Ingediend | 8 januari 2020 |
---|---|
Beantwoord | 3 maart 2020 (na 55 dagen) |
Indieners | Chris Stoffer (SGP), Roelof Bisschop (SGP) |
Beantwoord door | Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA), Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | belasting financiën landbouw organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z00103.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-1925.html |
Ja.
Er is een aantal fiscale mogelijkheden waar ondernemers gebruik van kunnen maken en die volgens het kabinet in voldoende mate tegemoetkomen aan de wensen van het landbouwbedrijfsleven. Zo kunnen ondernemers bij grote schommelingen van de winst bijvoorbeeld gebruikmaken van de middelingsregeling en van de reguliere verliesverrekeningsregels. Daarnaast is door dit kabinet een belangrijke stap gezet om ook fiscaal tegemoet te komen aan het beheren van risico’s veroorzaakt door extreme en ongunstige weersomstandigheden. Naast de al bestaande overheidssubsidie voor een zogenoemde Brede Weersverzekering is per 1 januari 2020 ook een vrijstelling in de assurantiebelasting voor deze verzekering opgenomen.
In de brief van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 3 juli 20192 is aangegeven dat het kabinet bekijkt of en zo ja hoe, er invulling kan worden gegeven aan de wens van het landbouwbedrijfsleven voor een regeling waarbij winsten fiscaal gefaciliteerd weggezet kunnen worden en weer gebruikt kunnen worden in geval van een calamiteit. Sindsdien is er regelmatig overleg geweest met vertegenwoordigers van de sector. Aan vertegenwoordigers van de sector is gevraagd een voorstel te doen voor een vorm van een klimaatreserve of een andere wijze waarop grote schommelingen in landbouwinkomens fiscaal kunnen worden opgevangen. Hierbij is voorgesteld om de fiscale voorzieningen in andere Europese landen bij het voorstel te betrekken. Het voorstel is op 16 januari 2020 door de vertegenwoordigers van de sector toegezonden en zal nader worden bestudeerd. Aan de hand van dit voorstel zal worden bezien of, en zo ja, op welke wijze een dergelijke fiscale faciliteit in het Nederlandse fiscale stelsel zou passen.
Zie antwoord vraag 3.
Ja.
Het in kaart brengen van de fiscale consequenties van voorgenomen beleid en het – voor zover mogelijk en wenselijk – vooraf maken van afspraken hierover is belangrijk bij het ontwikkelen van beleid. Het overleg met de sector vormt hier een belangrijk onderdeel van. In de toelichting bij de recent gepubliceerde Subsidieregeling sanering varkenshouderijen is een fiscale paragraaf3 opgenomen, zodat de fiscale gevolgen van de subsidieregeling voor eenieder duidelijk en kenbaar zijn. Daarnaast zijn het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, samen met de Belastingdienst, al dan niet vooraf, regelmatig in overleg met fiscale experts in de sector om de fiscale consequenties van bepaald beleid met elkaar te bespreken en te duiden. De resultaten van zo’n overleg kunnen dan vervolgens bijvoorbeeld in een vraag- en antwoordendocument, zoals met betrekking tot de Fosfaatregelingen melkveehouderij4, worden gepubliceerd.
De in het artikel genoemde aangelegenheden met betrekking tot de toepassing van de herinvesteringsreserve in de landbouw zijn ons bekend. Een verruiming van de toepassingsmogelijkheden van de herinvesteringsreserve kan in bepaalde situaties – afhankelijk van de feiten en omstandigheden – gewenst zijn. Over dit onderwerp vindt regelmatig overleg plaats met vertegenwoordigers van de sector. Met betrekking tot de hiervoor genoemde Subsidieregeling sanering varkenshouderijen is om die reden ook voorzien in onder meer een verruiming van de toepassingsmogelijkheden van de herinvesteringsreserve. Er zal dan ook steeds per (nieuwe) regeling, mede in overleg met de sector, worden bezien in hoeverre het mogelijk en wenselijk is om de toepassingsmogelijkheden van de herinvesteringsreserve te verruimen.
Zie antwoord vraag 7.
Zie antwoord vraag 7.