Ingediend | 18 mei 2020 |
---|---|
Beantwoord | 24 juni 2020 (na 37 dagen) |
Indiener | Ronald van Raak |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
Onderwerpen | bestuur cultuur en recreatie de nederlandse antillen en aruba media |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z08863.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3270.html |
Zoals u eerder medegedeeld in beantwoording op de Kamervragen op 19 mei 2020 over de persvrijheid op Aruba, is het juist in een moeilijke periode als deze van belang dat burgers zowel door de overheid als door onafhankelijke journalisten geïnformeerd kunnen worden over ontwikkelingen in hun omgeving. Dat geldt voor alle landen in ons Koninkrijk. Journalisten informeren de inwoners over de laatste ontwikkelingen rond het coronavirus en zijn als journalistieke waakhond cruciaal voor het functioneren van de democratie. Dat moet ondanks de crisis door kunnen gaan. Zonder over de casuïstiek te oordelen, vind ik dat er ook tijdens de crisis ruimte moet zijn voor de informerende en controlerende rol van journalisten.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
In mijn brief van 22 mei 2020 over aanvullende financiële steun aan Curaçao en Sint-Maarten in verband met COVID-19, zijn voor Curaçao voorwaarden opgenomen die zich voornamelijk richten op de financiële sector. De voorwaarden zijn gericht op effect en op voorhand niet limitatief vastgesteld. Per tranche van de liquiditeitssteun wordt besloten over de voorwaarden, die ook buiten de financiële sector kunnen liggen. In het plenaire debat met uw Kamer van 20 mei jl. over de incidentele suppletoire begroting inzake liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint Maarten heb ik dit uiteengezet en aangegeven bereid te zijn met een brede blik naar de voorwaarden te kijken.
Beantwoording binnen een tweetal dagen is niet gelukt gelet op de zorgvuldigheid die ik voorsta in de beantwoording en de in dat kader benodigde afstemming. Op 19 mei jl. heb ik uw Kamer hierover geïnformeerd.
Hierbij informeer ik u dat de aan mij gestelde vragen van het lid Van Raak (SP) over de persvrijheid op Curaçao (ingezonden op 18 mei 2020), met kenmerk 2020Z08863, niet vóór het Wetgevingsoverleg van woensdag 20 mei a.s. over de «Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2020» kunnen worden beantwoord. Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig vanwege afstemming met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.