Ingediend | 10 november 2020 |
---|---|
Beantwoord | 30 november 2020 (na 20 dagen) |
Indiener | Attje Kuiken (PvdA) |
Beantwoord door | Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | migratie en integratie organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z21119.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-958.html |
Ja.
Dit is mij niet bekend.
Ik ben het met u eens dat de situatie voor lhbt personen in Nigeria zorgelijk is. Om deze reden zijn lhbt’s in het landgebonden asielbeleid voor Nigeria dan ook aangemerkt als een risicogroep. Dit betekent dat, indien er sprake is van geloofwaardige en individualiseerbare verklaringen, een vreemdeling met geringe indicaties aannemelijk kan maken dat problemen die verband houden met diens lhbt-schap leiden tot een gegronde vrees voor vervolging.
Bij de beoordeling van een asielaanvraag waarbij een beroep wordt gedaan op homoseksuele gerichtheid, maakt de IND gebruik van werkinstructie 2019/17. In deze werkinstructie ligt het zwaartepunt op de antwoorden op vragen over de eigen ervaringen en persoonlijke beleving van de vreemdeling met betrekking tot zijn seksuele gerichtheid en wat dit voor hem en zijn omgeving heeft betekend. De vreemdeling wordt gevraagd toe te lichten hoe hij zich realiseerde dat hij lhbt was, hoe hij dat persoonlijk heeft beleefd, en hoe (en of) de omgeving gereageerd heeft.
Dit is echter anders dan het «bewustwordingsproces» zoals dit voorheen in de oude werkinstructie opgenomen stond. Het betekent namelijk niet dat de IND als uitgangspunt hanteert dat in alle gevallen een proces of een interne worsteling moet hebben plaatsgevonden voordat de vreemdeling zijn lhbt-gerichtheid heeft geaccepteerd. Echter, er mag wel verwacht mag worden dat bij een vreemdeling die afkomstig is uit een land waar men lhbt-gerichtheid niet accepteert en waar dit mogelijk strafbaar is gesteld, sprake zal zijn van een (denk)proces waarin de vreemdeling zich onder andere voor de vraag gesteld ziet wat het betekent om anders te zijn dan hetgeen de maatschappij (en de wet) verwacht/verlangt en op welke wijze hij daaraan invulling wil en kan geven.
Zoals ook uit de werkinstructie blijkt, zal de IND hier vragen over stellen en de verklaringen van de vreemdeling hierover meewegen bij de beoordeling of het lhbti-schap geloofwaardig wordt geacht. Deze verklaringen moeten, integraal gezien, een authentiek verhaal vormen.
Ik herken niet het beeld dat er nog steeds wordt getoetst aan een «bewustwordingsproces». Zoals gezegd ligt de nadruk op de eigen ervaringen van de vreemdeling en de persoonlijke beleving van de seksuele gerichtheid.
Zie antwoord vraag 4.
Nee, ik zie geen aanleiding om naar aanleiding van de bevindingen van LGBT Asylum Support een extern onafhankelijk onderzoek te starten. Momenteel is het WODC bezig met een evaluatie van de geloofwaardigheidsbeoordeling, aan de hand van de nieuwe werkinstructies, van lhbt- en bekeringszaken door de IND. Zodra dit onderzoek is afgerond zal ik uw Kamer hierover informeren.