Ingediend | 23 mei 2019 |
---|---|
Beantwoord | 4 juli 2019 (na 42 dagen) |
Indieners | William Moorlag (PvdA), Kirsten van den Hul (PvdA) |
Beantwoord door | Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU), Mona Keijzer (staatssecretaris economische zaken) (CDA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie media |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z10373.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3337.html |
Ja, ik ben bekend met de problematiek en het door de leden aangehaalde artikel laat goed zien hoe we samen met de sector zoeken naar goed werkbare oplossingen. Op het Media Park, maar ook op andere locaties in Nederland, zoals rond de Johan Cruijff Arena, wordt door verschillende partijen intensief gebruik gemaakt van draadloze audio- en videoverbindingen. De samenwerking zoals vormgegeven op het Media Park is dus een goed voorbeeld voor andere «frequentiedrukke» locaties.
Zie antwoord vraag 1.
Frequenties worden steeds intensiever gebruikt. Het gevolg hiervan voor de productie van media, voor omroepen, voor organisatoren van evenementen, e.d. is dat er beter dan voorheen efficiënter en gecoördineerd gebruik moet worden gemaakt van de beschikbare frequentieruimte. Het kan ook betekenen dat er met de planning van producties en evenementen in de tijd gezien en voor wat betreft de locatie, vooraf bezien moet worden wat de mogelijkheden zijn. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn dat (onderling) nadere afspraken gemaakt worden, of dat bezien moet worden of alles wat draadloos kan, ook daadwerkelijk draadloos moet. Over mogelijke gevolgen en oplossingen zijn mijn ministerie en Agentschap Telecom in voortdurend overleg met de sector. Ook de publieke omroep is daarbij betrokken.
Recent is uw Kamer de Nota Mobiele Communicatie aangeboden. In deze nota wordt ook ingegaan op de positie van de PMSE-sector. Samen met de Vereniging PMSE en met bedrijven uit de sector is gezocht naar oplossingen voor de schaarste. Een aantal daarvan is gerealiseerd, zoals het vrijhouden van frequenties in de band voor digitale radio (specifiek: «laag 5») voor reportageverbindingen. Ook zijn de kanalen in de reeks 39, 40 en 41 in de UHF-band (de belangrijkste band voor draadloze microfoons) zoveel mogelijk beschermd voor PMSE gebruik. Met de sector is daarnaast een plan van aanpak opgesteld, dat wordt bijgehouden en regelmatig wordt aangevuld. Dit plan bestaat uit verschillende elementen. Een (klein) deel van de 700 MHz wordt vrijgehouden voor PMSE-gebruik. Er wordt door de sector een evenementenkalender opgesteld en bijgehouden, zodat duidelijk wordt wat de daadwerkelijke frequentiebehoefte is en hoe daarin kan worden voorzien en er is samen met de sector een communicatieplan opgesteld en in uitvoering, zodat PMSE-gebruikers tijdig en goed kunnen inspelen op de veranderingen per 2020. Tenslotte is er – in Europees verband – gezocht naar alternatieve frequentiebanden buiten de UHF-band, die geschikt zijn voor PMSE-gebruik. Dit is – onder voorwaarden en met vergunning – mogelijk in onder meer band 1350–1400 MHz en in band 1518–1525 MHz. Inmiddels is het Nationaal Frequentieplan hierop aanpast. Onderzoek loopt nog naar toekomstige voor de PMSE-sector bruikbare alternatieve banden.
Een belangrijk deel van de oplossing zit ook in goede coördinatie van het frequentiegebruik, zowel onderling als met andere gebruikers, zodat de beschikbare schaarse frequentieruimte efficiënter wordt benut. Het door de leden aangehaalde artikel vormt een goed voorbeeld van onderlinge coördinatie. Daarnaast wordt verder verkend in hoeverre het concept van «licensed shared access» (LSA) ook voor audio PMSE bruikbaar is. In 2017 heeft het Agentschap Telecom een proef gedaan met gecoördineerd gedeeld spectrum gebruik ten behoeve van draadloos videogebruik, de LSA-pilot. Het betreft een online boekingssysteem voor vergunninghouders van ongecoördineerde frequenties in de band 2,3–2,4 GHz. Na afloop van de pilot is LSA opgenomen in het reguliere proces van vergunningverlening en verplicht gesteld voor PMSE-videogebruikers in deze band. De intentie is om het systeem uit te breiden met andere gebruikers in de 2,3–2,4 GHz band zoals met name Defensie en Justitie & Veiligheid. Vervolgens zal worden bezien of dit concept in andere banden en met andere gebruikers en toepassingen, waar onder audio, technisch mogelijk is. Daar waar mogelijk en nodig kan onderzoek naar spectrumefficiëntere technieken, zoals de mogelijkheden van 5G ten behoeve van PMSE-gebruik, worden bevorderd.
Met de verdere uitwerking en uitvoering van bovengenoemde maatregelen is en wordt opvolging gegeven aan de toezegging van de toenmalige Minister van Economische Zaken om de PMSE-sector te faciliteren en te ondersteunen in het zoeken naar alternatieven voor het wegvallen van frequenties in de UHF-band.3 Het gebruik van deze frequenties is overwegend vergunningvrij, hetgeen betekent dat er geen kosten zijn verbonden aan het gebruik. Door de geschetste ontwikkelingen wordt de voor PMSE-gebruik beschikbare frequentieruimte kleiner, maar daarvoor zijn alternatieven gevonden. Dit kan betekenen dat – naast coördinatie – bestaande apparatuur omgeschakeld moet worden of dat nieuwe apparatuur aangeschaft moet worden en dat de sector meer dan voorheen inspanningen moet doen om bij grote evenementen de registratie en overdracht van beeld en geluid goed te laten functioneren.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.