Ingediend | 17 juli 2020 |
---|---|
Beantwoord | 17 augustus 2020 (na 31 dagen) |
Indiener | Ronald van Raak |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z14130.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3774.html |
Ik ben bekend met het nieuwsbericht, maar kan daarin geen onderbouwing vinden voor deze stelling.
Ja. De Wet rechten burgerlijke stand stelt een minimum voor het aantal mogelijkheden dat wekelijks moet worden geboden voor een gratis huwelijksvoltrekking. De wet maakt daarin geen onderscheid tussen verschillende inkomensgroepen. Wel kan in de gemeente worden bepaald wanneer deze mogelijkheid in de week wordt geboden. Dat de vraag naar gratis huwelijksvoltrekkingen daarbij niet altijd aansluit op de aangeboden mogelijkheden per week, geeft op zichzelf geen blijk van het overtreden van de wet.
Hoewel ik bekend ben met de nieuwsberichten die hierover in het verleden zijn verschenen, zie ik op dit moment geen reden nadrukkelijk op zoek te gaan naar gemeenten die de mogelijkheid van een gratis huwelijksvoltrekking niet of onvoldoende bieden.
Gemeenten dienen zich te houden aan de wet. Het feit dat ook de in het nieuwsbericht aangehaalde gemeente een eerder beleidsvoornemen is teruggedraaid, sterkt mij in de overtuiging dat gemeenten dat ook doen. Het enkele feit dat er nu en dan beleidsvoornemens worden geopperd die bij uitvoering in strijd zouden kunnen zijn met de wet, geven voor mij, noch de provincies, aanknopingspunten om in te grijpen.