Ingediend | 17 september 2020 |
---|---|
Beantwoord | 16 oktober 2020 (na 29 dagen) |
Indieners | Tom van der Lee (GL), Laura Bromet (GL) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z15488.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-524.html |
Ja.
In verhouding tot andere drukfactoren zijn windturbines verantwoordelijk voor een klein deel van de vogelsterfte in Nederland. Ik ben van mening dat alle sectoren zich moeten inspannen om het eigen aandeel in de vogelsterfte zo laag mogelijk te houden. Voor de windsector is deze inspanning onder andere het testen van mitigerende maatregelen, bijvoorbeeld de zwarte wiek en gerichte stilstand.
Op dit moment wordt er in Nederland niet getest met een zwarte wiek. Er is wel interesse in het uitvoeren van een test in de Eemshaven. Ik sta in principe open voor dit soort testen door de sector, mits de veiligheid voor het luchtverkeer goed geborgd is. Aanvullend hierop is het aan het bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning om in te stemmen met de effecten van een zwarte wiek op landschappelijke inpassing, waarbij ook lokaal draagvlak meespeelt. Zoals eerder aangegeven, loopt er een traject om de wind-op-landdoelstellingen en de natuurdoelstellingen beter de verenigen (Kamerstuk 33 612, nr. 73). Hiervoor zijn de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en ik samen in gesprek met provincies, de windsector, TenneT en verschillende dier- en natuurbeschermingsorganisaties. Het doel is om met de betrokken partijen te komen tot afspraken om de sterfte van kwetsbare vogel- en vleermuissoorten door windturbines en hoogspanningsverbindingen te verminderen. Een onderzoeksprogramma zal onderdeel gaan uitmaken van de afspraken. Hierin wordt door de samenwerkende partijen bezien welk onderzoek nu en de komende jaren prioriteit heeft. Hiervoor worden door het kabinet middelen beschikbaar gesteld. Gelet op de afspraak in het Klimaatakkoord om ecologische knelpunten bij de realisatie van windenergie op te lossen, span ik mij in om het belang van dit soort onderzoeken ook elders op de agenda te zetten.
Zie antwoord vraag 3.
Gerichte stilstand tijdens de vogeltrek is mogelijk en is reeds voorgeschreven in de natuurvergunningen van de nog te realiseren windparken in de Eemshaven. Er zijn echter meer inzichten in de vogeltrek nodig om stilstand zo doelmatig mogelijk in te zetten. Het voorgenoemde onderzoeksprogramma zal hier ook aan bijdragen. De windsector beaamt dat gerichte stilstand een passende maatregel is. Hierbij gelden wel de voorwaarden dat de stilstand doelmatig is en dat windturbines niet dusdanig vaak stilstaan dat de businesscase van een windproject hierdoor sterk onder druk komt te staan.
Het kabinet stimuleert innovatie en financiert daarom onderzoek naar innovatieve toepassingen bij windturbines en naar verbetering van voorspellingen van de vogeltrek. In het eerder genoemde samenwerkingsverband heb ik daarom ook met de windsector afgesproken dat bij elk nieuw project op land en bij het vervangen van bestaande windturbines innovaties worden toegepast die aanvaringsslachtoffers verminderen. Dit onder de voorwaarde dat de innovatie relevant is in dat project, bewezen effectief is en tegen redelijke kosten kan worden uitgevoerd. Bij wind op zee worden in de kavelbesluiten natuursparende en -stimulerende voorzieningen voorgeschreven, bijvoorbeeld bepaalde bestorting waarop zeeleven zich gemakkelijk kan vestigen. Het is gebleken dat het onderwaterleven gebaat is bij de nieuwe habitat rondom windmolens. In het algemeen geldt dat windturbines, op land en op zee, een substantiële bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen en dit op langere termijn de biodiversiteit en natuur ten goede komt.
Op 3 september 2020 hebben de leden Van der Lee en Bromet (beiden GroenLinks) vragen gesteld over het artikel «Black turbine blade «can cut bird deaths»» (2020Z15488). In verband met de benodigde afstemming kunnen de vragen niet binnen de gestelde termijn van drie weken beantwoord worden. Ik streef ernaar de antwoorden u zo spoedig mogelijk te doen toekomen.