Ingediend | 6 september 2019 |
---|---|
Beantwoord | 30 september 2019 (na 24 dagen) |
Indieners | Rens Raemakers (D66), Monica den Boer (D66) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z16625.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-114.html |
Ja, ik ben op de hoogte van het bericht. Het vertrek van burgemeester De Koning valt te betreuren. In algemene zin is een kwestie als deze schadelijk voor het openbaar bestuur in het algemeen en voor het aanzien van het burgemeestersambt in het bijzonder.
Ik heb dan ook aanleiding gezien de commissaris van de Koning om ambtsbericht te verzoeken. De commissaris heeft mij geïnformeerd over de aanleiding en achtergronden van het vertrek van de burgemeester.
Inmiddels heeft op 16 september 2019 ook een besloten raadsvergadering plaatsgevonden waarin de gemeenteraad van Gennep is bijgepraat over de situatie.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
De bestuurlijke verhoudingen binnen het college van burgemeester en wethouders zijn verstoord, zoveel is duidelijk. De burgemeester heeft uiteindelijk ook zelf hierin aanleiding gezien om ontslag te verzoeken.
Van ontslag in de zin van artikel 61b van de Gemeentewet (verstoorde verhouding tussen de burgemeester en de raad, gevolgd door een aanbeveling tot ontslag van de burgemeester) is geen sprake. Noch is er enige formele rol of bevoegdheid van de vertrouwenscommissie in deze aangelegenheid. Die is er immers slechts bij benoeming en herbenoeming van een burgemeester.
In de praktijk is in veel gemeenten, zo ook in Gennep, een semi-permanente vertrouwenscommissie, belast met het voeren van periodieke klankbordgesprekken met de burgemeester. De wet biedt die ruimte.
De burgemeester opereert in een lokaal-politieke context; hoewel hij een onafhankelijke en onpartijdige positie inneemt, is hij voor zijn functioneren feitelijk afhankelijk van de raad, en afgeleid het college. Uiteindelijk moet een burgemeester ook zelf het gevoel hebben dat hij zijn functie met gezag kan vervullen. Dat was hier niet langer het geval, er was naar het oordeel van alle betrokkenen sprake van een onwerkbare situatie.
Met het oog op het vertrouwen van de burger in het openbaar bestuur moet waar mogelijk maximale duidelijkheid worden gegeven over het ontslag van een burgemeester, maar wel met inachtneming van die zaken waarbij op grond van artikel 61b van de Gemeentewet – de gangbare procedure – geheimhouding rust; dat de gemeenteraad in die gevallen over meer informatie beschikt dan het publiek, vloeit logischerwijze voort uit het stelsel.
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 5.
De commissaris van de Koning ziet op grond van de Gemeentewet en de Ambtsinstructie commissaris van de Koning toe op een ordelijk verloop van de procedure met betrekking tot het ontslag van een burgemeester. Daarnaast kan de commissaris van de Koning (als rijksorgaan) adviseren en bemiddelen in geval van bestuurlijke problemen en indien de bestuurlijke integriteit van een gemeente in het geding is.
Een en ander laat echter onverlet dat een burgemeester zelf de overtuiging moet hebben dat hij nog in voldoende mate kan functioneren.
Ik zie geen aanleiding voor nader onderzoek. Wel zal ik naar aanleiding van de casus Gennep de thematiek met de commissarissen van de Koning bespreken.
Zie antwoord vraag 8.