Kamervraag 2020Z14212

De recente Zuid-Koreaanse studie naar de overdraagbaarheid van COVID-19 door kinderen

Ingediend 21 juli 2020
Beantwoord 19 augustus 2020 (na 29 dagen)
Indieners Peter Kwint , Maarten Hijink
Beantwoord door Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA), Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU)
Onderwerpen gezondheidsrisico's zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z14212.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3811.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de recente Zuid-Koreaanse studie naar de overdraagbaarheid van COVID-19 door kinderen?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u reageren op de voornaamste conclusies van deze studie, zoals de verwachte toename van het aantal besmettingen door de openstelling van scholen en de nieuwe inzichten op het gebied van overdraagbaarheid van COVID-19 door kinderen?

    In de Zuid-Koreaanse studie wordt beschreven dat kinderen COVID-19 in het gezin kunnen introduceren en dat dit tot verdere verspreiding in het gezin kan leiden. Deze beschrijving is gebaseerd op een klein aantal kinderen; van de 5.706 index patiënten waren er slechts 153 (2,7%) in de leeftijdsgroep 0–19 jaar. Op basis van het aantal kinderen dat meegenomen is in de studie kan dus niet worden geconcludeerd dat kinderen een belangrijke rol spelen bij de introductie van het virus in het gezin en de verdere verspreiding in het gezin. Daarmee levert de studie geen nieuwe inzichten op het gebied van overdraagbaarheid van COVID-19 door kinderen op. Er is door de Zuid-Koreaanse onderzoekers geen onderzoek gedaan naar de effecten van openstelling van scholen.

  • Vraag 3
    Hoe verhouden deze conclusies zich tot eerder onderzoek in onder meer Nederland en Denemarken waarin het risico op de overdracht van COVID-19 door kinderen juist nihil werd geacht?

    De bevindingen van de Zuid-Koreaanse studie wijken niet in belangrijke mate af van eerdere vergelijkbare studies naar de rol van kinderen in overdacht van COVID-19 in Nederland en andere landen. Op basis van voorlopige resultaten van de nog lopende Nederlandse studie in gezinnen is geconcludeerd dat er momenteel geen aanwijzingen zijn dat kinderen een belangrijke rol spelen in de COVID-19-epidemie. Kinderen kunnen echter wel degelijk geïnfecteerd raken en het virus ook overdragen aan anderen, ook binnen het gezin. Dit blijkt ook uit het bron- en contactonderzoek van de GGD’en.

  • Vraag 4
    Bent u bereid om deze zomer een overzicht van de meest recente wetenschappelijke inzichten op dit gebied naar de Kamer te sturen en op basis van deze inzichten te kijken of de voorgenomen verruimingen van coronamaatregelen nog verstandig zijn?

    Er wordt internationaal veel onderzoek gedaan op het gebied van COVID-19. De WHO houdt een database bij op https://www.who.int/emergencies/diseases/novel-coronavirus-2019/global-research-on-novel-coronavirus-2019-ncov. Nuttiger is mogelijk de ECDC website die een kort overzicht geeft van recent wetenschappelijk bewijs over diverse onderwerpen: https://www.ecdc.europa.eu/en/covid-19/latest-evidence.
    Het RIVM volgt daarnaast nauwgezet de internationale literatuur waarbij uiteraard aandacht is voor onderzoek naar de rol die kinderen zouden kunnen spelen bij de transmissie van COVID-19. Het RIVM informeert VWS over de meest recente ontwikkelingen, zodat deze meegenomen kunnen worden in de beleidsvorming.

  • Vraag 5
    Bent u bereid om alsnog – na een eventuele heropening van de scholen – besmettingen die zijn te herleiden tot de heropening van scholen actief in kaart te brengen en te communiceren?

    De besmettingen onder leraren en leerlingen zijn niet direct terug te leiden naar het heropenen van de scholen, daarom zullen deze ook niet zo gecommuniceerd worden. Zowel leraren als leerlingen komen ook op andere plekken, waardoor ze het virus ook buiten de school hebben kunnen oplopen. Tijdens het bron- en contactonderzoek wordt wel gevraagd naar de vermoedelijke plek van besmetting. Daarnaast zijn scholen en andere instellingen wettelijk verplicht om clusters van COVID-19 te melden aan de GGD. GGD-en melden ongewone clusters aan het RIVM. We hebben afgesproken met het RIVM dat ongewone clusters van besmettingen op scholen aan OCW worden gemeld. Ook worden besmettingen in clusters, die via bron- en contactonderzoek te herleiden zijn tot scholen actief in kaart gebracht.

  • Mededeling - 11 augustus 2020

    De vragen van de Kamerleden Kwint (SP) en Hijink (SP) over de recente Zuid-Koreaanse studie naar de overdraagbaarheid van COVID-19 door kinderen (2020Z14212) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat afstemming met experts extra tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2020Z14212
Volledige titel: De recente Zuid-Koreaanse studie naar de overdraagbaarheid van COVID-19 door kinderen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-3811
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Kwint en Hijink over de recente Zuid-Koreaanse studie naar de overdraagbaarheid van COVID-19 door kinderen