Ingediend | 3 juni 2019 |
---|---|
Beantwoord | 13 juni 2019 (na 10 dagen) |
Indiener | Lisa Westerveld (GL) |
Beantwoord door | Bruno Bruins (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie sport |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z10941.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3019.html |
Ja.
Het Instituut voor Sportrechtspraak (ISR) heeft op verzoek van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) de gemelde signalen over grensoverschrijdend gedrag binnen topsport turnen dames van SV Pax onderzocht. Dit onderzoek is onafhankelijk uitgevoerd met als referentiekader de tuchtreglementen, de gedragscodes en overige KNGU-reglementen die hierop van toepassing zijn. De conclusie van het ISR is dat bij SV Pax in een aantal specifieke situaties sprake is geweest van ongewenst gedrag waarbij het geen tuchtrechtelijk vervolgbare overtredingen betrof. Ook concludeert zij dat er geen sprake was van structureel ongewenst gedrag. Het ISR heeft wel geconstateerd dat het pedagogische klimaat en de onderlinge communicatie bij deze specifieke turnvereniging verbeterd kan worden.
Op verenigingsniveau zijn concrete afspraken gemaakt op het gebied van communicatie, verantwoordelijkheden, preventie, coaching en intervisie met als doel incidenten in de toekomst te voorkomen. De KNGU ziet erop toe dat de maatregelen worden ingevoerd. Daarnaast is in het kader van nazorg contact met melders en andere betrokkenen geweest en is verwezen naar het Centrum Veilige Sport Nederland (CVS). Bovendien werkt de KNGU aan een positieve sportcultuur bij al haar verenigingen, zie ook het antwoord bij vraag 9.
Nee, ik acht dit niet nodig aangezien het ISR dit recent heeft onderzocht. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 2.
Er was (en is) een vertrouwenscontactpersoon aanwezig bij SV Pax. Ik ben niet voor het verplicht stellen van vertrouwenspersonen bij elke vereniging, wel ben ik voor het stimuleren hiervan. De KNGU adviseert alle verenigingen een vertrouwenscontactpersoon aan te stellen als eerste aanspreekpunt voor zaken zoals pesten, conflicten, ruzie, discrimineren en seksuele intimidatie. Ook kunnen bestuurders en leden contact opnemen met de vertrouwenscontactpersoon van de KNGU. Tot slot kan iemand terecht bij het CVS.
Het onderzoek van commissie De Vries gaat over seksueel grensoverschrijdend gedrag en dat was in deze casus niet aan de orde aldus het ISR. Daar waar sprake is van (zorgen over) misstanden in de sport, kunnen sporters en andere betrokkenen terecht bij verschillende meldpunten: de vertrouwenscontactpersoon van de vereniging, de sportbond, het ISR en het CVS.
NOC*NSF heeft bijna alle aanbevelingen van commissie De Vries geïmplementeerd. Zo is het Centrum Veilige Sport van start gegaan. Er is een meldplicht voor bestuurders en begeleiders ingevoerd en alle sportbonden moeten signalen van seksueel overschrijdend gedrag nu registreren in het zogeheten casemanagementsysteem van het CVS. Onlangs is voor jonge sporters de anonieme chatfunctie Fier gelanceerd (www.fier.nl). Voor verenigingen is op de website van het CVS (www.centrumveiligesport.nl) een uitleg beschikbaar hoe te handelen bij (vermoedens van) grensoverschrijdend gedrag, net als een stappenplan hoe dit te voorkomen. De KNGU is hierbij nauw betrokken voor de vertaling naar en invoering in de gymsport.
Zie het antwoord op vraag 6.
In de voortgangsbrief sportbeleid2 heb ik u recent geïnformeerd over de voortgang van de implementatie van de aanbevelingen van commissie De Vries en dit zal ik jaarlijks blijven doen. NOC*NSF publiceert haar voortgang op haar website (www.nocnsf.nl/algemenevergadering).
Ik vind dat iedereen met plezier in een zorgeloze en veilige sportomgeving moet kunnen sporten. Dat geldt uiteraard ook voor turnen. Al sinds 2011 werk ik aan het tegengaan van ongewenst gedrag in sport samen met verschillende partijen, zoals: NOC*NSF, verschillende sportbonden (waaronder de KNGU), gemeenten, het ISR, de politie en het Ministerie van Justitie & Veiligheid. Hierbij ondersteun
ik de sportsector om alles in het werk te stellen om ongewenst en grensoverschrijdend gedrag in de sport te voorkomen en aan te pakken, bijvoorbeeld via de opvolging van de aanbevelingen van commissie De Vries.
Ook is een positieve sportcultuur nadrukkelijk een onderdeel in het Sportakkoord.
De KNGU draagt samen met bestuurs- en juryleden, medesporters, trainers/coaches en begeleiders de verantwoordelijkheid voor de veiligheid binnen de turnsport. In een reactie geeft de KNGU aan dat daarbij welzijn, plezier en veiligheid van kinderen in de sport altijd bovenaan staan.
Een positieve pedagogische visie is één van de belangrijkste speerpunten van de KNGU voor de komende jaren. In de opleidingen en bijscholingen van de KNGU wordt aandacht besteed aan de pedagogische aspecten voor trainers, coaches en assistenten. Ook tijdens regionale en landelijke bestuurderscongressen komt dit thema uitgebreid aan bod. Onlangs is de KNGU samen met de KNVB een intensief meerjarig programma «Pedagogische visie» gestart als onderdeel van het Sportakkoord. Hierin worden alle facetten van de (gym)sport tegen de lat gelegd van de ontwikkeling van het kind.
Ook in de topsport waarin al op jonge leeftijd grenzen worden opgezocht en verlegd is het creëren van een positief (top)sportklimaat van essentieel belang.
De KNGU centra voor talentontwikkeling en topsport moeten hiervoor meer aandacht hebben. Hiervoor wordt het landelijk toetsingskader aangescherpt en verduidelijkt. Dat kader geldt voor alle betrokkenen bij de topsport en gaat over zaken zoals: pedagogisch handelen, communicatie tussen ouders, coach en sporter, afstemming medisch en paramedisch, prestatiegedrag, voeding, onderwijs en mentale begeleiding.
Voor deze casus heb ik contact gehad met de KNGU, het ISR en NOC*NSF. Voor zover ik over de feiten ben geïnformeerd, heeft de KNGU de signalen serieus genomen en is zij zorgvol met de situatie omgegaan. Het is goed dat de KNGU gelijk actie heeft ondernomen en melding heeft gedaan bij het ISR om nader onderzoek te doen. Zie ook het antwoord op vraag 2 en 3. De KNGU heeft samen met het bestuur van SV Pax afspraken gemaakt om ongewenst gedrag in de toekomst te voorkomen. Daarnaast werkt de KNGU aan de veiligheid en positieve sportcultuur binnen de turnsport. Zie hiervoor het antwoord op vraag 6 en 9. Bovendien ben ik voortdurend met NOC*NSF in overleg over een positieve sportcultuur.
Zie antwoord 8 en 10.
Zie antwoord 8 en 10.
Topsport is altijd gericht op presteren, het verleggen van grenzen en het stimuleren van de jonge sporter om het maximale uit zichzelf te halen. Dit mag echter nooit ten koste gaan van het welzijn van een (jonge top)sporter. Kennis van de sport is daarbij belangrijk, maar pedagogische vaardigheden zijn minstens zo belangrijk. Hier is dan ook het beleid van NOC*NSF en de sportbonden op gericht. Professionele begeleiders van alle betrokken sportorganisaties moeten daarom altijd alert zijn op het welzijn van de sporter én op hun eigen gedrag.
Ook ouders van topsporters en sportbestuurders hebben hier een verantwoordelijkheid. In het kader van het Nationaal Sportakkoord wordt ook geïnvesteerd in het verbeteren van pedagogische kennis van trainers en begeleiders van jeugdige (top)sporters. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 9.
Sportverenigingen kunnen bovendien ondersteuning krijgen voor het opzetten van integriteitbeleid. Het gaat daarbij om het voorkomen van ongewenst gedrag op en rond de club en het creëren van een goed pedagogische sportklimaat waarbij het welzijn van de sporters altijd voorop staat.