Ingediend | 6 mei 2020 |
---|---|
Beantwoord | 15 juni 2020 (na 40 dagen) |
Indieners | Martijn van Helvert (CDA), Joba van den Berg-Jansen (CDA) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | economie handel |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z07987.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3144.html |
Ja.
De economische gevolgen van het coronavirus zijn ongekend, in vrijwel alle landen in de wereld. Hoewel het bestrijden van het coronavirus momenteel topprioriteit heeft, staan de ontwikkelingen in de wereld niet stil, ook op geopolitiek gebied. Enkele landen of partijen zouden in deze situatie kunnen profiteren van bijvoorbeeld liquiditeitsproblemen van bepaalde bedrijven. Gezien de onvoorspelbaarheid van het coronavirus en de daarmee gepaarde economische en politieke onzekerheid, is het echter lastig nu vast te stellen wie op wat voor wijze van de coronacrisis kan profiteren. Gezien deze onzekerheid is het van belang om alert te blijven op internationale ontwikkelingen en de situatie nauwlettend in de gaten te houden.
Het kabinet heeft geen indicaties dat China op substantieel andere wijze dan normaal zijn belangen in Nederland of Europa probeert te behartigen.
Het kabinet heeft geen indicaties dat China op substantieel andere wijze dan normaal zijn belangen in Nederland of Europa probeert te bevorderen. De stappen die door Nederland en in EU-verband worden gezet om risico’s ten aanzien van investeringen en overnames te beheersen staan benoemd op pagina 32 van de beleidsnota «Nederland-China: een nieuwe balans» (Kamerstuk 35 207, nr. 1).
Het kabinet is daarnaast van mening dat directe buitenlandse investeringen bijdragen aan ons innovatievermogen, onze werkgelegenheid en onze concurrentiekracht. Ook in deze economische tijden is het wenselijk dat kapitaal in eerste aanleg door de markt wordt verstrekt; dat leidt eveneens tot minder noodzaak tot financiële ondersteuning door de overheid. Tegelijkertijd is het kabinet bewust van dalende marktwaarde bij bedrijven als gevolg van de coronacrisis. De overheid hecht veel belang aan de ondersteuning van bedrijven die kampen met de nadelige economische en financiële gevolgen van de crisis, o.a. met het Noodpakket voor banen en economie 1.0 en 2.0 (Kamerstuk 35 420, nr. 2 en Kamerstuk 35 420, nr. 38). Het is echter een bijzondere situatie, het kabinet houdt daarom continu de vinger aan de pols bij marktontwikkelingen die kunnen leiden tot ongewenste overnames en investeringen. Daarbij wordt nadrukkelijk gezocht naar oplossingen vanuit de markt.
Daarnaast maakt het kabinet zich in internationaal en Europees verband hard voor een gelijk speelveld voor het Nederlandse bedrijfsleven, o.a. op het gebied van staatssteun uit derde landen. Onderdeel hiervan is de kabinetsinzet voor het realiseren van een gelijk speelveld op de Europese interne markt voor alle ondernemingen (level playing field instrument) (Kamerstuk 21 501-30, nr. 470).
Zie antwoord vraag 4.
Het kabinet werkt in den brede aan de uitbreiding van het instrumentarium in geval van ongewenste overnames of investeringen. De Uitvoeringswet van de EU-verordening voor de screening van buitenlandse directe investeringen (aangekondigd bij brief van 11 november 2019, Kamerstuk 30 832, nr. 97) ligt op dit moment middels een spoedprocedure voor aan de Raad van State en wordt naar verwachting voor het zomerreces aan uw Kamer verstuurd. Dit wetsvoorstel voorziet in de noodzakelijke wettelijke maatregelen ten aanzien van de realisatie van het zogeheten contactpunt. Dit contactpunt zal de vertrouwelijke informatie-uitwisseling faciliteren en ondersteunen tussen lidstaten onderling en met de Europese Commissie aangaande directe investeringen uit derde landen waar mogelijke risico’s aan verbonden zijn voor de nationale veiligheid. Het contactpunt zal in lijn met de Verordening op 1 oktober in werking treden.
Met dezelfde brief bent u geïnformeerd over het breder wetsvoorstel voor het stelsel van investeringstoetsing op risico’s voor de nationale veiligheid. Het wetsvoorstel voor de brede investeringstoets wordt naar verwachting eind 2020 aan uw Kamer aangeboden. De totstandkoming van de wet- en regelgeving volgt een kritiek tijdspad. De wet versneld invoeren is niet wenselijk. Om de rechten van Nederlandse ondernemingen en van investeerders voldoende te borgen is het van belang een zorgvuldig wetgevingsproces te doorlopen, met voldoende tijd voor de internetconsultatie en het inwinnen van de benodigde adviezen en uitvoerings- en handhavingstoetsen.
Op 2 juni 2020 heeft het kabinet aangekondigd een peildatum op te nemen in het wetsvoorstel voor de investeringstoets (Kamerstuk 30 821, nr. 113). Het opnemen van de peildatum 2 juni 2020 in de toekomstige wet heeft tot gevolg dat na inwerkingtreding van de wet, overnames en investeringen die vanaf 2 juni zijn gedaan, met terugwerkende kracht getoetst kunnen worden wanneer daar vanuit de bescherming van onze nationale veiligheid aanleiding voor is. Tegelijkertijd wordt het mogelijk strategisch gedrag van ondernemingen of investeerders in aanloop naar de inwerkingtreding te voorkomen. De terugkijktermijn zal betrekking hebben op overnames of investeringen binnen de gecommuniceerde reikwijdte: aanbieders van vitale processen en vitale infrastructuur en ondernemingen die actief zijn op het gebied van hoogwaardige sensitieve technologie. Hierbij wordt aangesloten op de bestaande kaders voor exportcontrole op militaire en dual-use goederen.
Daarnaast werkt het kabinet ook aan sectorspecifieke wetgeving voor toetsing op risico’s voor de nationale veiligheid bij overnames en investeringen in de defensie-industrie, ter borging van de Nederlandse technologische en industriële basis (Kamerstuk 31 125, nr. 108).
Tegelijkertijd hebben bedrijven zelf mogelijkheden om zich te beschermen tegen vijandige overnames. Zo kent het Nederlandse ondernemingsrecht een aantal reguliere beschermingsmaatregelen, waaronder blokkeringsmaatregelen. Het wetsvoorstel Bedenktijd door het bestuur van een beursvennootschap ligt momenteel voor in uw Kamer. Dit wetsvoorstel biedt aanvullende bescherming in geval van een vijandige overname. Op 17 april 2020 heeft uw Kamer de Nota naar aanleiding van het verslag ontvangen.
Aangaande de maritieme maakindustrie verwijzen wij graag naar de beantwoording van de vragen over dit onderwerp gesteld door het lid Stoffer (SGP) (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3145).
Door de coronacrisis is nog meer aandacht gekomen voor de risico’s van strategische afhankelijkheden en ongewenste overnames, waar in de notitie al op werd gewezen. De Chinanotitie maakte tevens reeds melding van China’s toegenomen assertiviteit en wees onder meer op het risico van beïnvloeding. Kortom, de huidige ontwikkelingen bevestigen het uitgangspunt van de Chinanotitie: samenwerken waar het kan, beschermen waar het moet. Hierbij dient benadrukt te worden dat het beleid zich niet enkel richt op China. Ook indien er door andere partijen risico’s ontstaan zal het kabinet gepaste maatregelen nemen.
Op 6 mei hebben de leden Van den Berg en Van Helvert (beiden CDA) vragen gesteld aan de ministers van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Pandemie zal opmars van China niet stuiten, maar juist versnellen». Vanwege de voor de beantwoording benodigde interdepartementale afstemming kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken worden beantwoord. Ik streef ernaar deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.