Ingediend | 26 juni 2019 |
---|---|
Beantwoord | 21 augustus 2019 (na 56 dagen) |
Indiener | Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur provincies recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z13445.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3630.html |
Ja.
Ik zie de uitlatingen van de heer Van de Donk vooral als een oproep om de samenwerking in de strafrechtketen te intensiveren en veel meer aandacht te schenken aan vernieuwing van technieken, wetgeving en manieren van werken. Die ambitie komt overeen met mijn ambities en die van het Bestuurlijk Ketenberaad van de strafrechtketen (BKB). Hoewel ik verrast was door de scherpte van de opmerkingen, ben ik het in de kern eens met het betoog van de heer Van de Donk. Dit werd bevestigd door het gesprek dat ik met hem voerde op 2 juli jongstleden.
Het BKB heeft de eerste belangrijke stappen gezet door de aanpak van de keteninformatievoorziening, doorlooptijden en multiproblematiek te prioriteren. Daarmee is een belangrijk begin gemaakt met verbetering van de ketensamenwerking. De heer Van de Donk onderschrijft dit ook.
Ook met deze uitlatingen ben ik het eens. Nederland moet voor criminelen minder aantrekkelijk worden, de voedingsbodem voor hun activiteiten moet worden aangepakt en criminele verdiensten moeten veel meer dan nu worden getraceerd en afgepakt. Daarom is in het genoemde actieplan tegen witwassen en in de Veiligheidsagenda 2019–2022vastgelegd dat een dominante lijn in de aanpak van ondermijnende criminaliteit is de financiële invalshoek van onder meer geldstromen en af te pakken vermogens. Het is van groot belang dat de financieel-economische aspecten van deze criminaliteit vroegtijdig worden geïdentificeerd. Onder meer is afgesproken dat in alle ondermijningzaken financieel onderzoek wordt ingezet. Voor versterking van de financiële aanpak en het afpakken zijn extra middelen beschikbaar gesteld. Op 13 maart jongstleden informeerde ik u uitgebreid over de versterking van het afpakken van crimineel vermogen.2
Zie antwoord vraag 2.
In de komende zeven jaar moet de politie 17.000 nieuwe medewerkers werven om vertrekkende medewerkers te vervangen en om de operationele sterkte uit te breiden. Dit is een grote opgave, gelet op de krappe arbeidsmarkt en de omvang van het uitbreidings- en vervangingsvraagstuk. Op basis van de realisatiecijfers uit 2018 constateer ik dat er vooralsnog voldoende personeel instroomt, maar het blijft spannend of de operationele sterkte snel genoeg zal blijven groeien. Ik monitor de ontwikkelingen nauw, en houd uw Kamer hier vanzelfsprekend van op de hoogte.
Ik ben het met de heer Van de Donk eens dat er tempo moet worden gemaakt met de verbeteringen. Ik vind – net als de heer Van de Donk – dat de samenwerking de komende jaren verder moet worden geïntensiveerd. De heer Van de Donk kan hier zelf – als voorzitter van het BKB – een belangrijke rol in spelen. Ook het kabinet investeert stevig in het programma van verbetering van de keten.
Overigens neemt de noodzakelijke verdere versterking niet weg dat er door intensievere samenwerking reeds nu successen geboekt worden. Zo zijn criminele motorbendes inmiddels verboden, zijn tientallen drugslabs opgerold en is een goede samenwerking gecreëerd met banken bij de aanpak van witwassen. Een plan van aanpak tegen witwassen zonden mijn ambtgenoot van Financiën en ik op 1 juli jongsleden aan uw Kamer.3 Ook heb ik extra geld beschikbaar gesteld voor de aanpak drugsdumpingen, waar met name Brabant en Limburg last van hebben.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Nispen (SP) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de stevige kritiek van de commissaris van de Koning in Noord-Brabant op de straat van de strafrechtketen (ingezonden 26 juni 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.