Ingediend | 8 oktober 2020 |
---|---|
Beantwoord | 13 oktober 2020 (na 5 dagen) |
Indiener | Nevin Özütok (GL) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z18279.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-444.html |
Ja.
Ik ben bekend met de signalen vanuit de gemeenteraad van Stadskanaal over de financiële positie en ik heb begrip voor hun zorgen.
Gemeentebestuur en gemeenteraad zijn verantwoordelijk voor het opstellen van hun begroting en moeten dit doen in lastige omstandigheden. Als overheden moeten we continu keuzes maken bij de inzet van middelen voor voorzieningen. Bij gemeenten speelt dit nu in het bijzonder en ik ontvang ook vanuit andere gemeenten signalen over de druk op de financiële positie.
De financiële positie van gemeenten heeft al langer mijn aandacht. Daarom zijn er bijvoorbeeld bij Voorjaarsnota extra middelen beschikbaar gekomen voor Veilig Thuis, Vrouwenopvang en Dak- en Thuislozen. Tevens zijn bij de Miljoenennota 2021 extra middelen toegekend voor jeugdzorg, om mensen te begeleiden die hun baan verliezen en voor de schuldenaanpak. Verder lopen er onderzoeken in het sociaal domein naar de kosten van de jeugdzorg en de gevolgen van de invoering van het Wmo abonnementstarief. Vooruitlopend op de resultaten van dit onderzoek is de reeks van de tijdelijke extra middelen voor jeugdzorg ad € 300 mln. verlengd naar 2022.
Met betrekking tot de financiële impact van de coronacrisis heeft het kabinet compensatiemaatregelen getroffen voor de extra kosten en minder inkomsten van in totaal ruim € 1,5 miljard. Vanwege de toegenomen financiële druk bij gemeenten in het kader van corona heeft het kabinet in de augustusbesluitvorming ook besloten de oploop in de opschalingskorting voor gemeenten in de jaren 2020 en 2021 incidenteel te schrappen. Dit leidt tot een verhoging van de algemene uitkering van het gemeentefonds van € 70 miljoen in 2020 en € 160 miljoen in 2021. Tevens is in overleg met de VNG en het IPO besloten het accres te bevriezen voor 2020 en 2021.
Ik herken ook de signalen van gemeenten dat de financiële situatie zorgt voor een druk op de gemeentelijke voorzieningen. Zoals aangekondigd in mijn brief van 22 juni 2020 laat ik onderzoek doen naar mogelijke doorwerking van de financiële positie op het voorzieningenniveau en de kwaliteit van gemeentelijke dienstverlening en uitvoering2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zoals hierboven aangegeven heeft dit kabinet een aantal maatregelen genomen om gemeenten op korte termijn meer financiële ruimte te geven. Daarnaast moet ook gekeken worden naar de financiële positie van gemeenten op lange termijn. Nog te vaak gaat het gesprek over de financiële positie over het bekostigen van taken, terwijl ook breder gekeken moet worden naar de reikwijdte van wetten en regels, de beleidsvrijheden van overheden, naar passende instrumenten en naar effectief en efficiënt gemeentebeleid. Dat gesprek is nog steeds urgent en ik zal dat gesprek de komende tijd met gemeenten blijven voeren.
Ja.