Ingediend | 24 maart 2020 |
---|---|
Beantwoord | 19 mei 2020 (na 56 dagen) |
Indieners | Ronald van Raak , Nevin Özütok (GL) |
Beantwoord door | Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur cultuur en recreatie de nederlandse antillen en aruba media recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z05526.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-2830.html |
Met het oog op het tegengaan van het COVID-19 virus heeft de Arubaanse regering maatregelen getroffen waaronder het instellen van een avondklok. De wettelijke basis hiervoor is een ministeriële regeling ter uitvoering van artikel 16, eerste lid, van de Calamiteitenverordening (AB 1989 no. 51). In deze ministeriële regeling is bepaald dat alleen mensen die in deze ministeriële regeling vastgelegde uitzonderinggrond hebben zich tijdens deze avondklok buiten mogen begeven. Voor journalisten is er geen uitzonderingsgrond opgenomen.
Het is juist in een moeilijke periode als deze van belang dat burgers zowel door de overheid als door onafhankelijke journalisten geïnformeerd kunnen worden over ontwikkelingen in hun omgeving. Deze zorgen zijn daarom begrijpelijk. Ik kan u inmiddels melden dat de autoriteiten op Aruba een werkwijze hanteren waarbij tijdens de avondklok drie journalisten toestemming krijgen om op straat te zijn.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Mij is bekend dat mevrouw Henriquez op 22 maart na 21.00 uur lokale tijd ten tijde van de avondklok is gearresteerd. De werkbriefjes werden niet erkend omdat journalisten niet onder de uitzonderingsgrond vallen, zoals beschreven in voorgaand antwoord. Dit incident vond plaats voordat er overeenstemming was over de werkwijze waarbij drie journalisten tijdens de avondklok op straat mogen zijn.
Ik zie, gelet op de antwoorden op de vragen 1 tot en met 3, geen reden om de gevraagde voorwaarden als voorwaarden voor hulp op te nemen.