Ingediend | 21 oktober 2020 |
---|---|
Beantwoord | 26 november 2020 (na 36 dagen) |
Indieners | Sandra Beckerman , Henk Nijboer (PvdA), Lilianne Ploumen (PvdA) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | bodem natuur en milieu organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z19383.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-928.html |
Ik heb in mijn brief1 van 13 oktober duidelijk aangegeven waar de aansprakelijkheid ligt in het geval dat er schade zou ontstaan aan huizen van burgers ten gevolge van dit zinkgat. In dit specifieke geval is het Waarborgfonds Mijnbouwschade voor dergelijke schade aansprakelijk. Volgens de gemeente Kerkrade heeft het zinkgat op dit moment echter nog geen structurele schade aan de omliggende woningen veroorzaakt.
Het Waarborgfonds Mijnbouwschade kan in het geval van mijnbouwschade alleen door natuurlijke personen worden aangesproken. De door het zinkgat veroorzaakte schade aan het wegdek kan door de gemeente Kerkrade niet verhaald worden op het fonds.
Zoals aangegeven in mijn brief2 van 8 september 2020 voert de gemeente Kerkrade een programma uit dat gericht is op het lokaliseren en daarna saneren van historische schachten. Ik financier dit programma. Tijdens de sanering van de schacht wordt gebruik gemaakt van zwaar materieel waardoor wegdek en de inrichting van de straat kan beschadigen. De gemeente Kerkrade heeft mij gevraagd of men de kosten van het herstel van het wegdek en de inrichting van de straat kan meenemen in de kosten van de huidige sanering. Ik heb hiermee ingestemd.
Het Waarborgfonds Mijnbouwschade is opgericht vanuit de Mijnbouwwet. Ik ben conform de Mijnbouwwet de beheerder van dit fonds. De werkwijze van het fonds staat beschreven in de artikelen 134 – 139 van de Mijnbouwwet.
De aansprakelijkheid voor de schade ten gevolge van het inzakken van een historische schacht is conform de recente uitspraak3 van de Raad van State niet verjaard. Ik heb uw Kamer hierover per brief4 op 23 september 2020 geïnformeerd. Het mijnbouwbedrijf dat destijds de schacht onder de huidige Franciscanerstraat in Kerkrade heeft aangelegd bestaat echter niet meer en daarom is het Waarborgfonds Mijnbouwschade op grond van de Mijnbouwwet de partij die kan worden aangesproken voor schade als gevolg van bodembeweging door aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk door dat mijnbouwbedrijf.
Als de verzakking is veroorzaakt door een verwijtbare nalatigheid van de aannemer dan zou de aannemer voor de ontstane schade aansprakelijk kunnen worden gesteld. Gemeente Kerkrade heeft aangegeven dat er geen aanwijzingen zijn dat er sprake is geweest van verwijtbaar handelen.
De gemeente Kerkrade heeft aangegeven dat er ten gevolge van de verzakking geen structurele schade is opgetreden aan de nabij liggende panden. Mocht er alsnog schade ontstaan dan kunnen bewoners zich bij mij melden omdat ik de beheerder ben van het Waarborgfonds. Het is in principe niet nodig dat ik contact opneem of afspraken maak met het Waarborgfonds want daar is op dit moment geen aanleiding toe.
Bij de opsporing en geplande sanering van een historische schacht worden de omwonenden door de gemeente Kerkrade uitgebreid geïnformeerd over de achtergronden van de aanpak van de historische schachten. Ook bij dit incident heeft de gemeente Kerkrade zich ingespannen om haar inwoners nader te informeren over de verzakking en sanering. Als opdrachtgever voor zowel het opsporen, onderzoeken en saneren van de schacht beschikt de gemeente over informatie uit de eerste hand en verzorgt zij de hieraan verbonden communicatie naar omwonenden.
Ik heb begrepen dat de gemeente richting de omwonenden tot nu toe vooral heeft gecommuniceerd over de verzakking en de uitvoering van de sanering. De gemeente Kerkrade heeft aangegeven dat ten behoeve van de algemene communicatie ook een informatieblad voor de bewoners wordt gemaakt waarin nader wordt ingegaan op het bestaande risico ten gevolge van de voormalige steenkolenwinning onder Kerkrade.
De gemeente Kerkrade kan daarbij gebruik maken van het onderzoek dat in de periode 2014 – 2016 in opdracht van de toenmalige Minister van Economische Zaken is uitgevoerd. Uw Kamer is op 15 december 2016 per brief5 geïnformeerd over de resultaten van dit onderzoek, de bestaande risico’s van de voormalige steenkolenwinning en de maatregelen die naar aanleiding hiervan samen met de regio zijn genomen.
Nee, het klopt niet dat er ten tijde van de verzakking mensen woonachtig waren in dit pand. De gemeente Kerkrade heeft aangegeven dat het pand conform de gegevens uit de gemeentelijke bevolkingsadministratie niet bewoond was. De gemeente heeft navraag gedaan naar het gebruik van het pand. Er is gebleken dat het pand is verhuurd aan een stichting die ten tijde van de verzakking het pand gebruikte als locatie voor studiedoeleinden.
De gemeente heeft geconstateerd dat in de ochtend na de verzakking er tenminste 1 persoon in het pand aanwezig was. De gemeente Kerkrade heeft via een noodverordening opgelegd dat het pand gedurende de sanering niet gebruikt mag worden.
De sanering van de schacht is nog steeds gaande. De gemeente Kerkrade verwacht dat de sanering in juni 2021 zal worden afgerond. In mijn brief van
8 september 2020 heb ik aangegeven dat het lokaliseren van de schachten in twee stappen plaatsvindt. In de eerste stap wordt met lichte apparatuur gezocht naar afwijkingen in de bodem tot een diepte van vijf meter. Tijdens de tweede stap wordt de vermoedelijk gelokaliseerde schacht ook daadwerkelijk aangeboord. Vervolgens wordt enige tijd na het aanboren van de schacht de sanering aangevangen. Naar aanleiding van de verzakking in de Franciscanerstraat heeft de gemeente Kerkrade nu besloten om het aanboren van de schacht (de tweede stap) voortaan direct te combineren met de sanering van de schacht. Op deze manier kan men adequaat reageren indien het aanboren van de schacht aanleiding geeft tot een verzakking.
Zoals eerder aangegeven zal na de sanering van de schacht een overleg plaatsvinden met de betrokken partijen. Tijdens dit overleg zal besproken worden welke verdere lessen uit dit voorval geleerd kunnen worden.
Ik ben van mening dat met betrekking tot de na-ijlende effecten van de steenkoolwinning in Limburg er met de regio duidelijk afspraken zijn gemaakt op basis waarvan adequate maatregelen zijn en ook worden genomen. Over deze aanpak, de voortgang en de samenwerking met de regio ben ik erg tevreden.