Ingediend | 19 juli 2019 |
---|---|
Beantwoord | 8 oktober 2019 (na 81 dagen) |
Indieners | Sven Koopmans (VVD), Antoinette Laan-Geselschap (VVD) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z15269.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-275.html |
Ja.
Ja. Uitreizigers moeten verantwoording afleggen voor misdrijven die zij hebben gepleegd en hiervoor worden berecht. Bij voorkeur in de regio waar de misdaden hebben plaatsgevonden. Om die reden onderzoekt Nederland met internationale partners de mogelijkheden voor een vorm van berechting in de regio.
In de huidige situatie is onvoldoende sprake van een duidelijke langetermijnstrategie voor de regio. Het kabinet is terughoudend met het maken van afspraken of samenwerken met niet-statelijke entiteiten die feitelijk gezag uitoefenen over een gebied waar de betreffende regering effectief geen gezag meer uitoefent. Dit vanwege de invloed die deze afspraken of samenwerking kunnen hebben op het aanzien van deze niet-statelijke entiteiten en op de relaties met andere actoren en landen in de regio.
Nederland zet in op vervolging en berechting van ISIS-strijders en richt zich daarbij op de benadering die nodig is om hiertoe te komen. Dit heeft tot nu toe geresulteerd in een brede inzet, waarbij ook het belang van bewijsvergaring, detentie, rehabilitatie en re-integratie in Irak en Syrië in acht worden genomen. Nederland draagt hier al op diverse manieren aan bij, bijvoorbeeld door het steunen van bewijsvergaringsmechanismen in Irak (UNITAD) en Syrië (IIIM). Samen met internationale partners wordt bekeken welke steun verder nodig zal zijn.
Nederland is met diverse Europese en internationale partners, waaronder Frankrijk, in overleg over de opties die er zijn om tot vervolging en berechting van ISIS-strijders te komen. Leidend zijn naleving van internationale mensenrechtenstandaarden en de beginselen van goede procesorde, waaronder het recht op een eerlijk proces. Daarbij is Nederland tegen de doodstraf en zal daar dus ook niet aan mee werken.
Het kabinet voorziet geen steun aan detentiecentra in de Koerdische regio.
Naar aanleiding van de vragen van de leden Koopmans en Laan-Geselschap (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Justitie en Veiligheid over het berechten van Nederlandse Syrië-gangers door de Koerdische autoriteiten in Noord-Syrië, met kenmerk 2019Z15269, die werden ingezonden op 19 juli 2019, wil ik u meedelen dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De reden hiervoor is dat interdepartementale afstemming meer tijd vergt.