Ingediend | 14 mei 2020 |
---|---|
Beantwoord | 2 juli 2020 (na 49 dagen) |
Indiener | Frank Wassenberg (PvdD) |
Beantwoord door | Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU), Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
Onderwerpen | bestuur koninklijk huis natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z08682.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3390.html |
Ja.
Op grond van de geldende wet- en regelgeving is de Minister van LNV bevoegd om bij activiteiten van of namens een lid van het Koninklijk Huis bevoegdheden van gedeputeerde staten of provinciale staten uit te oefenen. Dit is historisch verklaarbaar vanuit de ministeriële verantwoordelijkheid voor het handelen van leden van het Koninklijk huis. Op grond van art. 2 lid 1, onderdeel g, van de Kaderwet EZ-subsidies (zoals die ten tijde van het besluit gold) kon de toenmalige Staatssecretaris van Economische Zaken subsidie verstrekken op het gebied van natuurbeheer. Dat is ook de basis om voor het Kroondomein op aanvraag subsidie te verlenen om de terreinen in stand te kunnen houden en de aanwezige natuurwaarden te beschermen of uit te breiden. Deze bevoegdheid ligt thans bij de Minister van LNV.
De bevoegdheid tot verlening van de subsidie is beleidsmatig ingevuld door zo veel mogelijk analoge toepassing van de Subsidieverordening Natuur- en landschapsbeheer Gelderland 2016 (hierna: SVNL Gelderland 2016). De subsidie bestaat voor de periode 2016–2021 uit een agrarisch gedeelte, gericht op de bevordering van natuur en landschap binnen agrarische percelen, en een natuurgedeelte. Vóór 2016 waren er verschillende regelingen voor verschillende natuurbeschermingsdoeleinden, waarvoor het Kroondomein individuele aanvragen moest doen. Om deze situatie te stroomlijnen en versimpelen, is gekozen voor een lump-sum aanvraag.
Het doel van de betreffende subsidie is primair het beheer en onderhoud van de natuur met het oog op de instandhoudingsdoelen. Voorwaarden als het beschermingsregime, certificeringseisen, beschikbare bedragen voor het beheer en monitoringsverplichtingen zijn naar analogie van de SVNL Gelderland 2016 toegepast. Op het gebied van openstelling is deze regeling niet gevolgd. In de subsidiebeschikking wordt ruimte gelaten om een groter gebied af te sluiten dan 1 hectare, indien dit in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de Kroondrager wordt geacht. Het Kroondomein valt niet onder de Natuurschoonwet 1928.
Correspondentie tussen leden van het Koninklijk Huis en ministers over de subsidie en openstelling van het Kroondomein is mij niet bekend. Voor overige correspondentie verwijs ik u naar het antwoord op vraag 19 van de vragen van het lid Wassenberg (2020Z10214).
Nee. De subsidie is rechtmatig en zorgvuldig verstrekt, en ik zie dan ook geen enkele grond om tot terugvordering over te gaan. Voor een nadere toelichting verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2.
Nee. Zie hiervoor het antwoord op de vragen 2 en 4.
Nee. Zoals in antwoord op vraag 2 is aangegeven, dient de gedeeltelijke openstelling van delen van het gebied om de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de Kroondrager te kunnen waarborgen. Het beheer van het Kroondomein, waaronder ook de openstelling valt, is, binnen de grenzen van de wet, aan de Kroondrager.
Het faunabeheer wordt uitgevoerd door faunabeheerders van het Departement Faunabeheer of door houders van een jachtakte onder toezicht van het Departement Faunabeheer. Het faunabeheer vindt plaats binnen de grenzen van de geldende wet- en regelgeving. Er vindt geen jacht plaats in de strikte zin van die term, namelijk op de vijf jachtsoorten (konijn, haas, houtduif, wilde eend of fazant). Wel vindt er beheer van de populaties groot wild plaats (wild zwijn, ree, edelhert en damhert), om die populaties in evenwicht te houden met de draagkracht van het gebied. Hiervoor wordt alleen gebruik gemaakt van bersjacht (sluipend benaderen van het wild) of aanzitjacht (op dezelfde plek wachten tot het wild zich vertoont) en niet van drukjacht, riegeljacht of enige andere vorm waarbij dieren worden opgejaagd, noch gebeurt dit in groepen. Ten aanzien van de vragen over teksten die op de website www.koninklijkhuis.nl zouden hebben gestaan, verwijs ik naar het antwoord dat mijn ambtsvoorganger hierop heeft gegeven in 2007 (Kamerstuk 2007–2008, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 779).
Van het eigenlijke Kroondomein is ongeveer 1.300 hectare het hele jaar door toegankelijk voor het publiek. Het gebied dat jaarlijks van 15 september tot en met 25 december niet opengesteld is, beslaat ongeveer 5.000 hectare. De overige 400 hectare bestaat uit landbouwgronden.
Hiervoor verwijs ik u naar de bijgevoegde beschikking2. In de subsidiebeschikking staat een gedetailleerd overzicht van de verschillende toegekende subsidieonderdelen.
Voor het Kroondomein worden dezelfde eisen gesteld aan het natuurbeheer, tegen eenzelfde vergoeding als aan vergelijkbare natuurgebieden die onder de SVNL Gelderland 2016 vallen. Voor de niet jaarrond opengestelde gebieden wordt geen openstellingssubsidie verstrekt. In het antwoord op vraag 2 staat omschreven waarom in de subsidie aan het Kroondomein op het punt van de openstelling wordt afgeweken van de generieke voorwaarden zoals deze in de SVNL Gelderland 2016 worden toegepast. De huidige subsidie loopt door tot en met 31 december 2021. Mocht er sprake zijn van een nieuwe aanvraag, dan zal ik de Kamer voorafgaande aan de eventuele toekenning van een nieuwe subsidie informeren.
Het Kroondomein valt niet onder de Natuurschoonwet 1928; het doet geen beroep op de fiscale faciliteiten van die wet en de specifieke voorwaarden die daaraan worden gesteld zijn dus niet van toepassing. De natuurbeheersubsidie is rechtmatig en zorgvuldig verstrekt; ik zie dan ook geen enkele grond om tot terugvordering over te gaan.
Zoals geconcludeerd in reactie op de motie Arissen (Kamerstuk 33 576, nr. 133), is er voor het kabinet geen grond om invloed uit te oefenen op specifieke keuzes die in het kader van het beheer van het eigenlijke Kroondomein zijn gemaakt. Ik zie geen aanleiding om deze conclusie te herzien.
De schriftelijke vragen van het lid Wassenberg (PvdD) (kenmerk 2020Z08682, ingezonden op 14 mei 2020) en de aanvullende vragen van de leden Sneller en de Groot (beide D66) (kenmerk 2020Z08783, ingezonden op 15 mei 2020) over het bericht «Koning krijgt ten onrechte subsidie voor het Loo», kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord vanwege de benodigde interdepartementale afstemming. Ik doe uw Kamer de beantwoording van beide sets vragen zo spoedig mogelijk toekomen.