Ingediend | 15 januari 2021 |
---|---|
Beantwoord | 23 februari 2021 (na 39 dagen) |
Indiener | Frank Wassenberg (PvdD) |
Beantwoord door | Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu water |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z00738.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1809.html |
De genoemde waterkrachtcentrales vallen onder de reikwijdte van artikelen 6 en 7 van de «Beleidsregel watervergunningverlening waterkrachtcentrales in rijkswateren» die Rijkswaterstaat hanteert bij vergunningverlening. Op grond daarvan hoeven zij – tijdelijk, met het oog op het testen van nieuwe visbeschermende technieken – niet te voldoen aan de in die beleidsregel opgenomen eis van ten hoogste 10% cumulatieve vissterfte. Dit betekent niet dat geen visbeschermende maatregelen getroffen hoeven te worden, maar wel dat tijdelijk meer sterfte is toegestaan om de effectiviteit van nieuwe visbeschermende maatregelen te kunnen testen. Deze experimenten vinden plaats onder strikte voorwaarden en monitoring. Er zijn geen andere waterkrachtcentrales die onder deze uitzonderingsbepaling vallen.
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 1 van de leden Schonis en De Groot.
De sterfte van zalm en aal is inderdaad zorgelijk. Uit de Waterwet volgt dat ik als beheerder van de rijkswateren verantwoordelijk ben voor de bescherming van de ecologische waterkwaliteit ter plekke van de genoemde waterkrachtcentrales. Dit komt aan de orde bij vergunningverlening aan waterkrachtcentrales door Rijkswaterstaat. Ter bescherming van de vis en ter invulling van mijn verantwoordelijkheid hanteert Rijkswaterstaat bij vergunningverlening de beleidsregel genoemd in het antwoord op vraag 1. Zodra niet aan deze eisen voldaan is, bijvoorbeeld omdat sprake is van meer dan 10% cumulatieve vissterfte, kan alleen vergunning worden verleend als aanvullende maatregelen worden genomen. De Raad van State heeft in haar uitspraak geoordeeld dat de 10%-norm bij de huidige juridische verankering niet gehanteerd kan worden. Ik zal de juridische verankering daarom laten aanpassen.
Vanuit de verantwoordelijkheid van de Minister van LNV ten aanzien van de bescherming van soorten zijn in aanvulling hierop voor de bescherming van de aal beheersmaatregelen opgenomen in het Nederlandse Aalbeheerplan. Zo zijn er substantiële beperkingen ten aanzien van de visserij ingesteld en is het beperken van de impact van migratieknelpunten ook een belangrijk onderdeel van de aanpak in het Nederlandse Aalbeheerplan. Zie ook het antwoord dat is gegeven op vraag 3 van de leden Schonis en De Groot. Specifiek bij de waterkrachtcentrales in Lith en Maurik worden daarnaast in het kader van het project «aal over de dijk» jaarlijks door beroepsvissers duizenden uittrekkende schieralen overgezet die zo ongehinderd hun trek kunnen voortzetten.
Voor zalm geldt dat er nog veel onzekerheden zitten in de duiding waarom substantieel herstel van de zalmpopulaties in Rijn en Maas tot dusver nog niet heeft plaatsgevonden. Het wegnemen van migratiebelemmering, zoals het Kierbesluit, en het beperken van de vissterfte bij waterkrachtcentrales dragen daar in ieder geval positief aan bij. Ook het beleid zoals dat per 3 juli vorig jaar door de Minister van LNV is aangekondigd om tot de instelling van visserijvrije zones te komen op alle locaties van belang voor vismigratie is een andere belangrijke maatregel die tot doel heeft sterfte van migrerende vissoorten als aal en zalm verder terug te brengen (Kamerstuk 2019–2020 29 664, nr. 204).
Het klopt dat er vistrappen zijn bij de genoemde centrales. Vistrappen helpen vis bij de stroomopwaartse migratie. Stroomafwaarts kiezen de vissen niet voor de route via de vistrappen. De genoemde sterftecijfers hebben betrekking op stroomafwaartse migratie.
De effectiviteit of efficiëntie van vistrappen is niet van invloed op de stroomafwaartse migratie. Zie het antwoord op vraag 4. Uit monitoring door Rijkswaterstaat blijkt dat alle soorten in alle lengteklassen van de vistrappen gebruik maken bij stroomopwaartse migratie.
Naar aanleiding van een aanschrijving door Rijkswaterstaat hebben de exploitanten – waaronder RWE – vergunningaanvragen ingediend. In de hierop verleende tijdelijke vergunningen is het testen van dergelijke waarschuwingssystemen voorgeschreven waarbij diverse eisen zijn gesteld aan de monitoring van de effectiviteit van deze systemen. De systemen worden nu toegepast, maar de effectiviteit is nog niet bekend. Totdat de effectiviteit van deze systemen vaststaat, is toepassing van deze systemen onvoldoende om tot definitieve vergunningverlening over te gaan. Als na afloop van de experimenten blijkt dat de systemen onvoldoende effectief zijn, zullen aanvullende maatregelen getroffen moeten worden door de exploitanten om nieuwe vergunningen te kunnen verkrijgen.
Rijkswaterstaat is in gesprek met de exploitanten van de waterkrachtcentrales en zij hebben aangegeven zich vooralsnog te zullen houden aan de eisen zoals die golden onder de vergunningen, die door de recente uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State zijn vernietigd. Op dit moment worden daarmee de nodige maatregelen getroffen om vissterfte tegen te gaan. Rijkswaterstaat zal zo spoedig mogelijk opnieuw op de vergunningaanvragen beslissen en dan opnieuw de nodige visbeschermende maatregelen voorschrijven.
De vragen van het lid Wassenberger (PvdD) over het vermalen van vissen bij waterkrachtcentrales (ingezonden op 15 januari 2021) kunnen helaas niet binnen de gebruikelijke termijn beantwoord kunnen worden. Deze vragen vormen een aanvulling op eerdere Kamervragen (kenmerk 2021Z00463; ingezonden 13 januari 2021) over dit onderwerp van de leden Schonis en De Groot (beiden D66). De vragen liggen met name op het beleidsterrein van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Deze zal bij de beantwoording van beide sets Kamervragen het voortouw nemen bij de beantwoording. De antwoorden worden u zo spoedig mogelijk gestuurd.