Ingediend | 26 maart 2019 |
---|---|
Beantwoord | 2 april 2019 (na 7 dagen) |
Indieners | Sandra Beckerman , Matthijs Sienot (D66), Carla Dik-Faber (CU), Agnes Mulder (CDA), Henk Nijboer (PvdA) |
Beantwoord door | Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD), Paul Blokhuis (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
Onderwerpen | gezondheidsrisico's zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z05838.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2133.html |
Ja.
Ik ben bekend met de inhoud van het onderzoek «Gevolgen van bodembeweging voor Groningers» van de Rijksuniversiteit Groningen. Ik deel de mening dat er naast aandacht voor schadeherstel en versterking van huizen ook aandacht moet zijn voor de mentale gezondheid van de Groningers. Ik ben regelmatig in het aardbevingsgebied en zie dan wat de aardbevingsproblematiek kan doen met individuele inwoners. Daarom hecht ik er waarde aan dat deze problematiek zo snel mogelijk integraal wordt aangepakt.
De aanpak van de gezondheidsproblematiek bestaat in de eerste plaats uit het wegnemen van de bron van de klachten. Dit doe ik door het zo snel mogelijk volledig afbouwen van de gaswinning om daarmee het aardbevingsrisico te verkleinen. Daarnaast worden degelijke onafhankelijke processen ingericht voor de uitvoering van de versterkingsoperatie en de afhandeling van schade waarmee, in lijn met het advies van GGD Groningen, duidelijkheid ontstaat over de schadeherstel- en versterkingsoperaties. Ik verwacht dat dit ertoe zal leiden dat de stress die mensen ervaren als gevolg van onduidelijkheid, langdurige procedures en ingewikkelde processen vermindert.
In de tweede plaats wordt er, conform het regeerakkoord en de doelen van het Nationaal Programma Groningen, aandacht besteed aan sociale, mentale en gezondheidsondersteuning binnen het nationaal programma. Daarnaast neemt de regio momenteel de ruimte om te kijken hoe de aanbevelingen in het recent opgeleverde GGD Groningen rapport «Aanpak gezondheidsgevolgen aardbevingen» in te passen zijn in bestaande initiatieven en programma’s op het gebied van gezondheid.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Gemeenten, GGD en de veiligheidsregio werken aan projecten die concreet bijdragen aan de gezondheid en veiligheidsbeleving van inwoners, die wegens de aardbevingsproblematiek onder druk staan. In overleg met bewoners wordt gekeken wat ze zelf kunnen doen om hun handelingsperspectief te verbeteren en hoe de Veiligheidsregio hierin kan ondersteunen. Verminderd zelfredzamen krijgen hierin speciale aandacht. De hulpverlening wordt daarnaast uitgebreid met sociale gemeenteteams voor het bieden van een luisterend oor.
Aangezien hulpverleners vaak zelf ook slachtoffer zijn van aardbevingsschade en zij tegelijkertijd anderen neutraal en professioneel moeten helpen met de gevolgen van aardbevingen, leidt dit soms tot spanningen. Daarom wordt de hulpverleners extra ondersteuning geboden. Platform Kerk en aardbeving biedt deze geestelijke ondersteuning door de inzet van extra geestelijk verzorgers die met een bus de regio in gaan om mensen te ondersteunen. Daarnaast wordt de brandweer uitgerust met extra materieel om hulp te bieden bij zware aardbevingen.
De financiering van zorg en ondersteuning waar mensen met psychische aandoeningen behoefte aan hebben, is afhankelijk van hun persoonlijke situatie. Financiering kan afkomstig zijn van de gemeente (voor zorg en ondersteuning die valt onder de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke Ondersteuning), de zorgverzekeraar (voor zorg en ondersteuning die valt onder de Zorgverzekeringswet) en het zorgkantoor (voor zorg en ondersteuning die valt onder de Wet langdurige zorg). De basisverzekering dekt zorg die in het basispakket zit. Met de verschillende partijen zoals de verschillende overheden, GGD, zorgverleners en zorgverzekeraars zullen de Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en ik in overleg treden over de financiële aspecten die gerelateerd zijn aan deze vorm van zorg.
Ik ben op de hoogte van het feit dat de Rechtbank Noord-Nederland op 1 maart 2017 heeft geoordeeld dat NAM aansprakelijk is voor deze vorm van schade. Aangezien NAM tegen deze uitspraak hoger beroep heeft ingesteld, is deze uitspraak nog niet onherroepelijk. Ook heeft de Rechtbank Noord-Nederland, in het kader van een andere procedure, over dit onderwerp in oktober 2018 prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. Ik wacht de uitkomst van de gerechtelijke procedures af.
Ja.