Ingediend | 15 november 2019 |
---|---|
Beantwoord | 27 januari 2020 (na 73 dagen) |
Indieners | Peter Kwint , Cem Laçin |
Beantwoord door | Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU), Stientje van Veldhoven (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat, minister zonder portefeuille infrastructuur en waterstaat) (D66) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's onderwijs en wetenschap organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z22243.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-1487.html |
Het kabinet vindt schone lucht van levensbelang.2 Daarom werken we met het Schone Lucht Akkoord, samen met decentrale overheden, aan het verbeteren van de buitenluchtkwaliteit voor iedereen. Daarnaast werken we samen met decentrale overheden aan het, waar nodig en wenselijk, versterken van het beleid rondom kwetsbare bestemmingen zoals scholen. Ik vind het belangrijk dat kinderen onderwijs krijgen in een gezonde en veilige omgeving.
Waar ik niet in mee kan gaan is de algemene conclusie zoals geschetst in de vraagstelling. Gemeenten en scholen kunnen geld krijgen om risico’s op onderwijsachterstanden bij kinderen tegen te gaan. Op basis van de onderwijsachterstandenindicator van het CBS ontvangt ongeveer de helft van de basisscholen in Nederland hier in meer of mindere mate geld voor.
Bij navraag bij de gemeente Amsterdam geeft de gemeente aan dat zij zich niet herkent in de feitelijke constateringen en het verband dat in het artikel wordt gelegd.
In het onderzoek van OneWorld en de Groene Amsterdammer wordt de term «fijnstofzone» gebruikt voor gebieden die onder de Amsterdamse Richtlijn gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit vallen. Deze richtlijn wijkt af van het landelijke Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit, doordat het besluit zich beperkt tot locaties waar de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit worden overschreden. Beide richtlijnen hebben alleen betrekking op nieuwe locaties en substantiële uitbreidingen van bestaande locaties, en hebben geen betrekking op bestaande bestemmingen. Het RIVM brengt jaarlijks met metingen en rekenmodellen de luchtkwaliteit voor geheel Nederland in kaart. De term «fijnstofzone» wordt niet gebruikt. Er zijn geen cijfers bekend over de hoeveelheid en ligging van gebieden die onder de Amsterdamse Richtlijn of het Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit vallen.
Er zijn mij geen landelijke gegevens bekend over de fijnstofconcentratie per school.
Zie antwoord op vraag 3.
Er zijn mij geen landelijke gegevens bekend van scholen met een luchtfilteringssysteem. Het is aan scholen en gemeenten om te zorgen voor optimale onderwijshuisvesting.
Bij navraag bij de gemeente Amsterdam is aangegeven dat de gemeente de installatie van fijnstoffilters grotendeels subsidieert, evenals het regulier vervangen van de filters. Het is mij niet bekend in hoeverre andere gemeenten subsidies hebben voor luchtfilters, want er is geen landelijke registratie van subsidieregelingen voor luchtzuiveringssystemen bij scholen.
Bij navraag bij de gemeente Amsterdam is aangegeven dat er plannen in ontwikkeling waren om de Rosaschool op korte termijn te verhuizen naar een andere plek. In afwachting hiervan heeft de school besloten om onderhoud uit te stellen. Op het moment dat duidelijk werd dat de verhuisplannen niet op korte termijn zouden worden gerealiseerd, is alsnog besloten de filters te installeren. Dit viel samen met het besluit om hier leerlingen van de montessorischool tijdelijk te huisvesten.
Zie antwoord onder vraag 1.
Daarbij is vanuit de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap budget beschikbaar om onderwijsachterstanden tegen te gaan. Ook de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft budget ter beschikking gesteld aan gemeenten om gezondheidsachterstanden aan te pakken. Daarnaast hebben verschillende gemeenten een geïntegreerde aanpak om de verschillen in gezondheid en levensverwachting te verminderen.
We hebben in de afgelopen jaren een toenemende segregatie naar sociaaleconomische status (ses) in het onderwijs gezien.3 De belangrijkste verklaring voor schoolsegregatie is woonsegregatie.4 Op lokaal niveau hebben gemeenten en schoolbesturen de verantwoordelijkheid om afspraken te maken over het tegengaan van onderwijsachterstanden. De Inspectie van het Onderwijs heeft naar aanleiding van de motie Van Dijk geïnventariseerd hoe gemeenten hier uitvoering aan geven.5 Dit rapport is onlangs vastgesteld en wordt binnenkort aan uw Kamer toegezonden.
Momenteel werk ik aan een wetsvoorstel waarin de verplichting voor gemeenten is opgenomen om een meerjarig Integraal Huisvestingsplan (IHP) op te stellen. Ik ben in overleg met de PO-Raad, VO-raad en VNG over hoe bij het vaststellen van het IHP rekening kan worden gehouden met de gezondheidsaspecten van kinderen en personeel op scholen. Ik zie geen toegevoegde waarde van een aparte campagne gericht op de aanpak van fijnstof op scholen.
Zie antwoord op vraag 10.
Op 15 november jongstleden hebben de leden Kwint en Lacin (beiden SP) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld over het bericht dat de lucht op achterstandsscholen vuiler is (2019Z22243). Tot mijn spijt is zorgvuldige beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk. Ik zal de vragen zo snel mogelijk, maar in ieder geval in januari beantwoorden.
Op 15 november 2019 jongstleden hebben de leden Kwint en Laçin (beiden SP) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld over het bericht dat de lucht op achterstandsscholen vuiler is (2019Z22243). Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk, omdat afstemming nodig is met meerdere departementen. Ik zal de vragen van de leden Kwint en Laçin (beiden SP) zo spoedig mogelijk beantwoorden.