Kamervraag 2020Z14457

Het bericht ‘Mondkapjesplicht in grote steden’

Ingediend 3 augustus 2020
Beantwoord 11 augustus 2020 (na 8 dagen)
Indieners Maarten Groothuizen (D66), Marijke van Beukering-Huijbregts (D66), Joost Sneller (D66)
Beantwoord door Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA), Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen gezondheidsrisico's openbare orde en veiligheid organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z14457.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3706.html
  • Vraag 1
    Hoe verhouden de lokale experimenten met mondkapjes zich tot artikel 10 van de Grondwet? Kunt u bij uw antwoord ingaan op het advies van de Raad van State van 25 mei 2020 en de kritiek geuit in de media door drie hoogleraren?1 2

    Verschillende veiligheidsregio’s kampen met bijzondere uitdagingen als het gaat om de naleving van de COVID-maatregelen en de handhaving daarop. Er bestaat een bredere behoefte bij veiligheidsregio's om te experimenten met gedragsinterventies. Veiligheidsregio’s krijgen – binnen de kaders van de wetgeving – de ruimte om lokaal te verkennen welke oplossingen bijdragen. Amsterdam en Rotterdam hebben aangegeven grote knelpunten te ervaren op een aantal drukke plekken in de stad. Jongeren en toeristen houden zich vaak niet aan de geldende anderhalvemeternorm. Deze veiligheidsregio’s doen daarom vanaf 5 augustus een experiment met een mondkapjesplicht op bijzondere plekken. Dit geeft de mogelijkheid om ervaringen op te doen en zo in ogenschouw te nemen wat de gedragseffecten zijn van een dergelijke maatregel. De gedragsunit van de RIVM kan daar een bijdrage aan leveren.
    In tegenstelling tot het genoemde standpunt van de hoogleraren, meent het kabinet dat gelet op de bijzondere situatie waarin we ons bevinden bij uitzondering het inzetten van deze noodverordeningen tijdelijk mogelijk is. In het advies van de Raad van State van 25 mei 2020 kan steun worden gevonden voor dit standpunt. Uiteraard is motivering van noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit van maatregelen steeds vereist. Dit gaat dan om een goede motivatie naar tijd en plaats, op basis van de lokale ontwikkelingen rond gedragingen van de bewoners en bezoekers. Om de situatie met de noodverordeningen zo kort mogelijk te laten bestaan heeft het kabinet het wetsvoorstel Tijdelijke wet maatregelen covid-19 ingediend.

  • Vraag 2
    Hoe borgt u dat bij de invulling van de lokale experimenten artikel 10 van de Grondwet wordt nageleefd?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Heeft u over de lokale experimenten overleg gevoerd met politie, Openbaar Ministerie en rechtspraak? Zo ja, hoe kijken zij aan tegen een eventuele lokale verplichting om mondkapjes te dragen? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid dat alsnog te doen?

    De lokale experimenten zijn een initiatief van voorzitters van veiligheidsregio’s, waarvoor het kabinet ruimte heeft geboden. Aangezien het lokale experimenten betreft, is het aan de veiligheidsregio’s om over de handhaving overleg te voeren. De veiligheidsregio’s hebben de experimenten besproken in de driehoek dan wel het beleidsteam en hebben zich juridisch laten adviseren over de vormgeving van de experimenten.

  • Vraag 4
    Is het de bedoeling dat een eventuele lokale verplichting tot het dragen van een mondkapje wordt bedreigd met een (strafrechtelijke) sanctie als deze verplichting niet wordt nageleefd? Zo ja, welke sanctie?

    De voorzitters van de veiligheidsregio’s hebben het dragen van een mondkapje opgenomen in noodverordeningen. Zij willen verkennen of een mondkapjesplicht op specifieke drukke plekken een bijdrage kan leveren in het beter kunnen naleven van de anderhalvemeternorm. Het is dus nadrukkelijk een aanvulling op de anderhalvemeternorm, en komt daarvoor niet in de plaats. Overtreding hiervan is strafbaar (artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht). Op schending van de mondkapjesplicht staat een boete van 95 euro. De voorzitters van de veiligheidsregio’s hebben bestuursrechtelijke mogelijkheden om hun noodverordeningen te handhaven (artikel 34 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid). De voorzitters van de veiligheidsregio’s hebben aangegeven in de eerste periode mensen te zullen aanmoedigen een mondkapje te dragen of anders vragen het gebied te verlaten.

  • Vraag 5
    Acht u een lokale mondkapjesverplichting handhaafbaar? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom gaat u dan samen met de veiligheidsregio’s een verplichting uitwerken? Hoe verhoudt een verplichting tot het dragen van een mondkapje zich tot de anderhalve meter regel? Wordt er bij het dragen van een mondkapje nog gehandhaafd op die regel?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Hoe beoordeelt u de houdbaarheid van een eventueel opgelegde sanctie bij de strafrechter? Kunt u daarbij ook ingaan op het gegeven dat inmiddels (mogelijk) geen sprake meer is van een absolute noodsituatie, maar de wetgever de mogelijkheid heeft (gehad) om te voorzien in een solide juridische basis en de rechter daarom wellicht kritischer zal kijken naar een verplichting tot het dragen van een mondkapje?

    Gelet op de uitzonderlijke situatie waarin we ons bevinden vinden wij het aanvaardbaar dat de deze noodverordeningen tijdelijk worden toegepast. Om deze situatie zo kort mogelijk te laten bestaan heeft het kabinet het wetsvoorstel Tijdelijke wet maatregelen covid-19 ingediend. Het is niet aan de regering om te treden in de eventuele beoordeling van de sanctie door de rechter.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat het ongelukkig is dat mensen mogelijk kunnen worden beboet voor een overtreding die wellicht later geen stand houdt bij de rechter, terwijl die rechter momenteel ook nog eens moeizaam is te bereiken?3

    Gelet op de uitzonderlijke situatie waarin we ons bevinden vinden wij het aanvaardbaar dat deze noodverordeningen worden toegepast. In Nederland is de rechtsbescherming adequaat geregeld en bestaat de mogelijkheid om tegen een boete verzet aan te tekenen. Het OM beoordeelt alle door politie en BOA’s uitgeschreven processen-verbaal en weegt in elk individueel geval zorgvuldig of de zich voorgedane situatie aanleiding geeft tot het opleggen van een boete vanwege overtreding van de noodmaatregelen. Voorafgaand aan het opleggen van een boete wordt vastgesteld of er een strafbaar feit is gepleegd en wordt de schuld vastgesteld. Indien mensen het niet eens zijn met de uitgevaardigde strafbeschikking kan men verzet aantekenen bij de kantonrechter. Vervolgens is het uiteindelijk aan de rechter om te beoordelen of de strafbeschikking rechtmatig is opgelegd, waarbij rekening zal worden gehouden met de omstandigheden van het geval. Door het uitbreken van het coronavirus heeft de rechtspraak noodgedwongen het aantal terechtzittingen moeten beperken. In eerste instantie (vanaf 17 maart jl. tot 11 mei jl.) werden alleen (zeer) urgente zaken behandeld, vanaf 11 mei jl. heeft de Rechtspraak weer zo veel mogelijk zaken opgepakt. De Rechtspraak en het OM spannen zich beide in om vóór 1 september 2020 een
    aantal verzetszaken tegen corona-strafbeschikkingen bij de kantonrechter aan te brengen. Het OM maakt in dat kader een representatieve selectie van deze verzetszaken.

  • Vraag 8
    Hoe gaat u de burger uitleggen dat u vanuit gezondheidsperspectief geen reden ziet om een niet-medisch mondkapje te dragen, maar dat dit – onder omstandigheden – toch wordt verplicht? Vindt u de behoefte om te experimenteren voldoende grond voor een verplichting? Zo ja, kunt u dat toelichten?

    Zie antwoord op vraag 1 en 2.
    We hebben er begrip voor dat zij willen experimenteren om op specifieke plekken met een mondkapjesplicht het gedrag van mensen te beïnvloeden zodat de anderhalvemeternorm beter wordt nageleefd en zo de verspreiding van het virus beperkt wordt. We willen allen graag weten hoe aanvullende maatregelen een bijdrage kunnen leveren aan gedragsbeïnvloeding.

  • Vraag 9
    Waarom kiest u niet voor een oproep om, op sommige plekken, vrijwillig een mondkapje te dragen, zoals ook de aanbeveling om regelmatig de handen te wassen berust op vrijwilligheid?

    Het staat iedereen vrij om vrijwillig een mondkapje te dragen. Daarbij roepen we nadrukkelijk op dat mensen zich goed laten informeren over het correct gebruiken van die mondkapjes. De voorzitters van de veiligheidsregio’s geven aan dat toeristen en jongeren zich juist minder laten leiden door de geldende norm. Op hele drukke plekken is handhaving op de anderhalve meter dan lastig. Het experiment is erop gericht om te kijken of een mondkapjesplicht een positieve invloed kan hebben op de gedragsbeïnvloeding en daarmee een goede aanvulling is op de genomen maatregelen.

  • Vraag 10
    Kunt u deze vragen zo snel mogelijk, maar uiterlijk 11 augustus 2020 beantwoorden?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2020Z14457
Volledige titel: Het bericht ‘Mondkapjesplicht in grote steden’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-3706
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Groothuizen en Sneller over het bericht ‘Mondkapjesplicht in grote steden