Kamervraag 2019Z22095

Schoolboeken en ander lesmateriaal waarin veel minder vrouwen dan mannen staan en relatief weinig personages met een niet-westerse naam

Ingediend 14 november 2019
Beantwoord 2 december 2019 (na 18 dagen)
Indiener Kirsten van den Hul (PvdA)
Beantwoord door Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU), Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66)
Onderwerpen basisonderwijs onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z22095.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-894.html
  • Vraag 1
    Herinnert u zich uw toezegging dat u het gesprek wilt aangaan met educatieve uitgevers over stereotypen in schoolboeken?1 Wat heeft u sindsdien ondernomen om aan deze toezegging gestalte te geven?

    Ja (zie hieronder).

  • Vraag 2
    Hoe beoordeelt u in dit licht het onderzoek van de Universiteit Leiden2, waarbij in schoolboeken sprake bleek van stereotypering in de zin dat vrouwen systematisch ondervertegenwoordigd zijn en minder vaak een beroep hebben dan een man, terwijl de onderzoekers bij mannen juist vaker personages zagen die topsporter of wetenschapper waren, of iets technisch deden?

    Het past de regering, gezien de vrijheid van het onderwijs en meningsuiting, de autonomie van scholen en de professionele ruimte van leraren, niet een oordeel te geven over leermiddelen. Met enige regelmaat krijgt het kabinet vragen over de inhoud van leermiddelen. De regering hecht eraan de formele verantwoordelijkheidsverdeling omtrent de inhoud en (redactionele) uitvoering van leermiddelen te respecteren. Zoals de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en zijn voorgangers aan uw Kamer in vele eerdere schriftelijke vragen hierover ook al hebben aangegeven, is het niet aan het kabinet om de inhoud van leermiddelen te beoordelen, maar aan scholen. We hebben, via de vrijheid van onderwijs, grondwettelijk verankerd dat scholen het onderwijs zelf mogen inrichten en daarbij leermiddelen van hun keuze mogen gebruiken. Dat past bij de autonomie van scholen en de professionele ruimte van leraren om daarin eigen afwegingen te maken. Tegelijkertijd is onderdeel van die vrijheid dat scholen de verantwoordelijkheid hebben om richting ouders en leerlingen aanspreekbaar te zijn op de gemaakte keuzes en de omgang met leermethoden. Ouders en leerlingen kunnen kwesties via de vertegenwoordiging in de medezeggenschapsraad bij het schoolbestuur aankaarten. Daarnaast kan een klacht worden ingediend via de daarvoor geldende klachtenregeling.
    Het onderzoek van prof. dr. Mesman laat onder andere zien dat er in Nederlandse schoolboeken voor de vakken wiskunde en Nederlands minder vrouwelijke dan mannelijke personages voorkomen en ook relatief weinig personages met een niet-Westerse achtergrond. De ondervertegenwoordiging en stereotypering die prof. dr. Mesman met haar onderzoeksteam vond, was vooral impliciet en subtiel, overduidelijke stereotypen zijn bijna niet gevonden. Prof. dr. Mesman geeft aan dat uit eerdere wetenschappelijke onderzoeken is gebleken dat kinderen juist gevoelig zijn voor dergelijke subtiele, verstopte boodschappen.
    Het is belangrijk dat leerlingen de ruimte hebben om te kunnen worden wie zij willen worden, zonder dat zij onbewust worden beperkt door deze subtiele en impliciete, stereotiepe beelden. We hebben de onderzoeken dan ook met interesse gelezen en vinden het belangrijk dat uitgeverijen ook daarover met elkaar in gesprek blijven.

  • Vraag 3
    Hoe beoordeelt u dat het aantal niet-westerse namen in schoolboeken achterblijft bij het aantal niet-westerse mensen in de samenleving, terwijl volgens het CBS 13,4% van de bevolking van niet-westerse afkomst is?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Vindt u dat educatieve uitgevers nu voldoende doortastend optreden door de uitkomsten van het onderzoek te gaan bespreken met de auteurs van de boeken? Waarom (niet)?

    Het is goed om te zien dat uitgeverijen zelf het initiatief hebben genomen op dit thema door hun lesmateriaal beschikbaar te stellen voor het onderzoek van de Universiteit Leiden. In totaal kreeg prof. dr. Mesman zestien lesboeken voor wiskunde en zeventien lesboeken voor Nederlands van de verschillende uitgevers. De uitgevers hebben vanaf het begin meegewerkt aan het onderzoek van prof. dr. Mesman, omdat zij benieuwd waren naar de resultaten. De uitgevers gaan de resultaten van het onderzoek bespreken met hun auteurs.

  • Vraag 5
    Deelt u de zorg van de Leidse onderzoekers dat «kinderen [...] heel gevoelig [zijn] voor juist subtiele, verstopte boodschappen»? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan voor de voortgang van de gesprekken met educatieve uitgevers? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 6
    Kunt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan het algemeen overleg over emancipatie van 2 december a.s.?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z22095
Volledige titel: Schoolboeken en ander lesmateriaal waarin veel minder vrouwen dan mannen staan en relatief weinig personages met een niet-westerse naam
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-894
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van den Hul over “schoolboeken en ander lesmateriaal waarin veel minder vrouwen dan mannen staan en relatief weinig personages met een niet-westerse naam”