Raan over het bericht «Hoekstra: NS zal «op termijn» minder moeten gaan rijden» (2021Z03923, ingezonden 26 februari 2021) en de aanvullende schriftelijke vragen van de leden Sneller, Schonis, Bruins en Van der Graaf over de jaarcijfers 2020 van de Nederlandse Spoorwegen (2021Z03970, ingezonden 1 maart 2021) kunnen met het oog op een zorgvuldige en volledige beantwoording niet binnen de gevraagde termijn worden beantwoord. Ik zal de antwoorden, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, zo spoedig mogelijk aan uw Kamer sturen.