Ingediend | 14 april 2020 |
---|---|
Beantwoord | 2 juli 2020 (na 79 dagen) |
Indiener | Frank Wassenberg (PvdD) |
Beantwoord door | Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z06646.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-3416.html |
Ja.
De proef was aangevraagd voor de behandeling van 2.500 eiken in zes gemeenten. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft met ingang van 15 april de proefontheffing voor het injecteren van eiken met het middel Vertimec ter bestrijding van de eikenprocessierups ingetrokken. Voordat het Ctgb de proefontheffing heeft ingetrokken was daar in één gemeente al gebruik van gemaakt. Middelen met de actieve stof uit Vertimec zijn als biocide tot nu toe alleen toegelaten voor het bestrijden van organismen in gesloten, goed te definiëren ruimtes, kieren, etc. Na een interne evaluatie heeft het Ctgb besloten dat voor het toedienen buiten in een eik, ook de kennis over milieuaspecten van Vertimec als gewasbeschermingsmiddel (het buitengebruik) moet worden meegewogen. Dat betekent dat nu breder is gekeken naar de gevolgen van het middel in het milieu, zoals naar de effecten op andere organismen die leven in en bij de boom. Het Ctgb oordeelt dat die risico’s voor andere insecten en voor bijvoorbeeld foeragerende vogels te groot zijn. Die risico’s kunnen bij deze toepassing niet worden weggenomen met aanvullende voorschriften.
Eiken in Nederland kunnen honderden insectensoorten herbergen en dragen daarmee bij aan de biodiversiteit.
Het middel Vertimec is een insecticide dat bij deze proef geïnjecteerd zou worden in de sapstroom van de boom en vanuit deze sapstroom verder verspreid zou worden naar andere delen van de boom, zoals naar het blad. Op die manier zou het middel beschikbaar kunnen komen voor de eikenprocessierups en wellicht ook voor andere organismen die in en van deze boom leven. Gezien dit laatste risico heeft Ctgb de proef inmiddels verboden. Alle beheerders zijn wettelijk verplicht (conform Wet natuurbescherming) om te voorkomen dat beschermde soorten schade ondervinden van een uitgevoerde bestrijding.
Nee.
Het Ctgb heeft geoordeeld dat de risico’s van deze proef voor andere insecten en voor bijvoorbeeld foeragerende vogels te groot zijn. Die risico’s kunnen bij deze toepassing niet worden weggenomen met aanvullende voorschriften. Daarom heeft het Ctgb de proefontheffing ingetrokken. Zie ook mijn antwoord op vraag 2.
Zie antwoord vraag 6.
Dat klopt niet. De bevoegdheid van het Ctgb is vastgelegd in de wet gewasbeschermingsmiddelen en biocide. Er is een melding van de proef gemaakt binnen het kader van de Biocidenverordening. Dat is een reguliere procedure. Ctgb beoordeelt de proef en kan – binnen 45 dagen – de proef toestaan, verbieden of restricties opleggen. Het besluit dat het Ctgb neemt staat open voor bezwaar. Dit bezwaar heeft geen schorsende werking.
Zie het antwoord op vraag 2. De proefontheffing is ingetrokken. Daarmee is de proef beëindigd.
Op 9 april jl. heb ik uw Kamer uitgebreid geïnformeerd over het beleid rondom de bestrijding van de overlast van de eikenprocessierups en de rol van het Kennisplatform Processierups (Kamerstuk 27 858, nr. 507). In de brief benadruk ik het belang van een natuurlijke balans. Een omgeving met een rijke en robuuste variëteit aan plant- en diersoorten geeft natuurlijke weerstand tegen plaagsoorten en is verreweg de te prefereren optie. Biodiversiteitsherstel duurt echter jaren en experts geven aan dat natuurlijke bestrijders ten tijde van een plaag met grote overlast niet voldoende zijn en aanvullende inzet nodig is.
Het doel van het Kennisplatform processierups is ondersteuning van de preventie en bestrijding van de (eiken)processierups door het bieden van eenduidige informatie aan professionals, overheden, burgers en terreineigenaren over preventie, bestrijding, monitoring, opschaling, gezondheid en (na)zorg. Het uitgangspunt daarbij is dat gemeenten en terreineigenaren zelf verantwoordelijk zijn voor preventie en bestrijding van de processierups.
Samen met alle betrokken partijen doen we hard ons best om handvatten voor manieren van, liefst natuurlijke, vormen van preventie en bestrijding aan te reiken aan burgers, professionals en overheden. Voor het bestrijden van de eikenprocessierups dienen de principes van geïntegreerde gewasbescherming te worden toegepast. Wanneer de eikenprocessierups, ondanks de inzet van natuurlijke vijanden of andere preventiemaatregelen, bestreden dient te worden zal dit eerst met niet-chemische maatregelen moeten worden gedaan (zoals mechanisch wegzuigen). Wanneer dit de eikenprocessierups onvoldoende bestrijdt en de volksgezondheid in het gedrang komt, kan gebruik worden gemaakt van bestrijdingsmiddelen, waarbij de voorkeur uitgaat naar laagrisicomiddelen.