Ingediend | 26 juni 2019 |
---|---|
Beantwoord | 15 juli 2019 (na 19 dagen) |
Indiener | Wytske de Pater-Postma (CDA) |
Beantwoord door | Cora van Nieuwenhuizen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
Onderwerpen | verkeer weg |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z13431.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3456.html |
Ja.
Ik deel zeker de mening dat de tekens die op het wegdek worden aangebracht direct verband moeten houden met het gebruik van de openbare weg. Het aanbrengen van uitingen die niet noodzakelijk zijn voor goed of veilig gebruik van de openbare weg keur ik af, hoe goed bedoeld overige uitingen ook zijn.
Ik heb een kennisnetwerk met SWOV en CROW opgezet waarin ik onder meer wegbeheerders direct kan informeren over veilige infrastructuur. Ik zal dit aspect daarin meenemen en de VNG nogmaals informeren hierover.
Zie antwoord vraag 2.
Sommige verkeerstekens, zoals strepen, pijlen, haaientanden, busbanen,
verdrijvingsvakken en fietsstroken moeten op het wegdek worden aangebracht vanuit de wegenverkeerswet. Voor het aanbrengen daarvan gelden eisen aan de stroefheid van de verf waarmee de markering wordt aangebracht. In het Besluit Administratieve Bepalingen Wegverkeer (BABW), specifiek artikelen 1a, 2, 6 en 7 is daarnaast bepaald dat alleen de wegbeheerder zelf verkeerstekens mag aanbrengen en welke verkeerstekens op het wegdek mogen worden geplaatst. Andere verkeerstekens dan de in de BABW genoemd mogen niet op de weg worden aangebracht of langs de weg geplaatst. De reden hiervan is dat overige uitingen hoe goed bedoeld ook-,di e niet direct bedoeld zijn om de weggebruiker te informeren over het gebruik van de openbare weg, de weg gladder kunnen maken of bestuurders in verwarring kunnen brengen of afleiden. Het is verboden om op of langs wegen door voorwerpen, inrichtingen of borden van welke aard dan ook het verkeer in verwarring te brengen. Het overbrengen van boodschappen aan weggebruikers kan beter en veiliger op alternatieve manieren, bijvoorbeeld door borden naast of boven de weg te plaatsen of door mensen op een ander moment of een andere plek op de boodschap te wijzen. In de uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens2 wordt in paragraaf 2 als algemene bepaling gesteld dat verkeerstekens pas worden toegepast als dat nodig is en nadat vervangende infrastructurele maatregelen zijn overwogen.
De CROW heeft in de richtlijn Bebakening en Markering een leidraad opgenomen over het aanbrengen van markeringen. Daarin staat als leidraad dat informatieve markeringen kritisch bezien moeten worden. In die richtlijn wordt expliciet ingegaan op de gevaren voor motorrijders als gevolg van markeringen en worden aanbevelingen gedaan om te zorgen dat motorrijders zo min mogelijk overlast door de markeringen ondervinden.
Ik meen dat de bestaande richtlijnen en regelgeving voldoende duidelijkheid bieden voor het aanbrengen van markeringen. Een weggebruiker of andere belanghebbende kan, als hij meent dat er sprake is van een gevaarlijke markering, altijd de wegbeheerder vragen dit aan te passen of om een uitspraak van de rechter vragen hierover. Aangezien er geen hiërarchische relatie tussen de bestuurslagen is kan ik niet handhavend optreden. De wegbeheerder is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen infrastructuur.