Ingediend | 1 september 2020 |
---|---|
Beantwoord | 29 september 2020 (na 28 dagen) |
Indieners | Martijn van Helvert (CDA), Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD), Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit internationaal internationale samenwerking openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z15297.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-233.html |
Ja, wij zijn bekend met de zaak en het artikel uit De Rechtspraak.
Ja, wij zijn bekend met het feit dat Insiya zonder geldig Nederlands paspoort Nederland is uitgereisd. Over de precieze verblijfsstatus van Insiya in India kunnen wij geen uitspraken doen, dit is een kwestie van nationaal vreemdelingenrecht in India.
Ja, daarmee zijn wij bekend.
Ja, dat klopt.
Ja, wij zijn bekend met de poging tot ontvoering.
Ja, wij zijn bekend met deze gerechtelijke uitspraken.
Ja, wij zijn bekend met deze veroordelingen.
Ja, daarmee zijn wij bekend.
Nederland heeft zich in deze zaak door middel van verscheidende Notes Verbales ingezet om aandacht te vragen voor de teruggeleiding van Insiya naar Nederland. Met de door u aangehaalde Note Verbale van 4 augustus 2020 wordt een tweetal Nederlandse gerechtelijke uitspraken aangeboden aan de Indiase autoriteiten. Daarmee vraagt de Minister van Buitenlandse Zaken de Indiase autoriteiten deze uitspraken door te zetten naar de relevante instanties, en daar de benodigde acties aan te verbinden. In alle schriftelijke contacten wordt steeds verwezen naar het eerder aangeboden verzoek tot teruggeleiding van de achtergebleven ouder.
Over de precieze verblijfsstatus van Insiya in India kunnen wij niet oordelen, dit is een kwestie van nationaal vreemdelingenrecht in India.
Nederland vraagt in de contacten met de Indiase autoriteiten blijvend aandacht voor het door mevrouw Rashid ingediende teruggeleidingsverzoek en de Nederlandse rechterlijke uitspraken. Daarnaast wordt benadrukt dat moeder en kind op basis van de geldende internationale verdragen, alsmede op basis van de Indiase rechterlijke uitspraak recht hebben op herstel van contact.
De Nederlandse autoriteiten blijven bij de Indiase autoriteiten, zowel op ambtelijk als op politiek niveau, aandringen op het belang van een snelle en goede oplossing voor moeder en kind. Nederlandse gerechtelijke uitspraken worden in deze zaak langs diplomatieke weg aangeboden aan de Indiase autoriteiten om daar kennis van te nemen. Effectuering van de Nederlandse uitspraken kan in India door Nederland echter niet worden afgedwongen. De medewerkers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn in contact met mw. Rashid over de verschillende trajecten die lopen om te bezien in overleg met haar waar mogelijkheden zijn voor ondersteuning.
De vragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.