Ingediend | 30 december 2020 |
---|---|
Beantwoord | 25 januari 2021 (na 26 dagen) |
Indieners | Anne Kuik (CDA), Joba van den Berg-Jansen (CDA) |
Beantwoord door | Paul Blokhuis (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z25865.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1431.html |
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Rotavirus is een zeer besmettelijke infectie; nagenoeg alle kinderen onder de 5 jaar maken minstens één infectie met rotavirus door. Een infectie door rotavirus gaat meestal vanzelf over. Slechts een klein deel van de kinderen onder de 5 jaar wordt in het ziekenhuis opgenomen vanwege ernstige symptomen (m.n. uitdroging). Vóór 2014 waren er jaarlijks tussen de 3.000–6.500 ziekenhuisopnamen met de diagnose rotavirus bij kinderen jonger dan 5 jaar; sinds 2014 lijkt de incidentie gedaald en worden er inderdaad jaarlijks tussen de 2.000–4.500 kinderen jonger dan 5 jaar opgenomen voor rotavirus.
Ik ben bekend met het advies van de Gezondheidsraad omtrent rotavirus vaccinatie. Een schatting gebaseerd op onderzoek in een aantal landen (waaronder Europese landen waar al langere tijd wordt gevaccineerd tegen deze darminfectie zoals België, Oostenrijk, Finland, Spanje) liet zien dat het aantal ziekenhuisopnamen bij jonge kinderen met 85% kan afnemen in de groep die gevaccineerd is tegen rotavirus.2,3 Het advies van de Gezondheidsraad was om in ieder geval kinderen met een risicofactor (baby’s die prematuur geboren zijn, met een laag geboortegewicht of met aangeboren afwijkingen) te vaccineren. De raad stond ook positief tegenover rotavirusvaccinatie bij alle kinderen, maar zag daar de ongunstige kosteneffectiviteit als bezwaar. Ik heb in 2018 uw Kamer geïnformeerd over het besluit om te beginnen met kinderen in risicogroepen te vaccineren tegen het rotavirus en na twee jaar de voortgang te evalueren en verkennen of het zinvol is om over te gaan op algehele vaccinatie.4 Terwijl de implementatie werd voorbereid, kwamen er nieuwe resultaten binnen van een wetenschappelijke studie in 13 Nederlandse ziekenhuizen naar het effect van rotavirusvaccinatie in risicogroepen. De vaccineffectiviteit in de risicogroepen bleek veel lager dan verwacht: het vaccin beschermde deze kinderen tijdens hun eerste levensjaren niet tegen (ernstige) rotavirusinfecties. Daarom heb ik in 2020 de uitvoering stopgezet en opnieuw advies gevraagd aan de Gezondheidsraad.5 Het advies rondom rotavirusvaccinatie zal in de loop van dit jaar worden opgepakt door de Gezondheidsraad.6 De commissie vaccinaties van de Gezondheidsraad heeft in 2020 prioriteit gegeven aan adviezen rondom COVID-vaccinatie.
Voor het ontlasten van de zorg vanwege de coronacrisis zal een vervroegde heroverweging van universele rotavirusvaccinatie geen grote winst opleveren. De ziekenhuisopnamen door COVID-19 zijn maar voor een klein deel op de kinderafdeling: 2% van de totale opnamen is in de leeftijdsgroep onder de 10 jaar. De aantallen kinderopnamen voor rotavirus zijn normaalgesproken gemiddeld 150–250 per maand (opnameduur enkele dagen, dus een bezetting van 10–20 bedden, seizoensafhankelijk). In de huidige situatie zijn de aantallen kinderopnamen voor rotavirus waarschijnlijk lager door corona-gerelateerde maatregelen (zoals handen wassen, afstand bewaren en gedeeltelijke sluiting kinderopvang). Dit wordt ook gezien in de laboratoriumsurveillance. In 2020 was het aantal positieve laboratoriumdetecties voor rotavirus ongeveer een derde van het aantal dat gewoonlijk wordt gemeld.
Een tijdelijke invoering van een nieuwe vaccinatie vergt net zoveel voorbereiding als het invoeren van een permanente wijziging van het Rijksvaccinatieprogramma en vraagt ook om dezelfde afweging van kosten, baten, risico’s. Een extra vaccinatie voor baby’s kan niet zomaar worden ingevoerd. Daarvoor is eerst een gedegen wetenschappelijke afweging nodig en de Gezondheidsraad gaat hier dit jaar mee aan de slag. De betrokken partijen, GGD en RIVM, zijn momenteel zoals u weet erg druk met het opstarten van COVID-19 vaccinatie. Daarnaast lijkt de winst in het aantal ziekenhuisopnames beperkt en zijn er andere maatregelen, zoals infectiepreventie en inzet op gezonde leefstijl (zie antwoord 5), die bijdragen aan een afname in het aantal ziekenhuisopnamen.
Alle coronamaatregelen zijn in principe op preventie gericht: ze zijn allemaal bedoeld om minder besmettingen te creëren en zodoende de zorg zoveel mogelijk te ontlasten. Ook vragen we meer aandacht voor een gezonde leefstijl. Experts geven immers aan dat kleine veranderingen in de leefstijl binnen enkele weken een positief effect kunnen hebben op het immuunsysteem, hetgeen weer leidt tot minder druk op de zorgcapaciteit. Er is een leefstijlcampagne gestart die iedereen in Nederland heel praktisch laat zien welke kleine stappen mensen zelf kunnen zetten om het immuunsysteem te verbeteren.7 Denk aan het effect van elke dag een half uurtje wandelen, goed slapen en gezond eten. Ik heb u onlangs in mijn brief van 18 december 2020 geïnformeerd welke maatregelen voor een gezonde leefstijl worden ingezet in het verlengde van het Nationaal Preventieakkoord.8
Op de lange termijn zullen de «lessons learned» van COVID zeker nader worden geïnventariseerd en dit kan mogelijk tot besluiten leiden die invloed hebben op het vaccinatiestelsel. Daarnaast heb ik de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving in februari 2020 gevraagd om een verkenning naar het vaccinatiestelsel uit te voeren. De uitkomsten van deze verkenning kunnen ook van invloed zijn op de inrichting van het vaccinatiestelsel.