Ingediend | 16 januari 2020 |
---|---|
Beantwoord | 27 februari 2020 (na 42 dagen) |
Indiener | Henk Krol (50PLUS) |
Beantwoord door | Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA), Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | burgerlijk recht recht verkeer weg |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z00535.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-1873.html |
Ik heb kennisgenomen van de uitzending en het onderzoek naar verzekeringspremies voor oudere automobilisten.
Ik ben bekend met deze onderzoeksresultaten. Het is moeilijk om in algemene zin een oordeel te geven over de verschillen in premies. Verzekeraars hanteren eigen schadestatistieken en risicomodellen om hun premies op te baseren. Uit het overzicht van de Consumentenbond van toeslagen en leeftijdsgrenzen bij verschillende verzekeraars komt naar voren dat elke verzekeraar andere afwegingen maakt die niet in alle gevallen in het nadeel van ouderen zijn. Voor autoverzekeringen geldt dat deze direct opzegbaar zijn. Daardoor kan een verzekerde op ieder moment besluiten zijn verzekering bij een andere partij af te sluiten. In zijn algemeenheid is het aan te bevelen regelmatig te bekijken of afgesloten verzekeringen nog passend zijn of dat een andere aanbieder een beter passende aanbieding heeft.
Het is niet aan de overheid om voor verzekeringen te bepalen of en welke doelgroepen een bepaalde korting op de premie zouden moeten krijgen. Uiteraard ligt het wel in de rede dat bij schadeverzekeringen de premies in verhouding staan tot de kans dat schade ontstaat en de hoogte daarvan. Het is ook mogelijk dat verzekeraars daarbij onderscheid maken in doelgroepen.
Ik zou het inderdaad ernstig vinden als ouderen geen toegang meer hebben tot autoverzekeringen. Mobiliteit is een belangrijke factor bij tegengaan van sociaal isolement en eenzaamheid. Het is een gegeven dat bij een groot deel van de bevolking ouder worden samengaat met afname van de mobiliteit, in bredere zin dan enkel het niet meer kunnen autorijden. Het is een van de facetten die aan de orde komt in het beleidsprogramma Een tegen Eenzaamheid van mijn collega van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ook heeft het aspect mobiliteit aandacht van beleidsmakers van gemeenten die sociaal isolement van hun inwoners willen bestrijden, bijvoorbeeld binnen de zgn. Lokale Coalities tegen Eenzaamheid. Ook spannen zij zich in voor de toegang van ouderen tot het openbaar vervoer. Het is niet mijn inschatting dat de beperktere toegang tot autoverzekeringen in deze context een factor van wezenlijk belang is.
Onder bepaalde voorwaarden is het maken van onderscheid toegestaan. Het is zoals aangegeven niet aan het kabinet om te treden in de beoordeling van overeenkomsten tussen verzekernemers en verzekeraars en de vraag of sprake is van leeftijdsdiscriminatie.
Hierbij deel ik u mede dat ik de door het lid Krol (50PLUS) gestelde schriftelijke vragen over leeftijdsdiscriminatie bij WA- en VC-autoverzekeringen (ingezonden op 16 januari 2020, met kenmerk 2020Z00535) niet binnen de door u gestelde termijn kan beantwoorden, omdat voor de beantwoording afstemming met meerdere ministeries vereist is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.