Ingediend | 8 november 2019 |
---|---|
Beantwoord | 23 december 2019 (na 45 dagen) |
Indieners | Rudmer Heerema (VVD), Dilan Yeşilgöz-Zegerius (VVD) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | criminaliteit cultuur en recreatie openbare orde en veiligheid sport |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z21620.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-1233.html |
Ja, ik ben bekend met het bericht.
De sportsector vormt helaas geen uitzondering op maatschappelijke problematiek en ook hier komt criminele inmenging voor. Ik heb kennisgenomen van de signalen over criminaliteit bij het amateurvoetbal. Het is zorgelijk dat dit kan gebeuren. Voordat ik eventuele maatregelen afkondig is nader onderzoek nodig. Samen met de Minister van Medische Zorg en Sport ga ik onderzoek doen naar de inmenging van criminelen bij sportverenigingen. Hiermee geeft het kabinet invulling aan de motie van de Kamerleden Pater-Postma, Diertjens en Heerema (vergaderjaar 2018–2019; kst-30234-217). Het onderzoek maakt onderdeel uit van het Brede Offensief Tegen Ondermijnende Criminaliteit2. Hierbij wordt ingezet op versterking van de aanpak van de criminele (drugs)industrie en het weerbaarder maken van de samenleving tegen het gif van crimineel geld, bedreigingen, intimidaties en liquidaties waardoor ondermijning dreigt.
Zie antwoord vraag 2.
Het rapport van de Taskforce Brabant Zeeland komt met goede aanbevelingen en voorbeelden voor sportclubs en gemeenten om criminele inmenging in sportclubs tegen te gaan. Een belangrijke component daarin is preventie waaronder het zorgen voor een integer bestuur in sportclubs. Via het Nationaal Sportakkoord wordt ingezet op verenigingsbegeleiding, bestuurscoaching en het vernieuwen en implementeren van de Code Goed Bestuur. Daarnaast wordt vanuit VWS – samen met de KNVB en NOC*NSF – gekeken hoe de weerbaarheid van bestuurders van sportverenigingen tegen criminele inmenging in de lokale sportakkoorden een plaats kan krijgen.
Zie antwoord vraag 4.
Ik sluit niet uit dat deze problematiek ook bij andere sporten voorkomt. Zoals ik in mijn antwoord op vragen 2 en 3 heb aangekondigd, ga ik met de betrokken partijen een onderzoek doen naar criminele inmenging bij sportverenigingen.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Yesilgoz-Zegerius en Rudmer Heerema (beiden VVD) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht »70 amateurvoetbalclubs zien signalen van criminaliteit op de vereniging» (ingezonden 8 november 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden