Ingediend | 19 april 2019 |
---|---|
Beantwoord | 28 mei 2019 (na 39 dagen) |
Indiener | Hanke Bruins Slot (CDA) |
Beantwoord door | Barbara Visser (staatssecretaris defensie) (VVD) |
Onderwerpen | arbeidsomstandigheden defensie internationaal werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z08238.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2827.html |
Ja.
De Inspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: Inspectie SZW) heeft bij Defensie inspecties uitgevoerd op drie locaties: bij het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW), bij de Mechanische Centrale Werkplaats in Leusden en bij de Koninklijke Marine in Den Helder. De Inspectie heeft een aantal overtredingen geconstateerd en ze heeft op 15 april 2019 een vervolgbezoek gebracht aan het LCW naar aanleiding van de constateringen uit het rapport van december 2018. Daarmee is het nog een lopend traject. Voor een nadere toelichting op de constateringen van de Inspectie SZW verwijs ik u naar het antwoord op de vragen 1 en 7 van het lid Karabulut (SP), ingezonden 18 april 2019 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2826).
Tijdens het Algemeen Overleg Personeel op 12 maart 2019 en het VAO chroom-6 op 9 april 2019 (Kamerstuk 35 000 X, nr. 71) heb ik de hoofdlijnen gedeeld. Het betreft immers een lopend handhavingstraject. De geconstateerde overtredingen staan niet ter discussie. De Inspectie houdt ons scherp en wijst ons op onze verantwoordelijkheden (zie ook het jaarverslag van de Inspectie SZW over 2018 van 7 mei 2019, 35 000 XV, nr. 91). Uiteraard trekken we ons deze constateringen aan, willen we deze oplossen en in de toekomst voorkomen. Niettemin waren ze ook voor een deel te verwachten (met uitzondering van de zogenoemde hygiëne). Defensie bevindt zich namelijk momenteel in een intensief verbetertraject, zoals ook opgenomen in het plan van aanpak «Beheersing Chroom-6» (35 000 X, nr. 70). Dat lopende traject is niet alleen noodzakelijk, maar ook omvangrijk en ambitieus. Het traject is in ontwikkeling, waarbij stap voor stap verbeteringen worden doorgevoerd, gericht op het toepassen van de arbeidshygiënische strategie (via A. substitutie, B. technische maatregelen, C. organisatorische maatregelen, D. persoonlijke beschermingsmaatregelen).
De planning is vooralsnog om eind 2020 de in het plan van aanpak «Beheersing Chroom-6» genoemde maatregelen en daarmee de gedane constateringen opgelost te hebben. De in dit plan genoemde infrastructurele aanpassingen voor de Afdeling Techniek van de Mechanische Centrale Werkplaats in Leusden (gereed 2021) en het onderzoek naar het toepassen van spuitrobots (gereed 2022) vergen echter meer tijd. Bij de begroting wordt u over de voortgang geïnformeerd.
Ik onderstreep dat juist ten aanzien van het werken met chroom-6 de laatste jaren bij Defensie veel metingen zijn uitgevoerd, ook om de kwaliteit van de (persoonlijke) beschermingsmiddelen te valideren. Maar Defensie is er nog niet en dat is de reden dat de komende jaren met prioriteit een inhaalslag wordt gemaakt. De consequentie daarvan is wel dat ook bij toekomstige inspecties niet kan worden uitgesloten dat de Inspectie SZW dergelijke bevindingen blijft doen. Dat is onbevredigend en Defensie neemt dan ook passende (tijdelijke) mitigerende maatregelen (zoals afzuiging, aparte voorbewerkingsruimtes en persoonlijke bescherming) om blootstelling boven de grenswaarden te voorkomen. Defensie heeft in 2018 onderzoek laten uitvoeren door de interne arbodienst Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG). Uit het CEAG-rapport blijkt dat afdoende maatregelen worden genomen om veilig te kunnen werken. Daarnaast moet het genoemde verbetertraject in het kader van het plan van aanpak «Beheersing Chroom-6» leiden tot meer structurele borging van de gezondheid en veiligheid van het personeel. De kern hierbij is dat er structureel veilig wordt gewerkt waarbij het doel is hoger te komen in de arbeidshygiënische strategie.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Dit is een lopend traject waarover ik geen uitspraak kan doen. Ik verwijs u voor de reactie op de geconstateerde overtredingen, bijvoorbeeld de vervanging van CMR-stoffen en blootstelling, naar het antwoord op de vragen 1 en 7 van het lid Karabulut (SP).
Zie antwoord vraag 5.