Ingediend | 23 november 2020 |
---|---|
Beantwoord | 4 december 2020 (na 11 dagen) |
Indiener | Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | Alexandra van Huffelen (staatssecretaris financiën) (D66) |
Onderwerpen | belasting financiën gezin en kinderen sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z22443.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1006.html |
Het rekeningnummer van de ouder wordt zo vroeg mogelijk in het proces gecontroleerd. Wanneer er namelijk geen rekeningnummer aanwezig is of de ouder heeft een nog niet door de Belastingdienst gevalideerd rekeningnummer, kan het enige tijd in beslag nemen voordat dit rekeningnummer ook gevalideerd is en opgevoerd in het systeem. Mocht een betaling na beoordeling nodig zijn, zou dit op dat moment de nodige vertraging opleveren in het uitbetalen wat we hiermee proberen te voorkomen. Het is expliciet niet de bedoeling om aan te sturen op het eerst overmaken van een bedrag en dan pas op papier de beoordeling kunnen krijgen of een dossier kunnen opvragen.
De werkinstructies over de volgorde van het afhandelen van het dossier betreffen het beoordelingskader en het informatievergaringskader welke op 13 oktober jl. naar uw Kamer gestuurd zijn. Het informatievergaringskader is aangepast naar aanleiding van het AO van 15 oktober jl, deze treft u bijgaand aan. In deze versie staat het verhaal van de ouder nog meer centraal. Voor de volgorde van inzage in het dossier en informatievragen is er geen specifieke werkinstructie opgesteld. De ouder kan op elk gewenst moment in het proces inzage krijgen in het hersteldossier en alle op de zaak betrekking hebbende stukken. Zie hiervoor ook het antwoord op vragen 1 t/m 4.
Artikel 41 van het Handvest van grondrechten van de Europese Unie is niet van toepassing op deze hersteloperatie, omdat dit een uitsluitend interne Nederlandse aangelegenheid betreft. Dit neemt niet weg dat het proces rondom de besluitvorming naar mijn mening voldoet aan de inhoud van dit beginsel. Op grond van het verdedigingsbeginsel dient, in dit geval, een ouder in de gelegenheid te worden gesteld zijn of haar zienswijze naar voren te brengen, vóórdat een bezwarend besluit wordt genomen. Om daar effectief van gebruik te kunnen maken, moet hij of zij ook inzage krijgen in de stukken. Voor een beschrijving van het proces rondom de besluitvorming verwijs ik naar mijn antwoorden van 10 november jl. op vragen die tijdens het VAO Hersteloperatie zijn gesteld en naar de antwoorden op de vragen 1 tot en met 4 hiervoor.5 Dit proces maakt een ruimhartige wijze van het delen van de relevante informatie, waaronder de op de zaak betrekking hebbende stukken, en het uitwisselen van zienswijzen met de ouders in de fase voorafgaand aan de beslissing mogelijk.
Ik betreur het ten zeerste dat de afhandeling niet mogelijk is gebleken binnen een redelijke termijn. Helaas kost een zorgvuldige afhandeling meer tijd dan aanvankelijk voorzien. Zoals ik uw Kamer eerder heb bericht kost met name het samenstellen van projectdossiers veel tijd. Ik meen echter dat het vertrouwensbeginsel niet is geschonden doordat de genoemde streeftermijn niet is gerealiseerd. Dat laat onverlet dat onverminderd wordt ingezet op een zo snel als mogelijke afhandeling.
Als twee gevallen volledig gelijk zijn, moeten zij op grond van het gelijkheidsbeginsel gelijk worden behandeld. Dit wordt ook nagestreefd bij de uitvoering van het herstel. Het enkele feit dat ouders bij dezelfde kinderopvanginstelling hebben gezeten, hoeft echter nog niet te betekenen dat sprake is van gelijke gevallen. Voor die beoordeling moeten alle feiten en omstandigheden worden meegewogen.
Zoals ik bij het antwoord op vraag 7 heb aangegeven, voorziet het proces rondom de besluitvorming in de hersteloperatie in een ruimhartige wijze van het delen van de relevante informatie, waaronder de op de zaak betrekking hebbende stukken, met de ouders. Ook geeft de persoonlijk zaakbehandelaar een uitleg over de beoordeling, hoe deze tot stand is gekomen en hoe de berekening en het uiteindelijke bedrag tot stand zijn gekomen. Dit geheel wordt ook getoetst bij de ouder in een gesprek. De motivering en berekening worden ook schriftelijk gegeven en er wordt een formele beschikking afgegeven. Daarmee wordt voldaan aan het motiverings- en het zorgvuldigheidsbeginsel.
Inmiddels zijn er meerdere vaktechnische coördinatoren aangesteld in de hersteloperatie. Binnen UHT zijn nu 14 vaktechnisch coördinatoren actief. 11 Daarvan verlenen bijstand vanuit diverse directies van de Belastingdienst. Geen van deze vaktechnisch coördinatoren heeft in het verleden een rol gespeeld bij beslissingen inzake CAF-zaken. Deze vaktechnisch coördinatoren zijn goed bekend met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en zien erop toe dat deze worden nageleefd.
Nee, een dergelijk advies of memo is niet opgesteld. Zoals ik in het antwoord op vraag 11 heb aangegeven zien de aangestelde vaktechnisch coördinatoren erop toe dat de algemene beginselen van behoorlijk bestuur worden nageleefd.
Voor zover nagegaan kan worden zijn er nooit kinderen zelfstandig in FSV geregistreerd. Bij een signaal wordt altijd de toeslaggerechtigde geregistreerd en dat betreft de ouder. Wel komt het voor dat bij de toelichting van een signaal over een toeslaggerechtigde ook de kinderen staan vermeld waarop de toeslag betrekking heeft. Bij hoeveel signalen kinderen staan vermeld is niet bekend. Echter, in principe had een dergelijke vermelding geen directe gevolgen voor de kinderen omdat er bij een check op FSV alleen zelfstandig geregistreerde personen naar boven kwamen.
Zie antwoord vraag 13.
De persoonlijk zaakbehandelaar verzamelt de stukken die van belang zijn voor de beoordeling of een ouder aanspraak kan maken op een van de herstelregelingen. Als de ouder die stukken wil inzien dan wordt daar de mogelijkheid voor geboden. Geconstateerd is dat van de 167 ouders waarvoor een verzoek tot inzage in FSV is gedaan, 63 ouders een vermelding en notitie in FSV hebben. Deze notities zijn toegevoegd aan het dossier en worden meegenomen in de uiteindelijke beoordeling. Er wordt niet bijgehouden hoeveel ouders gebruik maken van de mogelijkheid om de stukken voorafgaand aan de beoordeling in te zien.
Dit betreft 176 ouders, zie hiervoor ook de vierde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag.
Het vinden van ouders die zich nog niet hebben gemeld, gebeurt via een getrapte communicatie-aanpak:
Via de huidige en nieuwe kanalen van de Belastingdienst: de website, oproepen tijdens de ouderwebinars en via brieven. Als nieuw kanaal is daarnaast op 23 november jl. de speciale herstel kinderopvangtoeslag facebook pagina live gegaan.8
Via gemeenten worden ouders tijdens het zogenaamde intakegesprek actief bevraagd op hun problematiek. Is de achtergrond van de problematiek direct te relateren aan problemen met de toeslagen? Heeft de ouder zich nog niet gemeld? Dan zal de gemeente de ouder actief adviseren om dat alsnog te doen.
Vanaf januari 2021 voeren we een gerichte, pro-actieve en brede campagne om ouders op te roepen zich bij ons te laten melden. Hiervoor worden diverse kanalen ingezet, zoals brieven, een oproep/meldpunt op toeslagen.nl/herstel, video-oproepen op Twitter en Facebook, en oproepen via onze stakeholders en in de media. In dit kader wordt ook een nieuw Twitter account opgezet in lijn met de speciale herstel kinderopvangtoeslag facebook pagina. Daarnaast intensiveren we in de periode januari -maart 2021 de inzet van onder andere branche- en kinderopvangorganisaties, de Nationale ombudsman en maatschappelijk dienstverleners om ouders gericht te benaderen. Daarbij kijken we ook of de inzet van bredere communicatiekanalen efficiënt kan zijn om nog meer mensen te bereiken.
In de gelijktijdig met deze antwoorden verzonden vierde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag treft u de toegezegde uitwerking van de juridische bijstand voor ouders.
Deze toegezegde brief wordt separaat aan uw Kamer gezonden
Vooruitlopend op het overdragen aan het Nationaal Archief (NA) is de Toeslagenaffaire reeds aangemerkt als hotspot bij het Ministerie van Financiën. De hotspot Toeslagenaffaire zal uiterlijk over 20 jaar overgebracht worden. Het vroegtijdig overbrengen van de broninformatie naar het NA is in verband met de uitvoering van de reguliere toeslagprocessen en herstelacties niet wenselijk, omdat directe beschikking over gegevens bij de uitvoering essentieel is. Een hotspot NA is een erfgoedinstrument en geen bedrijfsvoeringsinstrument. Uiteraard zien we het grote belang van het veiligstellen en behouden wat nodig is voor de hersteloperatie. Om ervoor te zorgen dat fysieke informatie bewaard blijft geldt daarom een moratorium op de fysieke dossiers. Ook is, ten aanzien van Toeslagen, besloten om managementverslagen, mails en overige zaakgebonden informatie tot nader order niet te vernietigen. Vanuit het perspectief om op korte termijn een proces in te richten en uit te voeren om massaal de voor de hersteloperatie relevante informatie te kopiëren is zeer onwenselijk. Dit onder andere vanwege de grote technische impact, beperkte technische mogelijkheden en de benodigde kennis vanuit de hersteloperatie. Wel zal ik een onafhankelijke partij vragen toe te zien op de inrichting van de hotspot. Daarnaast zal deze onafhankelijke partij ook gevraagd worden toe te zien op het veiligstellen en bewaren van de persoonlijke dossiers zodat informatie niet vroegtijdig vernietigd wordt. Ik zal in de vijfde voortgangsrapportage (begin februari 2021) u nader informeren hierover, zoals ook opgenomen in de motie Omtzigt.9
Met het verstrekken van het memo uit maart 2017 is aangegeven dat dit memo toen niet de politieke en ambtelijke top heeft bereikt12. Middels een vandaag separaat verstuurde brief stuur ik u vandaag wel de ongelakte versie van het memo. De vraag naar een zo volledig mogelijke tijdlijn is ook onderdeel van het onderzoek van de Parlementaire onderzoekscommissie kinderopvangtoeslag (hierna POK). Ik hecht veel waarde aan de uitkomsten en conclusies van deze onderzoekscommissie en wil daar in mijn uitlatingen richting uw Kamer niet op vooruit lopen.
In de uw Kamer op 13 oktober jl. gestuurde antwoorden op schriftelijke vragen over de brief van 18 september 2020 over de politieke besluitvorming van het CAF-team heb ik aangegeven dat één door de ADR gevraagde verslagen van het MT-toeslagen alsnog gevonden is, deze is toen ook aan uw Kamer gestuurd.13 Zoals ik toen ook schreef zijn er geen overige stukken, zoals bestuursraad- en ministersstaf verslagen, meer aangetroffen. Een «Kennismaking Belastingdienst» notitie van 4 februari 2014 is niet als overdrachtsdossier (waarnaar de ADR gevraagd had) aangemerkt en is overigens bij het op 15 november 2019 gepubliceerde Wob verzoek al openbaar gemaakt. In de aan uw Kamer op 28 april jl. verzonden antwoorden op schriftelijke vragen bent u eerder geïnformeerd dat een overdrachtsdossier voor de directeur-generaal (DG) Belastingdienst tot het verschijnen van het ADR-rapport niet aangetroffen werd.14 Het zou hier gaan om een papieren overdrachtsdocument van de vorige DG aan de (voormalige) nieuwe DG. Na het verschijnen van het ADR-rapport heeft de ADR een signaal gekregen dat er wel sprake zou zijn van een overdrachtsdocument. Omdat op het moment dat de ADR dit signaal ontving het onderzoek naar de toeslaggerelateerde CAF-zaken was afgesloten heeft de ADR dit signaal niet meer in haar onderzoek kunnen betrekken. Dit document is echter tot op heden niet aangetroffen. Wel is een map aangetroffen «Inwerkdossier Jaap Uijlenbroek» waar allerlei losse documenten in staan. Dit betreffen documenten die zijn voorbereid door de verschillende dienstonderdelen. Hierin is ook een memo opgenomen van het onderdeel Belastingen en Toeslagen waarin ook de directie Toeslagen de stand van zaken schetst. In de bijlage treft u dit memo aan. De status van dit document is niet helder, omdat enkel losse documenten zijn aangetroffen en geen heel introductiedossier.
Deze antwoorden zijn binnen twee weken beantwoord. Vanwege de samenhang zijn de antwoorden op de vragen 1 tot en met 4 evenals 12 en 13 samen beantwoord.