Ingediend | 17 september 2020 |
---|---|
Beantwoord | 7 oktober 2020 (na 20 dagen) |
Indiener | Antje Diertens (D66) |
Beantwoord door | Tamara van Ark (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie sport |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z16518.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-344.html |
Ja.
In dit geval gaat het niet om een verbod van de hoofdsponsor maar om een verbod op de beoogde shirtreclame. Een betaald voetbal organisatie (BVO) is verplicht om haar wedstrijdkleding ter goedkeuring aan het bestuur betaald voetbal van de KNVB voor te leggen. De wedstrijdkleding dient in overeenstemming te zijn met de Statuten, reglementen en besluiten van de KNVB (artikel 6 Reglement Wedstrijden Betaald Voetbal en Sponsoringreglement Betaald Voetbal).
Op grond van het Sponsoringreglement Betaald Voetbal kunnen er op de wedstrijdkleding aanduidingen worden aangebracht van de naam van een fabrikant of bedrijfsnaam, een beeldmerk, een woordmerk, een logo, een specifieke type- of soortaanduiding van de fabrikant en een domeinnaam. In dit reglement is ook bepaald dat de tegenprestatie die uit hoofde van sponsoring door een BVO wordt geleverd of ontvangen, niet in strijd mag zijn met:
Alle BVO’s hebben ingestemd met deze reglementen en de bevoegdheid van het bestuur betaald voetbal.
De KNVB heeft de hoofsponsor als zodanig niet verboden maar aanvankelijk wel dat een reclame-uiting van de hoofdsponsor zou worden afgebeeld op het wedstrijdshirt van het eerste elftal van FC Emmen. De KNVB en FC Emmen hebben inmiddels een voorlopige oplossing gevonden en het wordt FC Emmen in elk geval dit seizoen toegestaan om een reclame-uiting van de sekswinkel af te beelden op de wedstrijdkleding van het eerste elftal van FC Emmen.
Het besluit wordt genomen door het bestuur betaald voetbal van de KNVB.
Zij is belast met de handhaving van de door alle BVO’s onderschreven reglementen. Het bestuur betaald voetbal heeft inmiddels voorgesteld om de bredere discussie over reclame-uitingen in het betaald voetbal te agenderen voor de eerstvolgende Algemene Vergadering Betaald Voetbal (AVBV). Om daar keuzes die passen in het tijdsbeeld van vandaag te laten bepalen en vast te leggen en de subjectieve beoordeling door het bestuur betaald voetbal zoals die nu vereist is op grond van de reglementen van de KNVB, tot een minimum te beperken.
Een BVO kan het besluit van het bestuur betaald voetbal om een reclame-uiting
op wedstrijdkleding niet goed te keuren, aanvechten bij de burgerrechter.
De reclame-uitingen van de hoofdsponsor moeten passen binnen de bestaande wet- en regelgeving, zoals de Nederlandse Reclame Code.
Volgens de Reclame Code Commissie kan een adverteerder in beginsel hoofd- en shirtsponsor zijn als er voor legale producten reclame wordt gemaakt en er geen nadere beperkingen bij wet of bijzondere reclamecode (zoals voor alcohol) zijn gesteld. Aangezien er voor seks-gerelateerde artikelen geen bijzondere reclamecode geldt, zijn alleen de algemene regels uit de Nederlandse Reclame Code van toepassing. Die bepalen dat reclame onder andere niet in strijd mag zijn met de wet, de waarheid, goede smaak en fatsoen. Of een concrete uiting, zoals shirtreclame, in strijd is met de goede smaak en het fatsoen, beoordeelt de Reclame Code Commissie op basis van een klacht van geval tot geval en met terughoudendheid gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. De Commissie keurt geen uitingen vooraf goed.
In dit geval heeft het bestuur betaald voetbal van de KNVB, op basis van de reglementen van de vereniging en haar bevoegdheid, de shirtreclame in eerste instantie verboden. Daarna is afgesproken dit voor een jaar te doen.
Het klopt dat de betreffende reclame-uiting op de boarding langs de zijlijn bij in ieder geval één andere BVO is afgebeeld. Volgens de KNVB is een verschil met reclame op boarding dat daar vooraf geen goedkeuring voor nodig is van het bestuur betaald voetbal.
Ja.
Ja.