Ingediend | 17 september 2019 |
---|---|
Beantwoord | 4 november 2019 (na 48 dagen) |
Indieners | Ockje Tellegen (VVD), Jeroen van Wijngaarden (VVD) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA), Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | ethiek ouderen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z17340.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-610.html |
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Een van de aanbevelingen uit de evaluatie van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (hierna: Wtl) uit 2017 behelst het nader onderzoek doen naar de mogelijkheid om tegen oordelen van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (hierna: RTE) cassatie in het belang der wet bij de Hoge Raad mogelijk te maken.
De mogelijkheid om tegen oordelen van de RTE cassatie in het belang der wet in te stellen zou vragen om een wetswijziging, namelijk aanpassing van artikel 78 van de Wet op de rechterlijke organisatie. In dit artikel is geregeld dat door de procureur-generaal bij de Hoge Raad cassatie in het belang der wet kan worden ingesteld tegen (kort gezegd) handelingen en uitspraken van rechterlijke colleges alsmede tegen uitspraken van de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming.
In het voorstel van de heer Kohnstamm zou het niet meer nodig zijn om een handeling of uitspraak van een rechterlijk college af te wachten, maar zou de RTE rechtstreeks de procureur-generaal bij de Hoge Raad kunnen verzoeken om ten aanzien van een onderliggende rechtsvraag cassatie in het belang der wet in te stellen bij de Hoge Raad.
Aan uw Kamer is toegezegd dat dit voorstel wordt onderzocht.2 Dit onderzoek bevindt zich op dit moment in aan afrondende fase en ik zal uw Kamer dit najaar hierover inhoudelijk informeren.
Ja, deze mogelijkheid laat ik momenteel onderzoeken. Ik verwijs daarbij naar mijn antwoord op vraag 2.
De gesprekken met de heer Kohnstamm en een aantal andere betrokken partijen in het kader van het in het antwoord op vraag 2 genoemde onderzoek, hebben reeds plaatsgevonden.
Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dat de schriftelijke vragen van het lid Van Wijngaarden en Tellegen (beiden VVD) over het bericht Toetsingscommissies euthanasie gaan meer naar de context kijken (ingezonden 17 september 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.