Ingediend | 6 mei 2020 |
---|---|
Beantwoord | 8 juni 2020 (na 33 dagen) |
Indieners | Gijs van Dijk (PvdA), Attje Kuiken (PvdA) |
Beantwoord door | Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid, viceminister-president ) (D66) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's internationaal organisatie en beleid werk zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z08002.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3055.html |
Ja, ik ben bekend met het bericht.
Ja ik deel uw mening dat werkgevers altijd en zeker in tijden van corona moeten zorgen voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden voor al hun werknemers en dus ook voor arbeidsmigranten.
Verschillende sectoren hebben protocollen opgesteld. Van elke organisatie wordt verwacht dat zij conform de Arbowet de risico-inventarisatie en -evaluatie tegen het licht houdt in relatie tot de nieuwe arbeidsrisico COVID-19 en de nodige maatregelen neemt. De Inspectie SZW houdt toezicht op de Arbowet. Daarnaast geeft de Inspectie SZW zo spoedig mogelijk gehoor aan meldingen. Dit kan bijvoorbeeld door het uitvoeren van een inspectie ter plekke. Ten aanzien van de slachterijen werkt de Inspectie SZW nauw samen met de NVWA. Zij doen dit vanuit hun eigen verantwoordelijkheden. De NVWA houdt in de slachterijen toezicht op het dierenwelzijn. De Inspectie SZW houdt in de slachterijen toezicht op de arbeidsomstandigheden van de werknemers. De NVWA en de Inspectie SZW stemmen hun aanpak af en wisselen gegevens uit om de situatie in de vleessector beter in beeld te krijgen en waar nodig te inspecteren.
Veel arbeidsmigranten zijn voor hun werk en huisvesting afhankelijk van de werkgever of het uitzendbureau. Zij lopen daarom het risico hun woning te moeten verlaten als het werk stopt. Het kabinet roept allereerst werkgevers op om werknemers niet te ontslaan, maar in dienst te houden en gebruik te maken van de NOW-regeling. Indien een werkgever wel de arbeidsmigrant ontslaat, vraagt het kabinet de werkgever om hier ook een verantwoordelijkheid voor te nemen en de arbeidsmigrant niet per direct op straat te zetten. Daarnaast wordt van alle werkgevers verwacht dat zij de instructies van het RIVM volgen. Zeker in deze tijd is het van belang dat een werkgever zieke mensen niet laat doorwerken, maar een werknemer de ruimte en tijd geeft om te herstellen, zodat deze na herstel weer gezond aan het werk kan en bovendien een besmetting van andere werknemers kan worden voorkomen. De richtlijnen van het RIVM hierover zijn helder: werknemers dienen thuis te blijven bij ziekte- en verkoudheidsverschijnselen. Wanneer onduidelijkheid is over of een werknemer kan werken en welke werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden, kunnen werkgevers en werknemers advies vragen aan de bedrijfsarts. Sommige arbeidsmigranten zijn echter niet bekend met de bedrijfsarts. Het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten3 werkt aan het verbeteren van de informatievoorziening voor de arbeidsmigranten waardoor zij onder andere de bedrijfsarts beter kunnen vinden.
De Inspectie SZW heeft tot en met 15 mei 1210 Corona gerelateerde meldingen ontvangen. 169 meldingen daarvan zijn gerelateerd aan arbeidsmigranten.
De meeste meldingen gaan over het onvoldoende afstand kunnen houden op de werkvloer. 109 meldingen zijn in onderzoek genomen. Over 16 meldingen moet nog een beslissing worden genomen. 44 meldingen zijn niet in onderzoek genomen.
Redenen om een melding niet in onderzoek te nemen zijn bijvoorbeeld dat door de melder onvolledige informatie is verleend, maar de melder kan niet om nadere informatie worden gevraagd omdat deze anoniem is. Een andere reden om een melding niet in behandeling te nemen is dat het onderwerp niet op het terrein van de Inspectie SZW ligt. In dat geval wordt de melding doorgestuurd naar de juiste instantie.
In verband met Corona, het beperken van mobiliteit en zoveel als mogelijk thuis werken, heeft de Inspectie SZW haar meldingen en interventieproces aangepast. Op grond van bestaande wet- en regelgeving zouden coronameldingen bijna niet in aanmerking komen voor onderzoek. Dat is onwenselijk omdat het maatschappelijk belang erbij gediend is dat werknemers en burgers meldingen kunnen doen en dat de Inspectie SZW zoveel mogelijk bijdraagt aan het beperken van besmettingsrisico’s, etc.
Een interventie bestaat meestal uit het bevragen van de werkgever, het opvragen van bewijsstukken, bij melders checken of er verbeteringen zijn, etc. Deze interventie, niet primair gericht op handhaven maar op het bevorderen van naleven, past erbij dat omgaan met Corona een leerproces is. Waar nodig vindt inspectie ter plekke plaats. Zie de website www.inspectieszw.nl over handhaving van de Inspectie SZW op de coronamaatregelen.
Een groot deel van de thema’s die in bovengenoemde berichten terugkomen hebben al langere tijd de aandacht van het kabinet. Ik deel uw mening dat wij altijd, en zeker in tijden van corona, moeten zorgen voor eerlijke, gezonde en veilige arbeidsomstandigheden voor alle werknemers in Nederland en dus ook voor arbeidsmigranten. Naast de aangepaste interventieproces van de Inspectie SZW, is er ook mede door de urgentie van de problematiek, besloten een Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten in te richten. Dit interdepartementaal team is inmiddels actief om op regionaal niveau tot oplossingen en mogelijke maatregelen te komen die arbeidsmigranten zullen beschermen tegen het coronavirus en daaraan gerelateerde problematiek. Het doel van het aanjaagteam is drieledig. Allereerst agendeert het aanjaagteam de bescherming van arbeidsmigranten bij werkgevers, gemeenten en provincies, en brengt partijen op regionaal niveau samen. Tegelijkertijd wordt er samen met deze partijen en interdepartementaal gezocht naar maatregelen voor de bescherming van arbeidsmigranten op de korte en (middel)lange termijn. Het kan zijn dat dit vraagt om lokale oplossingen, maar ook dat er moet worden gekeken naar landelijk beleid. Tot slot zal het aanjaagteam monitoren of er sprake is van tekorten of overschotten aan arbeidsmigranten in deelsectoren en zo nodig stimuleren tot arbeidsbemiddeling.