Ingediend | 18 juli 2019 |
---|---|
Beantwoord | 5 september 2019 (na 49 dagen) |
Indieners | Thierry Aartsen (VVD), Jan de Graaf (CDA), Joost Sneller (D66), Harry van der Molen (CDA) |
Beantwoord door | Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie media |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z15236.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3887.html |
Ja.
Ja.
De Bezoldigingsregeling Commissariaat voor de Media en Stimuleringsfonds voor de pers bevat de volgende wachtgeldregeling.2 In geval van niet herbenoemen (tenzij door eigen toedoen) bestaat recht op wachtgeld gedurende een periode die gelijk is aan de tijd dat betrokkene onafgebroken lid van het Commissariaat is geweest. Wachtgeld eindigt in elk geval bij 65 jaar. Het eerste jaar bedraagt het wachtgeld 80%, daarna 70%. Daarbij worden inkomsten die betrokkene niet al had tijdens de uitoefening van de functie met de uitkering verrekend voor zover die 30% van de laatstgenoten bruto bezoldiging en vakantie-uitkering overschrijden.3
Zoals ik in mijn visiebrief over de publieke omroep van 14 juli 2019 heb aangekondigd, bezie ik de bezoldigingsnormen in de mediasector. Op dit moment bezie ik de huidige rechtpositieregeling van het Commissariaat omdat deze ook naar mijn mening niet meer past in de huidige tijd. Ik ben van plan om de regeling zo snel mogelijk te herzien.
Overigens kan ik u melden dat de inmiddels per 1 juli 2019 afgetreden voorzitter geen beroep zal doen op de wachtgeldregeling.
Er is voorzien dat er per 1 juli 2019 een vacature voor de functie van voorzitter van het Commissariaat zou ontstaan. Eind vorig jaar zijn de eerste stappen gezet voor de procedure voor werving van een nieuwe voorzitter. Doordat een lid van het Commissariaat nadien in opspraak is geraakt, is de procedure tijdelijk aangehouden. De verwachting is dat op korte termijn een nieuwe voorzitter kan worden benoemd. Binnen het Commissariaat is voorzien in het aftreden van de voorzitter per 1 juli 2019. Door een uitbreiding van het mandaatbesluit kunnen besluiten over de reguliere bedrijfsvoering gewoon doorgang vinden. Zaken die bestuursrechtelijke besluitvorming op college-niveau vereisen, worden aangehouden totdat er een nieuwe voorzitter is.
Ja. Betrokkene heeft in maart 2017 in een telefoongesprek met het ministerie genoemd dat er een klacht bij de Accountantskamer tegen hem was ingediend. Het ministerie is daarna niet op de hoogte gesteld van het verloop van de klachtprocedure en de uitspraken van de Accountantskamer en in hoger beroep het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB). De uitspraken van de Accountantskamer en het College zijn anoniem. Naar aanleiding van het NRC-artikel heeft betrokkene op 17 juli 2019 het ministerie volledig op de hoogte gebracht van de uitspraken. Terugkijkend had de lopende zaak en het signaal dat daarover informeel is afgegeven, moeten leiden tot het opvragen van meer informatie en een duidelijker afweging over of het gegeven de omstandigheden niet beter was geweest de herbenoeming al dan niet aan te houden. Doordat dit destijds niet is gebeurd, is die afweging niet gemaakt.
Zie antwoord vraag 5.
Aan de informatie verbind ik voor betrokkene geen consequenties. Betrokkene is tegen de uitspraak van de Accountantskamer in beroep gegaan bij het CBB. Ik neem daarbij in ogenschouw dat zowel de Accountantskamer als het CBB hebben uitgesproken dat niet is gebleken dat betrokkene niet integer heeft gehandeld en dat het CBB de berisping heeft teruggedraaid en volstaan heeft met een waarschuwing. Wel concludeer ik dat in dit geval de informatievoorziening niet voldoende was nu achteraf is gebleken dat ik bepaalde informatie niet had. De communicatie en informatievoorziening in zaken als deze moeten op orde zijn en ik zal intern en met het Commissariaat zorgen dat dit gebeurt.
Regels omtrent nevenfuncties van leden van publiekrechtelijke zbo’s, zoals het Commissariaat, zijn opgenomen in de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (artikel 13). Een lid van een zbo mag geen nevenfuncties bekleden die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van zijn functie of de handhaving van zijn onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin. Een lid van een zbo dient daarom het voornemen tot het aanvaarden van een nevenfunctie te melden bij de Minister en alle nevenfuncties moeten openbaar gemaakt worden. Daarnaast heeft het Commissariaat een eigen Gedragscode Integriteit Commissariaat voor de Media https://www.cvdm.nl/wp-content/uploads/2019/07/Gedragscode-Integriteit-van-het-Commissariaat-voor-de-Media.pdf. Op grond daarvan bestaat een meldplicht indien werkzaamheden, betaald of onbetaald, de belangen van het Commissariaat kunnen raken. Verder bepaalt de code dat nevenwerkzaamheden waardoor een goede vervulling van de functie of het goed functioneren van de openbare dienst niet in redelijkheid zou zijn verzekerd, verboden zijn. Dat is het geval bij ongeoorloofde belangenverstrengeling, botsing van belangen, schade aan het aanzien van het ambt en onvoldoende beschikbaarheid voor de functie bij het Commissariaat.
Zodra een nieuwe voorzitter in functie is, zal ik met het Commissariaat nader overleggen hoe optimale transparantie en toetsing van nevenfuncties bereikt kunnen worden. Daarbij zullen de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en de eigen code van het Commissariaat in beschouwing worden genomen.
Betrokkene is op 15 juli 2013 per 1 september 2013 benoemd als lid van het Commissariaat. Zijn betrokkenheid bij Mail.ru dateert van daarna, namelijk vanaf 1 oktober 2013. Deze nevenfunctie stond daarom niet vermeld op het cv van betrokkene waarover het ministerie beschikte ten tijde van de benoeming. De informatie over de nevenfunctie is na de benoeming per 1 oktober 2013 openbaar gemaakt door vermelding op de website van het Commissariaat. De nevenfunctie is niet afzonderlijk gemeld bij het ministerie. Naar aanleiding van de publiciteit ben ik met het zittende lid van het Commissariaat in gesprek gegaan over zijn nevenfunctie bij Mail.ru. Op grond daarvan ben ik vooralsnog van mening dat er geen reden is te concluderen dat die nevenfunctie ontoelaatbaar is. Zoals gezegd zal ik na het aantreden van de nieuwe voorzitter met het Commissariaat nader overleggen hoe voortaan optimale transparantie en toetsing bereikt kunnen worden.
Het onderzoek is afgerond en heeft geresulteerd in een besluit tot ontslag van betrokkene. Ik heb uw Kamer hiervan bij brief van 1 augustus 2019 op de hoogte gesteld.
Ja. Zie het antwoord op vraag 4.
Op 18 juli jongstleden hebben de leden Sneller (D66), Aartsen (VVD), Van der Molen (CDA) en Van der Graaf (CU) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld over de problemen bij het Commissariaat voor de Media (2019Z15236). Tot mijn spijt is zorgvuldige beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk. Ik zal de vragen zo snel mogelijk, maar in ieder geval voor het einde van het zomerreces beantwoorden.