Ingediend | 26 mei 2020 |
---|---|
Beantwoord | 19 juni 2020 (na 24 dagen) |
Indieners | Tom van den Nieuwenhuijzen-Wittens (GL), Kirsten van den Hul (PvdA) |
Beantwoord door | Sigrid Kaag (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (D66) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's recht staatsrecht zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z09419.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3213.html |
Ja. Deze organisaties, net als verschillende andere, vragen terecht aandacht voor de kwetsbare positie van LHBTI’s tijdens deze COVID-19 pandemie.
LHBTI’s bevinden zich in een extra kwetsbare positie tijdens de COVID-19 pandemie vanwege discriminatie, stigmatisering en criminalisering. Deze problematiek bestond al voor de crisis en resulteert nu in een disproportioneel negatieve impact op deze groep. LHBTI’s hebben in veel niet-Europese landen voortdurend te maken met armoede, psychosociale problemen en discriminatie in de zorg. Lockdown-maatregelen dwingen daarnaast LHBTI’s bij familie thuis te blijven waar ze te maken kunnen krijgen met huiselijk geweld, omdat ze niet geaccepteerd worden. Alternatieve veilige verblijfplaatsen voor LHBTI’s zijn door COVID-19 gerelateerde maatregelen vaak gesloten.
Daarnaast kan de crisis door overheden misbruikt worden om specifiek LHBTI’s verdergaand te discrimineren of om nieuwe, voor hen beperkende wetgeving voor te stellen. Ook zijn er signalen dat in sommige gebieden LHBTI’s in relatie tot deze pandemie als zondebok worden gezien, hetgeen verder bijdraagt aan de kwetsbare situatie waarin zij zich bevinden.
Zie antwoord vraag 2.
Verschillende partnerorganisaties, waaronder de ngo’s COC Nederland, Outright, Hivos en Astraea, en de LHBTI-organisaties die verbonden zijn aan de internationale Equal Rights Coalition hebben expliciet aandacht besteed aan de invloed van COVID-19 op de situatie van LHBTI’s. In hun analyses roepen de organisaties onder meer op tot specifieke, flexibele financiële steun voor LHBTI-organisaties, het blijven adresseren van restricties van de rechten van LHBTI’s en het betrekken van LHBTI’s en andere gemarginaliseerde groepen in humanitaire steun bij de COVID-crisis. Daarnaast blijft het Ministerie van buitenlandse zaken via partners als UNAIDS, het Aidsfonds, Frontline AIDS en het Robert Carr Fund voortdurend in gesprek over de toegang tot medicatie tijdens deze crisis en de noden van de LHBTI’s die leven met hiv.
De onafhankelijk expert op het gebied van seksuele oriëntatie en genderidentiteit (SOGI) bij de VN, Victor Madrigal-Borloz, zal in zijn aanstaande rapport aan de VN Mensenrechtenraad voor de zomer ingaan op de impact van de COVID-19 pandemie op LHBTI’s wereldwijd. Daarin doet hij zoals gebruikelijk aan verschillende landen aanbevelingen om de positie van LHBTI’s te beschermen.
Nederland heeft op 17 mei op de Internationale dag tegen homofobie, transfobie en bifobie (IDAHOT) gezamenlijk met 37 andere landen van de internationale Equal Rights Coalition een verklaring uitgegeven waarin aandacht wordt gevraagd voor de situatie van LHBTI’s tijdens deze crisis en waarin alle landen worden opgeroepen om hier expliciet aandacht aan te besteden bij de bestrijding van de crisis.3 Bij gelegenheid van IDAHOT heeft de Nederlandse Mensenrechtenambassadeur specifiek de aandacht gevestigd op individuele LHBTI-activisten uit Nepal, Kenia, Oeganda, Libanon en Guatemala. Ook hebben Nederlandse ambassades op verschillende plekken de positie van LHBTI’s in de COVID-19 pandemie uitgelicht.
Nederland ondersteunt verder via het strategisch partnerschap met COC Nederland (het programma Samenspraak en Tegenspraak) en via het Mensenrechtenfonds vele lokale LHBTI-organisaties. Deze steun is juist nu belangrijk, omdat LHBTI-organisaties zo capaciteit kunnen opbouwen om zelf op te kunnen komen voor hun rechten. Binnen de lopende projecten bestaat daarbij flexibiliteit om de activiteiten aan te passen aan de COVID-19 crisis en de middelen te gebruiken ter ondersteuning van LHBTI’s gerelateerde gevolgen.
Daarnaast blijft Nederland in bilaterale gesprekken, onder meer via ambassades en de Equal Rights Coalition, en binnen multilaterale fora, zoals de EU en de VN, aandacht vragen voor de positie van groepen in kwetsbare situaties, waaronder LHBTI’s. Acties richting specifieke landen zullen niet altijd publiek zijn, aangezien dat in veel gevallen contraproductief werkt. Kritiek vanuit een westers land kan de perceptie versterken dat het hier zou gaan om een westerse agenda en zo leiden tot meer steun voor tegenstanders van gelijke rechten van LHBTI’s. Nederland blijft echter, voor of achter de schermen, een vocale pleitbezorger voor gelijke rechten van LHBTI’s.
Ten slotte werkt het ministerie samen met lokale partners om verslechtering van de positie van LHBTI’s aan te kaarten. Zo zijn bijvoorbeeld in Uganda mede dankzij de partnerorganisaties van het PITCH strategisch partnerschap 19 gearresteerde LHBTI jongeren vrijgelaten uit de gevangenis.
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 5.