Ingediend | 13 januari 2021 |
---|---|
Beantwoord | 15 februari 2021 (na 33 dagen) |
Indiener | Vera Bergkamp (D66) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z00465.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1708.html |
Ja.
Uit contact met De Gelderhorst blijkt dat de crisis onder controle is en er voldoende maatregelen zijn getroffen om de verspreiding tegen te gaan.
Nee, uit contact met De Gelderhorst is gebleken dat de doof- of slechthorendheid niet heeft bijgedragen aan de snelle verspreiding van het coronavirus.
Alle informatie binnen de Gelderhorst wordt tweetalig aangeboden (Nederlands en Nederlandse gebarentaal). In de periode van bescherming tegen en de uitbraak van corona zijn bewoners en medewerkers vrijwel dagelijks geïnformeerd in woord en gebaar. Doof- of slechthorendheid bij bewoners en zorgverleners heeft geen rol gespeeld in de verspreiding van het coronavirus.
Navraag bij de GGD leert dat het signaal niet bekend is. Het is mogelijk dat iemand anders dan degene die gevaccineerd wil worden telefonisch een afspraak maakt. Het callcenter geeft aan dat de volgende personen een afspraak mogen maken: de mantelzorger, een medewerker van een verpleeghuis, een kind, een doventolk of een gevolmachtigde.
Dove en slechthorende medewerkers van de Gelderhorst kunnen zich net zo snel aanmelden als horende medewerkers.
GGD GHOR Nederland is momenteel met verschillende landelijke partijen in gesprek om het vaccineren van álle inwoners zo soepel mogelijk te laten verlopen. Elke doelgroep vraagt om andere oplossingen, bijvoorbeeld de inrichting van de vaccinatielocaties voor mensen met fysieke beperkingen of het beschikbaar stellen van een (telefonische) tolk bij het maken van een afspraak. Momenteel worden voor de verschillende doelgroepen eventuele obstakels in het huidige proces verkend.
Ja, zie antwoord op vraag 7.