Ingediend | 8 februari 2021 |
---|---|
Beantwoord | 19 april 2021 (na 70 dagen) |
Indieners | Bart van Kent , Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Tamara van Ark (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD), Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid, viceminister-president ) (D66) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie organisatie en beleid sociale zekerheid sport |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z02540.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-2386.html |
Ja.
Hoewel het mogelijk is dat er een verschil is tussen amateurclubs die geen aangifte hebben gedaan en amateurclubs die een nihilaangifte hebben gedaan, is er geen sprake van een onterechte afwijzing van de NOW-aanvragen. Werkgevers zijn wettelijk verplicht om binnen 4 weken hun aangifte loonheffingen te doen, ook in het geval er sprake is van geen loonkosten. Het is niet zo dat werkgevers die geen loonkosten hebben gemaakt de keuze hebben tussen een nihilaangifte of geen aangifte. Dat er een terugvalmaand in de regeling is opgenomen, komt omdat werkgevers, die niet een fiscaal dienstverlener of marktsoftware inzetten om aangifte te doen, vanaf begin 2020 een eHerkenningsmiddel nodig hebben om aangifte loonheffingen over 2020 via het portaal van de Belastingdienst te doen. Sommige werkgevers hebben om die reden meer tijd gekregen om een eHerkenningsmiddel te verkrijgen en aangifte loonheffingen te doen. Voor dergelijke gevallen was het bij het opstellen van de NOW 1 en NOW 2 nodig dat er een terugvalmaand in de regeling werd opgenomen. De terugvalmaand is bedoeld voor die situaties waarin de werkgever geen loonaangifte kón doen in 2020 vanwege het ontbreken van eHerkenning. In de NOW 1 en 2 is daarom gekozen voor een terugvalmaand in 2019 (november2). Zonder terugvalmaand in 2019 hadden werkgevers die nog geen aangifte hadden gedaan in 2020 geen steun kunnen ontvangen uit de NOW-regeling vanwege het ontbreken van loongegevens in 2020.
Ook in de NOW 3 regeling, die opengegaan is in oktober 2020, is een terugvalmaand opgenomen (april 2020). Deze terugvalmaand zou voor het mogelijk nog ontbreken van toegang tot een eHerkenningsmiddel door een werkgever niet behulpzaam zijn: in 2020 kan immers geen aangifte loonheffingen meer worden gedaan via het portaal van de Belastingdienst zonder gebruikmaking van een eHerkenningsmiddel. Als in de terugvalmaand april 2020 wél aangifte is gedaan, dan was het dus ook mogelijk om aangifte in juni 2020 te doen. Zou in beide maanden geen aangifte zijn gedaan als gevolg van het ontbreken van eHerkenning (en dus door de Belastingdienst uitstel van aangifte zijn verleend), dan zou een terugvalmaand in november 2019 meerwaarde hebben. In de derde en vierde NOW tranches zijn er vooralsnog overigens geen signalen ontvangen van werkgevers die als gevolg van het geen toegang hebben tot eHerkenning in 2020 nog geen loonaangifte hebben kunnen doen en daardoor geen aanspraak hebben kunnen maken op de NOW.
Zoals gezegd, werkgevers zijn wettelijk verplicht om loonaangifte te doen, ook als dit slechts een laag bedrag of nihil is. Wel geldt dat de aangifte loonheffingen over juni 2020 al was vastgesteld voor bekendmaking van de NOW 3 regeling, waardoor er niet met voorbedachten rade geen aangifte loonheffingen gedaan kan zijn. In een klein aantal gevallen is er binnen de NOW 3 teruggevallen op de maand april zoals deze in de regeling is opgenomen. Het is niet bekend of dit amateurclubs zijn.
Het is inderdaad mogelijk dat er amateurvoetbalverenigingen zijn die geen NOW 3 ontvangen door het hanteren van juni 2020 als referentiemaand. Hoewel het kabinet betreurt dat hierdoor werkgevers mogelijk NOW-subsidie mislopen, ziet het kabinet binnen de NOW-regelingen geen oplossing voor dit probleem zonder dat dit te grote risico’s betekent voor de huidige uitvoering van de regelingen. Wel kunnen de amateurclubs waarbij de NOW-regeling niet toepasbaar is, aanspraak maken op de Tegemoetkomingsregeling Amateursportorganisaties (TASO). Op deze manier kunnen zij een vergoeding krijgen voor personeelslasten die niet via andere regelingen zijn gecompenseerd. Daarmee kunnen ook de loonkosten van deze amateurclubs deels vergoed worden. Het kabinet hoopt hiermee de amateurclubs tegemoet te komen. Daarnaast wordt onderzocht of de TASO-regeling voor het eerste en tweede kwartaal van 2021 kan worden verruimd om sportverenigingen zo passend mogelijk te ondersteunen in de loonkosten.
Er is een mogelijkheid gecreëerd in de TASO-regeling om amateurverenigingen met personeel in loondienst een compensatie te bieden voor loonkosten, wanneer zij hiervoor geen vergoeding krijgen vanuit de NOW-regeling. Op deze wijze kan een vereniging toch loonsteun ontvangen als dit via de NOW niet mogelijk blijkt. Via de TASO-regeling voor het vierde kwartaal van 2020 is al circa € 4 miljoen aan steun verleend voor loonkosten van amateursportverenigingen. Zoals al aangegeven wordt onderzocht of de TASO-regeling kan worden verruimd om amateurverenigingen nog beter te ondersteunen.
De TASO-regeling sluit uit dat een TASO-tegemoetkoming voor vaste lasten wordt verleend als een vereniging ook gebruik maakt van de TVL. Daarop is de uitzondering gemaakt dat een vereniging die TVL ontvangt, ook een tegemoetkoming uit de TASO kan aanvragen voor loonkosten die niet op grond van de NOW of Tozo zijn gecompenseerd. Die uitzondering is ingebouwd in de TASO-regeling voor het vierde kwartaal van 2020. Een vereniging die al voor haar doorlopende lasten een TVL-subsidie ontvangt, maar nog wel loonkosten heeft waar geen NOW over is verleend, kan voor die loonkosten dus wel een TASO-tegemoetkoming aanvragen.
Het kabinet is continu in gesprek met NOC*NSF, de ondernemende sport en de sportbonden over de gevolgen van de coronacrisis. Ook dit onderwerp staat daar op de agenda.
Ja. Daarom blijft het kabinet zich inzetten om de sportsector te ondersteunen, zowel via het generieke steun- en herstelpakket, als via het aanvullend steunpakket voor de amateursportorganisaties. Het generieke steun -en herstelpakket is op 21 januari jl. fors uitgebreid3.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3, biedt de TASO-regeling al een compensatieroute voor sportverenigingen die hun loonkosten niet via de NOW kunnen compenseren. In veel gevallen lijkt die compensatieroute ook toereikend te zijn. Om ook de verenigingen te ondersteunen voor wie de TASO-compensatie mogelijk te laag uitpakt, wordt onderzocht of de TASO-regelingen voor het eerste en tweede kwartaal kunnen worden verruimd om een meer passende compensatie voor hun financiële schade te bieden.
Hierbij deel ik u, ook namens de Minister voor Medische Zorg, mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden Van Nispen en Van Kent (beiden SP) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Medische Zorg over de crisissteunmaatregelen voor amateursportverenigingen niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is. De beantwoording van de vragen vergt meer tijd. Het streven is om u zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen drie weken na verzending van deze brief antwoorden op de vragen toe te zenden.