Ingediend | 7 oktober 2020 |
---|---|
Beantwoord | 13 november 2020 (na 37 dagen) |
Indiener | Gijs van Dijk (PvdA) |
Beantwoord door | Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid, viceminister-president ) (D66) |
Onderwerpen | organisatie en beleid werk werkgelegenheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z18151.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-779.html |
Ja
Het doel van het eerste steunpakket was om banen en inkomens zoveel mogelijk te beschermen en de ergste klap op te vangen. Vanaf het late voorjaar zien we desalniettemin dat de werkloosheid oploopt en dat banen verloren gaan. In die zin is dit cijfer van baanverlies niet nieuw. De NOW 1 is zo vormgegeven dat bedrijven waarbij de loonsom daalt, gekort worden op hun subsidie. Een loonsomdaling kan bijvoorbeeld komen doordat mensen met pensioen gaan, doordat tijdelijke contracten niet worden verlengd of doordat mensen worden ontslagen.
Bedrijven hebben tot nu toe alleen een voorschot van de subsidie ontvangen. Vanaf 7 oktober jl. kunnen bedrijven hun aanvraag indienen voor de vaststelling van de NOW 1-subsidie. Hier wordt gecheckt of bedrijven hebben voldaan aan de verplichtingen en of de loonsom is gedaald. Als bedrijven niet voldoen aan de verplichtingen of als de loonsom is gedaald, wordt het voorschot teruggevorderd en indien nodig, worden er boetes uitgedeeld. Eind november zal UWV de eerste beschikkingen gaan versturen.
Nee. Tijdens het eerste noodpakket heeft het kabinet ruim 3 miljoen werkenden beschermd, waarvan de NOW 2,6 miljoen werkenden heeft beschermd. Dat is meer dan één op de drie werkenden in Nederland.
De overheid kan niet alles opvangen. Naarmate de crisis langer duurt, moeten bedrijven zich ook gaan aanpassen aan de nieuwe realiteit. Juist om ervoor te zorgen dat het bedrijf toekomst houdt en dat er zoveel mogelijk banen behouden blijven.
Nee, met de inspanningsverplichting die ik heb opgenomen in de NOW3 waarbij ik tegemoet kom aan de motie Asscher, moeten werkgevers zich inspannen om werknemers die zij willen ontslaan te begeleiden van werk naar werk. Dit voorkomt als het goed is ook werkloosheid.
Zoals aangegeven in mijn brief van 20 mei jongstleden was de TOFA een eenvoudige, robuuste en generiek uitvoerbare regeling. Dat was de enige manier om op korte termijn flexkrachten tegemoet te komen en aan de wens van uw Kamer te voldoen. Ik heb destijds aangegeven dat de simpele vormgeving de selectie van mensen die in aanmerking zouden kunnen komen tamelijk willekeurig maakte. Er zullen mensen TOFA hebben ontvangen die de tegemoetkoming eigenlijk niet nodig hadden en er zullen mensen geen TOFA hebben ontvangen die de tegemoetkoming juist wel nodig hadden. Met soepelere voorwaarden zouden beiden groepen groter zijn geweest.
Met de WW en de bijstand kennen we gelukkig een goed sociaal vangnet. Indien er geen recht bestaat op WW, komt iemand mogelijk wel in aanmerking voor bijstand. Is dat niet het geval, dan betekent dat dat er andere middelen zijn om van rond te komen.
Het kabinet wil, gegeven het relatief beperkte gebruik van de TOFA en het beslag daarvan op de capaciteit van UWV, vol inzetten op van werk-naar werk en op de dienstverlening van UWV en gemeenten voor mensen die werkloos zijn geworden.
Als onderdeel van het steun- en herstelpakket zet het kabinet in op investeringen om werkgelegenheid te behouden en te creëren. Hiervoor is € 1,4 miljard gereserveerd. Door meer te investeren in de dienstverlening door UWV en gemeenten wordt er met dit pakket o.a. ingezet op ondersteuning en begeleiding naar nieuw werk en de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Hiermee kunnen zij de hogere instroom in de werkloosheidsuitkeringen opvangen.
Daarnaast investeert het kabinet in regionale mobiliteitsteams. De regionale mobiliteitsteams zijn netwerken van sociale partners, UWV en gemeenten, die samenwerken bij de inzet van dienstverlening en het matchen van vraag en aanbod. Werkenden en werkzoekenden die aanvullend op regulier beschikbare dienstverlening meer ondersteuning nodig hebben kunnen vroegtijdig bij een «loket» terecht voor integrale dienstverlening. Van deze dienstverlening kunnen ook jongeren die werkloos zijn of worden gebruik maken. In aanvulling hierop voorziet het kabinet als onderdeel van de aanpak jeugdwerkloosheid in het ondersteunen naar vervolgonderwijs of werk van kwetsbare schoolverlaters.
Met deze maatregelen ben ik van mening dat er niet meer aanvullende maatregelen nodig zijn om ondersteuning te bieden.
In het artikel waar naar verwezen wordt is gebruik gemaakt van cijfers die bij CBS afkomstig zijn. Voor de beantwoording van deze vragen heb ik UWV gevraagd om na te gaan bij hoeveel bedrijven die NOW-subsidie hebben ontvangen dienstverbanden zijn beëindigd. Ook heeft UWV onderzocht welk type contract deze mensen hadden. Hier wil ik wel bij benadrukken, dat de cijfers van het CBS niet door UWV gereconstrueerd konden worden omdat de definitie die CBS hanteerde niet op die manier geregistreerd wordt door UWV. De genoemde aantallen zijn dus geen 1-op-1 vertaling van de 181.000 genoemde werklozen door het CBS.
Aan de hand van de polisadministratie heeft UWV gekeken naar de inkomstenverhoudingen (IKV’s) over de periode maart t/m mei 2020, waarbij beëindigde inkomstenverhoudingen niet per definitie gelijk staat aan ontslag of werkloos worden. Het kan o.a. ook te maken hebben met natuurlijke uitstroom vanwege het bereiken van de AOW-leeftijd, of dat iemand van baan verandert.
Op basis van de polisadministratie is er in de periode maart tot en met mei sprake geweest van 262.878 beëindigde IKV’s bij bedrijven die een voorschot hebben ontvangen op basis van de NOW 1. In dit aantal gaat het om beëindigde IKV’s van werknemers jonger dan de AOW-leeftijd. Van deze groep stroomden 47.050 personen de WW in. 39.793 hiervan hadden een contract voor bepaalde tijd. 7.257 een contract voor onbepaalde tijd. Voor de overige 215.000 beëindigde IKV’s is niet bekend of zij nu werkloos zijn of bijvoorbeeld zijn doorgestroomd naar een nieuwe baan.
Het totale aantal ontslagaanvragen bij UWV in de periode maart tot en met mei bedraagt 5.611, waarbij het in 4.785 gevallen gaat om bedrijfseconomisch ontslag. Hiervan zijn er 4.127 aanvragen gedaan na 18 maart, de datum dat het steunpakket werd aangekondigd. Afgezet tegen de lijst van werkgevers die de NOW1 hebben aangevraagd, hebben 463 unieke werkgevers een voorschot van de NOW-subsidie ontvangen, en tegelijkertijd bedrijfseconomisch ontslag aangevraagd voor 1.249 werknemers.
Er zijn nog geen boetes uitgedeeld. Als werkgevers een NOW-voorschot hebben ontvangen, en niet aan de verplichtingen hebben voldaan, zal dit bij de vaststelling blijken en wordt het voorschot teruggevorderd en zo nodig, boetes uitgedeeld. UWV stelt de eerste beschikkingen vanaf eind november vast.
De uitzendsector is een grote sector in Nederland, waar veel mensen in werkzaam zijn. Daardoor vind ik het niet bij voorbaat raar dat er, vergeleken met andere sectoren, meer mensen werkloos worden in de uitzendsector. Waarschijnlijk speelt het uitzendbeding hier ook een rol.
Ik heb uw Kamer eerder geïnformeerd dat door de snelheid waarmee de NOW-regeling tot stand is gekomen, er risico is op misbruik en oneigenlijk gebruik. Desondanks ben ik me bewust van mogelijke misbruikrisico’s, waaronder ook een dergelijk risico zoals in de vraag wordt beschreven. Ik doe, samen met UWV en de Inspectie SZW, mijn best deze risico’s te beheersen en mogelijk misbruik op te sporen.
Nee. Zie verder vraag 13.
Nee, vanwege de definitieverschillen in de cijfers (zoals aangegeven bij vraag2 kan geen directe koppeling gemaakt worden voor wat betreft de instroom in de bijstand. Er kan wel een koppeling gemaakt worden met de cijfers over de WW instroom. Zoals bij vraag 9 aangegeven zijn volgens berekeningen van het UWV 47.050 mensen ingestroomd in de WW, waarvan hun (voormalig) werkgevers een voorschot op de NOW-subsidie hebben ontvangen.
Dit is onbekend.
Hierbij heb ik de vragen beantwoord.