Ingediend | 22 mei 2019 |
---|---|
Beantwoord | 1 juli 2019 (na 40 dagen) |
Indiener | Joost Sneller (D66) |
Beantwoord door | Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie media |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z10244.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3228.html |
Ja.
Het handelen van voormalig vicekanselier Strache en FPÖ-fractievoorzitter Gudenus wordt in Oostenrijk als een zeer zorgelijke kwestie beschouwd. Deze gebeurtenissen raken aan de kern van het institutionele vertrouwen in Oostenrijk en hebben niet alleen geleid tot het aftreden van de vicekanselier, maar ook van de voltallige regering aldaar. Bondskanselier Kurz heeft daarnaast gesuggereerd dat er mogelijk strafrechtelijke consequenties zijn. Het past mij niet om in te gaan op de toedracht van de zaak, aangezien het hier een interne Oostenrijkse aangelegenheid betreft.
Er gelden geen sectorspecifieke regels die toezien op overnames van Nederlandse kranten of gedrukte pers. De ACM en de Europese Commissie hebben als generieke taak het toezicht houden op naleving van de mededingingsregels. De mededingingsautoriteiten beoordelen als gevolg van deze wet alle meldingsplichtige concentraties, ongeacht de sector. Of een voorgenomen concentratie moet worden gemeld, en of dat bij de ACM of de Europese Commissie is, is afhankelijk van de omzet van de betrokken bedrijven. Bij de beoordeling onderzoekt de ACM de mogelijke effecten van de concentratie op de mededinging. De ACM kijkt daarbij, conform haar wettelijke taak, niet naar andere belangen.
In Nederland is in de Mediawet geen bepaling opgenomen die specifiek ziet op de overname van media door buitenlandse spelers. Op basis van de Mediawet monitort het Commissariaat voor de Media jaarlijks de Nederlandse mediamarkten, waarbij ook de pluriformiteit van de media wordt beoordeeld.
Nederland kent een pluriform en kwalitatief hoogstand media-aanbod. Op de Nederlandse markt zijn verschillende mediabedrijven actief. De twee grootste mediabedrijven die in Nederland actief zijn op het gebied van de geschreven pers, de Persgroep en Mediahuis, zijn Belgische ondernemingen. De betreffende kranten beschikken over een redactiestatuut, dat een waarborg biedt tegen inmenging van eigenaren en/of aandeelhouders in de redactionele koers.
Bij een gezonde, open economie horen ook buitenlandse investeringen. Buitenlands eigenaarschap vormt in beginsel dan ook geen belemmering om op de Nederlandse mediamarkt actief te zijn. Dat neemt niet weg dat ondernemingen naast economische motieven ook andere motieven kunnen hebben. Zoals aangegeven in de Kamerbrief2 die de Minister van Justitie en Veiligheid op 18 april jl. aan uw Kamer heeft gestuurd, werkt het kabinet momenteel aan maatregelen om nationale veiligheidsrisico’s bij overnames en investeringen te adresseren.
De berichtgeving uit Oostenrijk is zorgelijk, omdat hieruit een betrokkenheid van politici blijkt die ver voorbij gaat aan reguliere, internationale, zakelijke interactie tussen bedrijven. De berichtgeving maakt ook melding van buitenlandse financiering van politieke partijen. De Nederlandse regering is zich bewust van het toegenomen risico op buitenlandse beïnvloeding van onze democratie. In het voorstel tot aanpassing van de Wet financiering politieke partijen dat na de zomer van 2019 in procedure zal worden gebracht, zal daarom een verbod op giften van buiten de Europese Unie aan Nederlandse politieke partijen en hun neveninstellingen worden opgenomen Ook moeten alle giften vanuit andere EU-lidstaten dan Nederland openbaar worden gemaakt. Voorts werkt het kabinet momenteel aan een Wet op de politieke partijen3. Bij de voorbereiding van dit wetsvoorstel worden ook de adviezen van de Staatscommissie Parlementair Stelsel over regelgeving over (digitale) politieke campagnes en advertenties en microtargeting betrokken.
Zie antwoord vraag 3.