Ingediend | 4 april 2019 |
---|---|
Beantwoord | 23 april 2019 (na 19 dagen) |
Indieners | Hanke Bruins Slot (CDA), Martijn van Helvert (CDA) |
Beantwoord door | Barbara Visser (staatssecretaris defensie) (VVD), Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD), Mona Keijzer (staatssecretaris economische zaken) (CDA) |
Onderwerpen | internationaal internationale samenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z06725.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2392.html |
De Amerikaanse overheid heeft Nederland begin april jl. geïnformeerd dat indien Turkije niet afziet van de levering, de VS dan zullen overwegen sancties in te stellen onder Countering America's Adversaries Through Sanctions Act (CAATSA). Tevens kan de deelname van Turkije als partner in het F-35 programma potentieel in gevaar komen. Daarnaast hebben de VS het F-35 Joint Program Office (JPO) opdracht gegeven om activiteiten te initiëren om tot alternatieve toeleveranciers te komen voor componenten die in Turkije worden geproduceerd.
Zie antwoord vraag 4.
Zoals ik heb vermeld maken de Amerikanen zich zorgen over de levering van het Russische S-400 luchtverdedigingssysteem aan Turkije. Nederland onderhoudt nauw contact met de VS over deze kwestie. Het is onwenselijk om in dit stadium openlijk te speculeren over mogelijke vervolgstappen in het programma. Turkije is op dit moment immers partner in het F-35 programma.