Ingediend | 5 februari 2021 |
---|---|
Beantwoord | 30 maart 2021 (na 53 dagen) |
Indiener | Peter Kwint |
Beantwoord door | Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid, viceminister-president ) (D66), Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie media |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z02401.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-2189.html |
Heimelijk cameratoezicht is in beginsel niet toegestaan, omdat het een grote inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer. Slechts in bijzondere gevallen en onder strikte voorwaarden is verborgen cameratoezicht toegestaan. Zo kan de inzet daarvan gerechtvaardigd zijn bij een redelijk vermoeden van diefstal of fraude. Dan geldt onder meer als voorwaarde dat andere genomen maatregelen hieraan geen einde hebben kunnen maken en dat de inzet daarvan tijdelijk is. Ook zal de ondernemingsraad hiermee moeten instemmen.
Een werkgever mag onder bepaalde voorwaarden zakelijke e-mails van medewerkers lezen. Uit de Algemene verordening gegevensbescherming volgt onder meer dat een werkgever een gerechtvaardigd belang moet hebben om zakelijke e-mails van medewerkers te lezen dat zwaarder weegt dan het privacybelang van de medewerker. Als er minder vergaande maatregelen voorhanden zijn om het doel van de werkgever te bereiken, dan is het niet toegestaan. Ook zal de werkgever medewerkers voorafgaand aan het lezen van zakelijke e-mails hierover moeten informeren. Het is aan de werkgever om te bepalen welke functionaris binnen het bedrijf toestemming verleent om zakelijke e-mails te kunnen lezen. Ook dit is een onderwerp waar de ondernemingsraad instemmingsrecht heeft.
De berichtgeving gaf aanleiding tot zorg. Vanwege alle commotie heeft de directeur zijn plannen inmiddels weer ingetrokken. Ik heb begrepen dat de Raad van Commissarissen een verzoek tot onderzoek bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam aanhangig heeft gemaakt, in welk kader kan worden vastgesteld of al dan niet van wanbeleid sprake is.
In beginsel betreft dit een interne aangelegenheid van L1. Zoals op de vorige vraag gemeld, heeft de Raad van Commissarissen een verzoek tot onderzoek bij de Ondernemingskamer aanhangig gemaakt. Een uitspraak van de Ondernemingskamer is uiteindelijk bindend.
Op 5 februari 2021 heeft het lid Kwint (SP) schriftelijke vragen gesteld over het bericht dat een directeur zijn eigen journalisten wil volgen met een geheime camera. Tot mijn spijt is met het oog op zorgvuldigheid en volledigheid beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk. Ik zal, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de vragen zo snel mogelijk beantwoorden.