Kamervraag 2021Z02103

Het bericht 'Vergunningverlening ligt opnieuw stil'

Ingediend 2 februari 2021
Beantwoord 22 februari 2021 (na 20 dagen)
Indiener Jaco Geurts (CDA)
Beantwoord door Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU)
Onderwerpen natuur en milieu organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z02103.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1818.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het artikel «Vergunningverlening ligt opnieuw stil»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Bent u bekend met de uitspraak van de Raad van State (20 januari 2021) waarin op grond van de wetswijziging die dit jaar ingegaan is, werd bepaald dat bij intern salderen geen nieuwe vergunning nodig is?

    Ja.

  • Vraag 3
    Herkent u het gevaar dat in het artikel wordt geschetst, waarbij voor bepaalde bedrijfsontwikkelingen die momenteel vergunningsvrij zijn in de toekomst mogelijk wel een vergunning nodig is als gevolg van een update van AERIUS? Zo ja, wat vindt u daarvan? Zo nee, waarom niet?

    Een update van AERIUS leidt tot gewijzigde rekenresultaten ten opzichte van de vorige versie die mogelijk tot andere conclusies leiden voor de vergunningverlening. Dit is zijn algemeenheid zo. Het is nu eenmaal nodig om AERIUS steeds van de beste inzichten en gegeven te voorzien. In de regelgeving is daarom vastgelegd dat steeds met de dan vigerende versie van AERIUS gerekend moet worden.
    Als gevolg van de uitspraak kan en mag voor aanvragen met intern salderen geen vergunning meer verleend worden. Dat betekent dat bedrijven voortaan vergunningvrij de bedrijfsvoering kunnen wijzigen, als zij niet meer stikstof gaan uitstoten dan vastgelegd in een eerdere toestemming. Daarbij is het toetsingsmoment in AERIUS voor een bedrijfswijziging het moment van realisatie van de bedrijfswijziging. Effecten van een latere wijziging van AERIUS hebben hier geen effect. Ondernemers kunnen de AERIUS-gegevens bewaren. Die gegevens kunnen later bij (eventuele) toets- en handhaving van de uitvoering van de activiteit als uitgangspunt voor controle worden gebruikt.
    De uitspraak betekent dat in de praktijk desgewenst op andere wijze rechtszekerheid zal moeten worden geboden. In zijn algemeenheid kan een bevoegd gezag dat doen door op aanvragen om een natuurvergunning die uitsluitend betrekking hebben op intern salderen te reageren door een positieve afwijzing van de aanvraag of door het buiten behandeling laten van de aanvraag. Beide besluiten zijn vatbaar voor bezwaar en beroep en kunnen dus in rechte vast komen te staan. Aan zo’n besluit kunnen geen voorschriften worden verbonden, maar het besluit kan wel de aangevraagde situatie vastleggen op basis van de geldende AERIUS versie, zodat bijvoorbeeld toekomstige wijzigingen in AERIUS geen gevolgen hebben voor de betrokken activiteit.

  • Vraag 4
    Hoe gaat u voorkomen dat iedere herziening van AERIUS leidt tot veranderde inzichten omtrent vergunningplicht?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Hoe gaat u voorkomen dat een wijziging in de emissiefactoren gaat leiden tot alsnog een vergunningsplicht voor reeds uitgevoerde projecten, waarvan het gevolg kan zijn dat dat een object deels niet meer gebruikt wordt, dat er extra emissiereductie toegepast moet worden of alsnog stikstof aangekocht moet worden?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 6
    Kunt u zich voorstellen dat deze situaties zorgen voor onzekerheid en spanning in de agrarische sector en dat het er mogelijk toe leidt dat bedrijfsontwikkelingen uit voorzorg niet meer worden gedaan? Zo ja, wat vindt u daarvan? Zo nee, waarom niet?

    Ik kan mij voorstellen dat de uitspraak tot onzekerheid leidt. Samen met provincies breng ik de scope en consequenties voor het stikstofbeleid van de uitspraak in kaart. Hierbij wordt onder andere aandacht besteed aan de wijze waarop aan ondernemers zoveel mogelijk duidelijkheid geboden kan worden. En ook aan de wijze waarop toezichthouders zicht kunnen houden op de bedrijfssituatie in relatie tot naleving van stikstofuitstoot en -depositie. Ik verwacht uw Kamer hierover voor de zomer nader te kunnen informeren.

  • Vraag 7
    Heeft u in beeld welke gevolgen het heeft wanneer de situatie die in het artikel wordt geschetst werkelijkheid wordt?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Vraag 8
    Erkent u dat de situatie die in het artikel wordt geschetst veel wegheeft van de situatie die zich momenteel voordoet omtrent de PAS-melders en andere knelgevallen?

    Het lijkt mij evident dat zoveel mogelijk voorkomen moet worden dat er een nieuwe golf aan «met PAS-melders en andere knelgevallen» vergelijkbare ondernemers ontstaat. Echter, de vergelijking gaat niet op: de PAS-melders zijn in de knel gekomen doordat de PAS als basis voor toestemmingsbesluiten in het kader van de Wet natuurbescherming is komen te vervallen door de uitspraak van de RvS van 29 mei 2019. Deze groep PAS-melders hebben wél een toestemmingsbesluit nodig voor hun activiteiten. Conform de uitspraak van de RvS over de Logtsebaan is er bij intern salderen helemaal geen toestemmingsbesluit nodig omdat verslechteringseffecten zijn uitgesloten.
    Ik breng samen met provincies de gevolgen van de uitspraken van de Raad van State met betrekking tot Logtsebaan zorgvuldig in kaart, om zo spoedig mogelijk duidelijkheid te kunnen bieden aan initiatiefnemers.

  • Vraag 9
    Hoe groot acht u de kans dat de situatie, zoals in het artikel geschetst, werkelijkheid wordt?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Vraag 10
    Bent u van plan om te voorkomen dat de situatie, zoals in het artikel geschetst, werkelijkheid wordt? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 8.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2021Z02103
Volledige titel: Het bericht 'Vergunningverlening ligt opnieuw stil'
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20202021-1818
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Geurts over het bericht 'Vergunningverlening ligt opnieuw stil'