Ingediend | 13 mei 2020 |
---|---|
Beantwoord | 2 juni 2020 (na 20 dagen) |
Indieners | Bram van Ojik (GL), Tom van der Lee (GL) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD), Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | energie natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z08568.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-2960.html |
Ja.
Ja. Inmiddels heeft het Duitse Bundesnetzagentur op 15 mei jl. besloten om afwijzend te beslissen op het verzoek van Nord Stream 2 om te mogen afwijken van bepalingen uit de EU Gasrichtlijn.3
Ja, ik ben door Bundesnetzagentur geconsulteerd over het door Nord Stream 2 ingediende verzoek om te mogen afwijken van bepalingen uit de EU Gasrichtlijn. In mijn reactie aan Bundesnetzagentur heb ik mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken aangegeven dat het niet aan Nederland is om te beoordelen of de EU-regelgeving voldoende basis biedt voor het verlenen van de door Nord Stream 2 gevraagde afwijking. Nederland gaat er van uit dat Bundesnetzagentur tot een zorgvuldig afgewogen oordeel komt.
Met deze beantwoording is mijn inzet openbaar. Verder heeft Bundesnetzagentur laten weten dat de in de consultatie ontvangen reacties openbaar worden gemaakt tenzij indieners hebben aangegeven daar bezwaar tegen te hebben.
Het staat eenieder vrij om zich te verweren tegen besluitvorming die voortvloeit uit EU-wetgeving die onwelgevallig wordt gevonden met inachtneming van de daarvoor geldende regels en procedures. Het staat Nord Stream 2 daarom vrij om bezwaar aan te tekenen tegen het besluit van Bundesnetzagentur om de gevraagde afwijking niet te verlenen. Ik zie geen reden om mij daar tegen te verzetten.
Als het gaat om de vraag welke mogelijkheden Nord Stream 2 heeft om niet onder de werking van de EU Gasrichtlijn te vallen, verwijs ik naar het beroep dat Nord Stream 2 afgelopen jaar bij het Europese Hof van Justitie heeft ingesteld om de wijziging van deze richtlijn nietig te verklaren en naar de door Nord Stream 2 opgestarte arbitrageprocedure onder het Energy Charter Treaty. In algemene zin is het waarschijnlijk dat Nord Stream 2 alle opties onderzoekt om niet onder de werking van de EU Gasrichtlijn te hoeven vallen of om daaraan te voldoen (ook in de media zijn opties genoemd6). Op welke (combinatie van) opties Nord Stream 2 inzet is in eerste instantie een vraag voor Nord Stream 2, waarbij geldt dat deze in lijn zal moeten zijn met EU-regelgeving.
Overigens heeft het Europese Hof op 20 mei jl. besloten het voornoemde beroep van Nord Stream 2 tegen de wijziging van de richtlijn niet-ontvankelijk te verklaren.
Wat betreft de Strategische Monitor van het The Hague Centre for Strategic Studies deel ik graag mijn appreciatie. Bij energie-afhankelijkheid gaat het vaak vooral om pijpleiding-gas, omdat de import daarvan door de EU toeneemt (doordat de Europese gasproductie daalt vanwege onder meer de wens van het kabinet om de gaswinning uit het Groningenveld zo snel als mogelijk is te beëindigen) en er, in vergelijking met olie dat met name via tankers wordt aangevoerd, minder flexibiliteit is om snel van leverancier te wisselen. De inzet van het kabinet is daarom gericht op een sterke, goed functionerende interne Europese markt en diversificatie van bronnen, leveranciers en aanvoerroutes. Concrete resultaten hiervan zijn onder meer de mogelijkheden om door het bi-directioneel maken van pijpleidingen gas binnen de EU ook van west naar oost te transporteren en de aanleg van nieuwe LNG-terminals in de EU. Hierdoor is de gasleveringszekerheid in vooral de Oost-Europese landen de afgelopen jaren toegenomen. Daarnaast zien we de laatste jaren ook een sterke toename van LNG in West-Europa, dit mede als gevolg van het sterk gestegen aanbod vanuit de Verenigde Staten. Overigens geldt bij energie-afhankelijkheid dat deze wederzijds is: met haar goed betalende afnemers is de EU voor energieleveranciers een markt die men niet graag kwijtraakt.
Wat betreft energieveiligheid noemt de Strategische Monitor onder meer geopolitieke spanningen naar aanleiding van het Nord Stream 2 pijpleiding-project. Het kabinet ziet Nord Stream 2 als een commercieel project, maar geeft zich rekenschap van de geopolitieke aspecten. Mede daarom is in EU-verband vol, en met succes, ingezet op een nieuwe gastransitovereenkomst tussen Rusland en Oekraïne, die afgelopen december is bereikt. In algemene zin is de Nederlandse inzet, onder meer in EU-verband, erop gericht om geopolitieke spanningen, ook in het kader van Nord Stream 2, zoveel mogelijk te voorkomen en te mitigeren.
Energieveiligheid en vermindering van energieafhankelijkheid (namelijk door diversificatie van bronnen, leveranciers en aanvoerroutes) zijn van groot belang voor Nederland en de EU. De EU-inzet is daarop ook onverminderd gericht en daarom zie ik niet direct de noodzaak voor extra maatregelen om de energieafhankelijkheid te verminderen. Hierbij is het goed te noemen dat het bedrijven zijn die in energie handelen, overheden hebben eerst en vooral een faciliterende rol, zoals het er voor zorgen dat de markt zijn werk kan doen.
Wat betreft de NAVO geldt dat energieveiligheid een belangrijke rol speelt, waarbij er drie pijlers te onderscheiden zijn: vergroten van het strategisch bewustzijn, beschermen van de kritieke energie-infrastructuur en vergroten van energie-efficiëntie van de strijdkrachten. Afgelopen november hebben de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken hierover aanbevelingen goedgekeurd, die nader worden uitgewerkt.
Tenslotte: de Europese energietransitie zal leiden tot minder vraag naar fossiele brandstoffen, waardoor de afhankelijkheid van (importen van) fossiele brandstoffen op termijn sterk zal gaan afnemen. De implementatie van de Europese Green Deal heeft daarom een directe relatie met de vermindering van energieafhankelijkheid.
Deze vragen zijn zo snel mogelijk beantwoord.