Ingediend | 18 mei 2020 |
---|---|
Beantwoord | 30 juli 2020 (na 73 dagen) |
Indiener | Frank Wassenberg (PvdD) |
Beantwoord door | Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z08881.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3642.html |
Ja.
De beide beslissingen op bezwaar zijn vindbaar via:
Over het informeren van de Kamer over (onder andere) deze recente besluiten ga ik in mijn antwoord op vraag 3 nader in.
De beantwoording van deze vragen en mijn voornemen tot het uitdoen van een brief aan uw Kamer liep parallel met de behandeling van de toen al lopende bezwaarprocedures. De beantwoording van die vragen vroeg op ambtelijk niveau om voldoende afstemming met de diverse betrokken partijen. Daarom is het niet mogelijk gebleken hierop binnen de gestelde termijn te reageren. De beslissingen op bezwaar en de daarop volgende meerdere sets van aanvullende vragen hebben vervolgens geleid tot de keuze om de informatie, over onder andere de visuren, en de beantwoording van de vragen in één brief aan uw Kamer op te nemen, om een zo integraal mogelijk beeld te kunnen geven.
Nee. Binnen de beslissingen op bezwaar is erkend dat de eerdere berekeningen vanuit de NVWA niet volledig waren en de feitelijke visserij-omvang van het ijkjaar 2015 daarmee ook niet volledig weergaf.
De huidige vergunde omvang en intensiteit van garnalenvisserij in onder andere de Natura 2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone is toelaatbaar geacht vanuit de vereisten van de Wet natuurbescherming. In de aan de Wnb-vergunningen ten grondslag liggende overwegingen is die argumentatie inhoudelijk weergegeven. Er is met inachtneming van de gestelde vergunningvoorschriften geen sprake van een aantasting van de natuurlijke kenmerken van de betrokken beide Natura 2000-gebieden.
De beide convenanten VIBEG en VisWad zijn in uitvoering. Samen met de andere convenantspartijen werkt LNV aan het behalen van de gestelde doelen. We hebben een aantal stappen gezet in de verduurzaming van de garnalenvloot en werken op verschillende fronten aan de implementatie van de diverse afspraken.
Het realiseren van de gestelde doelen maakt deel uit van de thans lopende evaluatie. Op basis van deze evaluatie wordt in overleg met de andere convenantspartijen vastgesteld welke betekenis daaraan gegeven moet worden. Ik wil daar nu niet inhoudelijk op vooruitlopen.
Nee. De evaluatie is in april jl. gestart. Het evaluatieonderzoek wordt binnenkort afgerond. De eindrapportage zal ik met uw Kamer delen.
Zie mijn antwoord op vraag 6.
Een black box voor het vaststellen van plaatsbepaling en visserij-activiteit in de relevante beschermde Natura 2000-gebieden is vanaf 2017 in gebruik op de schepen. In de praktijk is gebleken dat er regelmatig onnauwkeurige liergegevens werden verstrekt aan de toezichthouders. Dit werd geweten aan problemen met de liersensoren van de black box. Naar aanleiding hiervan heeft de auditdienst van de NVWA een audit uitgevoerd naar het functioneren van de black boxen. De auditrapportage is eind februari 2019 opgeleverd. De uitkomst gaf aanleiding om, medio 2019, een technisch verbetertraject te starten dat moet uitmonden in een «NEN-norm» voor de black box.
Het aantal inschrijvingen voor de tenderregeling heeft de limiet van minimaal 10 aanvragers niet bereikt. Het Waddenfonds werkt aan een hernieuwde en bijgestelde openstelling zodat dit jaar alsnog een succesvolle openstelling van de tender kan worden bereikt.
De bescherming van belangrijke natuurwaarden tegen de effecten van de diverse visserijen waarop het convenant betrekking heeft, is geborgd via de Wnb-vergunning. Daarop wordt ook gericht publiek toezicht en handhaving uitgeoefend. Dat is de basis. Daarbovenop heb ik met diverse visserijsectoren in convenanten afspraken gemaakt over een extra verduurzaming van hun activiteiten. Ik zou graag zien dat de extra natuurwinst die we met elkaar in die bestuurlijke akkoorden nastreven, sneller wordt gerealiseerd. De evaluatie van het VIBEG-convenant zal ons leren of en hoe het effectiever kan.
Zoals ik ook in mijn antwoord op vraag 5 heb aangegeven, kan deze visserij uitgevoerd worden binnen de kaders van de vigerende vergunningen op grond van de Wet natuurbescherming.
Binnen de kaders van de vergunning op grond van de Wet natuurbescherming kan bepaalde visserij plaatsvinden in deze beide natuurgebieden. Ecologisch is er geen aanleiding om de beide gebieden in hun totaliteit af te sluiten voor menselijk medegebruik. Dit is ook niet het uitgangspunt in de beide Natura 2000-beheerplannen.